De centrale studentenraad van de UvA is niet bijster gelukkig met de manier waarop ‘de kwestie-Rijpkema’ door het College van Bestuur en de decaan van de rechtenfaculteit is opgepakt.
‘Een integriteitskwestie als deze is riskant voor de reputatie van de universiteit en daarmee voor de studenten,’ zegt CSR-voorzitter Lucie Gooskens in een reactie op het feit dat de UvA het rapport over de kwestie niet openbaar heeft willen maken. ‘Het spreekt voor zich dat wij balen van zulk gedrag van een docent. Nu blijkt echter dat het rapport niet openbaar wordt gemaakt en de hele procedure onnodig lang voortsleept.'
De CSR zal bij een komend overleg met de rector magnificus vragen stellen over de kwestie. Gooskens: ‘De raad gaat er voorlopig vanuit dat er sprake is van een incident. Door alle media-aandacht en de maatregelen die zijn genomen naar aanleiding van de kwestie-Stapel zien wij echter nog geen noodzaak om ingrijpende wijzigingen voor te stellen op de controle van docenten.’
Gooskens voegt eraan toe dat er geen verschil mag bestaan in de aanpak van frauderende studenten en frauderende docenten. ‘Daar bovenop heeft een docent ook nog een voorbeeldfunctie en moet hij of zij functioneren in een team. Inbreuk op regels is één ding, maar er is ook nog zoiets als vertrouwen in de academische gemeenschap. Op procedurele gronden een berisping achterwege laten vereist tot slot een goede motivering. Deze motivering zien we echter niet. Er is een geanonimiseerd samenvatting van het rapport gemaakt waardoor er veel onduidelijkheid is over de zaak.’
‘Een integriteitskwestie als deze is riskant voor de reputatie van de universiteit en daarmee voor de studenten,’ zegt CSR-voorzitter Lucie Gooskens in een reactie op het feit dat de UvA het rapport over de kwestie niet openbaar heeft willen maken. ‘Het spreekt voor zich dat wij balen van zulk gedrag van een docent. Nu blijkt echter dat het rapport niet openbaar wordt gemaakt en de hele procedure onnodig lang voortsleept.'
De CSR zal bij een komend overleg met de rector magnificus vragen stellen over de kwestie. Gooskens: ‘De raad gaat er voorlopig vanuit dat er sprake is van een incident. Door alle media-aandacht en de maatregelen die zijn genomen naar aanleiding van de kwestie-Stapel zien wij echter nog geen noodzaak om ingrijpende wijzigingen voor te stellen op de controle van docenten.’
Gooskens voegt eraan toe dat er geen verschil mag bestaan in de aanpak van frauderende studenten en frauderende docenten. ‘Daar bovenop heeft een docent ook nog een voorbeeldfunctie en moet hij of zij functioneren in een team. Inbreuk op regels is één ding, maar er is ook nog zoiets als vertrouwen in de academische gemeenschap. Op procedurele gronden een berisping achterwege laten vereist tot slot een goede motivering. Deze motivering zien we echter niet. Er is een geanonimiseerd samenvatting van het rapport gemaakt waardoor er veel onduidelijkheid is over de zaak.’
