De raden van toezicht van de UvA en de VU nemen op vrijdag 19 april gezamenlijk een besluit over het uitgewerkte plan te komen tot vergaande samenwerking in de Amsterdam Academic Alliance (AAA), waar de drie bètafaculteiten van beide instellingen onderdeel van uit zullen maken.
Mochten de toezichthouders besluiten het groene licht te geven, dan gaat dit besluit vervolgens ter instemming naar de medezeggenschapsorganen van de UvA en de VU.
Afgelopen december verscheen een plan op hoofdlijnen waarin de AAA, een samenwerkingsverband van verschillende Amsterdamse kennisinstellingen, en de stichting van een gezamenlijke bètafaculteit van de twee universiteiten werd toegelicht. Van het plan op hoofdlijnen is inmiddels een gedetailleerder versie gemaakt, maar dat is nog niet openbaar. ‘Wij zouden dat gedetailleerder plan voor de AAA graag nu alvast in willen zien, want ik vrees dat het allemaal erg lang gaat duren,’ zegt COR-voorzitter Radboud Winkels van de UvA.
Claimen
Tot nu toe is het steeds de bedoeling geweest dat alle betrokken partijen vóór de komende zomer hun instemming hebben gegeven aan het samenwerkingsplan. ‘Maar zoals het er nu voor staat, dreigt het definitieve besluit pas na de zomer te vallen,’ zegt Winkels. ‘Als de raden van toezicht op 19 april een positief besluit hebben genomen - stel dat zij dit doen - dan heeft de medezeggenschap vervolgens ruim de tijd nodig om het plan te bestuderen en te beoordelen. Standaard staat daar zes weken voor, maar het ligt voor de hand dat wij meer tijd claimen, want het is een gecompliceerde kwestie. In dat geval dreigt het definitieve besluit over de zomer heen getild te worden, te meer daar de medezeggenschapsorganen van de VU officieel op zomerreces gaan en dan dus niet tot een besluit zullen komen.’
Koninklijk
UvA-woordvoerder en hoofd corporate communicatie Yasha Lange, laat weten dat het niet anders kan. ‘We bewandelen de koninklijke weg. Het zou wat vreemd zijn als de medezeggenschap naar een ander plan gaat kijken dan het plan waar de raden van toezicht dadelijk misschien over gaan besluiten. Eerst de raden van toezicht, dan de medezeggenschap.' De medezeggenschapsorganen van zowel de UvA als de VU beslissen elk afzonderlijk in een gezamenlijke vergadering van studenten en medewerkers (de zogenoemde 'GV') of ze het groene licht geven aan de samenwerking. Dit is nog geen gelopen race, want naar verluidt is in ieder geval de studentengeleding van de UvA niet onverdeeld voorstander van de samenwerking.
Mochten de toezichthouders besluiten het groene licht te geven, dan gaat dit besluit vervolgens ter instemming naar de medezeggenschapsorganen van de UvA en de VU.
Afgelopen december verscheen een plan op hoofdlijnen waarin de AAA, een samenwerkingsverband van verschillende Amsterdamse kennisinstellingen, en de stichting van een gezamenlijke bètafaculteit van de twee universiteiten werd toegelicht. Van het plan op hoofdlijnen is inmiddels een gedetailleerder versie gemaakt, maar dat is nog niet openbaar. ‘Wij zouden dat gedetailleerder plan voor de AAA graag nu alvast in willen zien, want ik vrees dat het allemaal erg lang gaat duren,’ zegt COR-voorzitter Radboud Winkels van de UvA.
Claimen
Tot nu toe is het steeds de bedoeling geweest dat alle betrokken partijen vóór de komende zomer hun instemming hebben gegeven aan het samenwerkingsplan. ‘Maar zoals het er nu voor staat, dreigt het definitieve besluit pas na de zomer te vallen,’ zegt Winkels. ‘Als de raden van toezicht op 19 april een positief besluit hebben genomen - stel dat zij dit doen - dan heeft de medezeggenschap vervolgens ruim de tijd nodig om het plan te bestuderen en te beoordelen. Standaard staat daar zes weken voor, maar het ligt voor de hand dat wij meer tijd claimen, want het is een gecompliceerde kwestie. In dat geval dreigt het definitieve besluit over de zomer heen getild te worden, te meer daar de medezeggenschapsorganen van de VU officieel op zomerreces gaan en dan dus niet tot een besluit zullen komen.’
Koninklijk
UvA-woordvoerder en hoofd corporate communicatie Yasha Lange, laat weten dat het niet anders kan. ‘We bewandelen de koninklijke weg. Het zou wat vreemd zijn als de medezeggenschap naar een ander plan gaat kijken dan het plan waar de raden van toezicht dadelijk misschien over gaan besluiten. Eerst de raden van toezicht, dan de medezeggenschap.' De medezeggenschapsorganen van zowel de UvA als de VU beslissen elk afzonderlijk in een gezamenlijke vergadering van studenten en medewerkers (de zogenoemde 'GV') of ze het groene licht geven aan de samenwerking. Dit is nog geen gelopen race, want naar verluidt is in ieder geval de studentengeleding van de UvA niet onverdeeld voorstander van de samenwerking.
