Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Nieuwe bètafaculteit zoekt geld
De kwaliteitsimpuls die het onderwijs en onderzoek aan de nieuwe Amsterdam Faculty of Science (AFS) moet opleveren kost veertig miljoen euro over zes jaar gespreid. Maar waar moet dat geld vandaan komen? ‘Dat is nog niet heel erg duidelijk,’ zei FNWI-decaan Kareljan Schoutens gisteren tijdens een personeelsbijeenkomst op de bètafaculteit.

Voor de kwaliteitsimpuls zullen volgens Schoutens gelden beschikbaar zijn uit het ‘profileringsfonds’, de zak geld die de Rijksoverheid ter beschikking stelt aan universiteiten die succesvol samenwerkingsinitiatieven opzetten. ‘Maar het geld dat daaruit komt is niet voldoende,’ zei Schoutens. Daarnaast zijn er ‘transitiekosten’ gemoeid met de nieuwe faculteit. Vooralsnog gaat het daarbij om een bedrag van zeven miljoen euro, maar dat kan ook meer worden. Van dat bedrag is twee miljoen begroot om de arbeidsvoorwaarden te harmoniseren, de algemene ‘projectkosten’ zijn begroot op vijf miljoen. Aangezien er geen mensen zullen worden ontslagen is daarvoor ook geen geld gereserveerd. ‘Voor de personele consequenties is nul euro begroot, want we hebben iedereen nodig,’ zei Schoutens. De kosten die gemoeid zijn met huisvesting van de nieuwe faculteit zullen ‘grotendeels’ worden gedragen door de VU, die immers toch al aan het bouwen is op de Zuidas. De grote vraag blijft of de harmonisatie van bedrijfsvoering en het studentinformatiesysteem kostenneutraal kan worden ingevoerd. Er zijn in ieder geval geen kosten voor begroot.

De gelijkschakeling van bedrijfsvoering en financiën is een belangrijke randvoorwaarde voor het succes van de nieuwe faculteit. Over die harmonisatie moet dit jaar uitsluitsel komen. Het gaat dan bijvoorbeeld over zaken als ‘de vierkantemeterprijs’ waarvoor faculteiten intern worden belast door het CvB, althans aan de UvA. Aan de VU niet. Dat moet dus geharmoniseerd worden. Iets vergelijkbaars geldt voor de promotiebonus. Faculteiten ontvangen die premie van de Rijksoverheid voor elk afgeleverd proefschrift. Aan de UvA wordt deze premie intern anders verdeeld dan aan de VU, wat tot problemen kan leiden in een gezamenlijke faculteit.

Eigenheid
Collegevoorzitter Louise Gunning was ook aanwezig tijdens de bijeenkomst. Zij benadrukte dat het voor zowel medewerkers als studenten heel belangrijk is dat zij het gevoel hebben ‘ergens bij te horen’ en dat zij daarom verwacht dat ‘de eigenheid’ van UvA en VU nog wel een tijdje overeind zal blijven. ‘Maar ik durf wel te wedden dat op het moment dat de nieuwe faculteit goed draait studenten uiteindelijk naar Amsterdam komen om aan de AFS te studeren en niet naar de afzonderlijke faculteiten van UvA of VU.’ Wel gaf Gunning aan dat de bestuurscrisis aan de VU ‘consequenties heeft’ voor het besluitvormingsproces. ‘Er komt pas een formeel besluit als het CvB van de VU weer op sterkte is.’

De nieuwe faculteit heeft volgens Schouten een flinke internationale ambitie. Afhankelijk van opleiding of afdeling moet het percentage internationale masterstudenten straks op meer dan twintig, dertig of veertig procent liggen. In de slipstream daarvan moet er ‘een significante uitbreiding’ komen van het Engelstalige bacheloronderwijs. ‘Met het pan-Amsterdamse verhaal staan we heel sterk,’ zei Schoutens.

In de planning staat nu dat er eind 2013 een definitief besluit zal worden genomen over de AFS. In september 2014 zal er dan een geïntegreerd UvA-VU aanbod van masteronderwijs zijn. Een jaar daarna gevolgd door het bacheloronderwijs. De eerste mijlpaal wordt deze maand gepasseerd: op 19 april zullen de gemeenschappelijke raden van toezicht van UvA en VU het groene licht moeten geven over de plannen. Naar verwachting zullen zij dat doen. Daarna gaan de plannen de medezeggenschap in.
website loading