Het ministerie van OC en W heeft voor vier jaar lang een miljoen euro per jaar beschikbaar gesteld voor het Amsterdam Creative Industries Centre of Expertise. Dat maakten de initiatiefnemers maandag tijdens de lancering van het project in Pakhuis de Zwijger bekend. Met dat geld willen de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK), de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Hogeschool Inholland dertienduizend studenten in de creatieve sector extra kansen bieden.
Het expertisecentrum moet in september wel nog een businessplan overleggen aan OC en W om het geld daadwerkelijk toegewezen te krijgen. Geleyn Meijer, voorzitter van het Domein Media, Creatie & Informatie van de HvA, denkt dat ze daar klaar voor zijn. 'Vandaag hebben we dat plan eigenlijk al gepresenteerd,' zegt hij. Het expertisecentrum zal gaan samenwerken met bedrijven in onderzoek en creatieve projecten. Meijer: 'Van dat miljoen krijgen zij geen geld. De participerende bedrijven doen vooral mee, omdat ze geïnteresseerd zijn in de uitkomsten. Uiteindelijk genereren we van dat bedrag een hoop meer waarde voor onze maatschappij.' Voor de verdeling van het geld over de projecten wordt een onafhankelijke commissie ingesteld.
Tijdens de lancering werd duidelijk dat de drie deelnemende hogescholen elkaar vooral willen aanvullen. Jet de Ranitz van de AHK en Regine von Stieglitz van Inholland presenteerden samen met Meijer de plannen en spraken de wens uit om de verschillende krachten van de hogescholen zo goed mogelijk te bundelen. Lector cultureel erfgoed Riemer Knoop (AHK) illustreerde dat voornemen tijdens een van de projectpresentaties: 'Ik ben slecht in economie. Voor de zakelijke kennis moeten we shoppen bij Inholland en de HvA.' Studenten krijgen in de nieuwe samenwerking vooral door deelname aan onderzoeken en creatieve projecten extra kansen om zich binnen de creatieve sector te ontwikkelen. Dat varieert van de productiekant tot management en de verkoop van producten. Daarbij moeten de faciliteiten van de drie participerende hogescholen voor de studenten beter bereikbaar zijn.
De nieuwe samenwerking moet er vooral toe gaan leiden dat de creatieve sector in Amsterdam optimaal gebruik zal kunnen maken van zijn kracht: het anders nadenken over bestaande problemen. 'Ik wil voorkomen dat we allemaal denken dat de creatieve industrie alleen een interessante verpakking is,' legt Meijer uit. 'Het gaat er vooral om dat het een andere manier van denken is. De creatieve sector kan daarin van grote waarde zijn voor klassieke industrieën en maatschappelijke vraagstukken. Dat is precies waar we nu op willen hameren. Denk bijvoorbeeld aan de manier waarop we met water en energie omgaan.' Daarbij geeft Meijer aan dat hij niet wil zeggen dat creatief denken enkel voorbehouden is aan de creatieve industrie, maar ‘de manier van werken die ze hier aangeleerd krijgen maakt een verschil.’
De komst van het expertisecentrum is in overeenstemming met de plannen van de gemeente Amsterdam om in 2020 de belangrijkste creatieve metropool van Europa te worden. In Utrecht wordt binnenkort eenzelfde soort expertisecentrum gelanceerd. Na die presentatie vindt een overleg plaats dat moet voorkomen dat de beide centra overlappende activiteiten ontplooien. Meijer: 'Het is niet uit te leggen aan partijen van buiten dat er in een kleine regio twee centra zijn die hetzelfde doen, dus we moeten goed nadenken hoe we ons profileren.' Jet de Ranitz (AHK) vind het logisch dat de centra zich in Amsterdam en Utrecht bevinden. 'Met Hilversum ertussen met het mediapark heb je hier het creatieve zwaartepunt van Nederland.'
Het expertisecentrum moet in september wel nog een businessplan overleggen aan OC en W om het geld daadwerkelijk toegewezen te krijgen. Geleyn Meijer, voorzitter van het Domein Media, Creatie & Informatie van de HvA, denkt dat ze daar klaar voor zijn. 'Vandaag hebben we dat plan eigenlijk al gepresenteerd,' zegt hij. Het expertisecentrum zal gaan samenwerken met bedrijven in onderzoek en creatieve projecten. Meijer: 'Van dat miljoen krijgen zij geen geld. De participerende bedrijven doen vooral mee, omdat ze geïnteresseerd zijn in de uitkomsten. Uiteindelijk genereren we van dat bedrag een hoop meer waarde voor onze maatschappij.' Voor de verdeling van het geld over de projecten wordt een onafhankelijke commissie ingesteld.
Tijdens de lancering werd duidelijk dat de drie deelnemende hogescholen elkaar vooral willen aanvullen. Jet de Ranitz van de AHK en Regine von Stieglitz van Inholland presenteerden samen met Meijer de plannen en spraken de wens uit om de verschillende krachten van de hogescholen zo goed mogelijk te bundelen. Lector cultureel erfgoed Riemer Knoop (AHK) illustreerde dat voornemen tijdens een van de projectpresentaties: 'Ik ben slecht in economie. Voor de zakelijke kennis moeten we shoppen bij Inholland en de HvA.' Studenten krijgen in de nieuwe samenwerking vooral door deelname aan onderzoeken en creatieve projecten extra kansen om zich binnen de creatieve sector te ontwikkelen. Dat varieert van de productiekant tot management en de verkoop van producten. Daarbij moeten de faciliteiten van de drie participerende hogescholen voor de studenten beter bereikbaar zijn.
De nieuwe samenwerking moet er vooral toe gaan leiden dat de creatieve sector in Amsterdam optimaal gebruik zal kunnen maken van zijn kracht: het anders nadenken over bestaande problemen. 'Ik wil voorkomen dat we allemaal denken dat de creatieve industrie alleen een interessante verpakking is,' legt Meijer uit. 'Het gaat er vooral om dat het een andere manier van denken is. De creatieve sector kan daarin van grote waarde zijn voor klassieke industrieën en maatschappelijke vraagstukken. Dat is precies waar we nu op willen hameren. Denk bijvoorbeeld aan de manier waarop we met water en energie omgaan.' Daarbij geeft Meijer aan dat hij niet wil zeggen dat creatief denken enkel voorbehouden is aan de creatieve industrie, maar ‘de manier van werken die ze hier aangeleerd krijgen maakt een verschil.’
De komst van het expertisecentrum is in overeenstemming met de plannen van de gemeente Amsterdam om in 2020 de belangrijkste creatieve metropool van Europa te worden. In Utrecht wordt binnenkort eenzelfde soort expertisecentrum gelanceerd. Na die presentatie vindt een overleg plaats dat moet voorkomen dat de beide centra overlappende activiteiten ontplooien. Meijer: 'Het is niet uit te leggen aan partijen van buiten dat er in een kleine regio twee centra zijn die hetzelfde doen, dus we moeten goed nadenken hoe we ons profileren.' Jet de Ranitz (AHK) vind het logisch dat de centra zich in Amsterdam en Utrecht bevinden. 'Met Hilversum ertussen met het mediapark heb je hier het creatieve zwaartepunt van Nederland.'
