De Asva stopt met de organisatie van de ‘UvA Docent van het Jaarprijs’. Die prijs wordt jaarlijks tijdens de diesviering op 8 januari uitgereikt aan de docent die het voorafgaande jaar volgens studenten het beste onderwijs heeft gegeven. Studenten en studieverenigingen nomineren eerst een aantal docenten, een jury bepaalt vervolgens wie de prijs wint. In de organisatie zitten een Asva-lid, twee CSR-leden en meerdere medewerkers van Bureau Communicatie (BC). Asva vindt dat BC ‘een te dominante rol’ speelt in de organisatie van de prijs en stapt er daarom uit.
‘De prijs is een farce, omdat het voor de UvA een marketingstunt is geworden,’ zegt Asva-bestuurslid Frans van Heest. ‘De UvA wil met de prijs vooral het onderwijs positief positioneren, terwijl de prijs volgens ons ingezet zou moeten worden om de inhoudelijke kwaliteitsverbetering van het onderwijs op de agenda te zetten. Rondom de uitreiking van de prijs zouden wij bijvoorbeeld ook een symposium willen organiseren over de kwaliteit van het onderwijs of een discussie willen entameren over het gebrek aan goede docenten op de UvA. Die ruimte krijgen we niet van de UvA. Dan stappen we liever uit de organisatie van de prijs.
BC-directeur Wrister Grommers begrijpt weinig van de commotie. 'Als universiteit vinden wij die prijs heel belangrijk, dus het zou raar zijn als wij er niet bij betrokken zouden zijn. Die prijs is niet zomaar een marketingstunt, integendeel: de prijs is een signaal dat de UvA onderwijs belangrijk vindt. Wij stellen budget en menskracht ter beschikking voor de verkiezing, maar hebben er verder geen bemoeienis mee. De prijs is en blijft een prijs van studenten voor docenten.'
Naar verluidt zou ook de CSR overwegen om dezelfde redenen uit de organisatie van de prijs te willen stappen. Scheidend CSR-voorzitter Michael Jungen: ‘We moeten er binnen de CSR nog overleg over voeren, hoewel ik niet het idee heb dat de rol van BC de laatste jaren veel dominanter is geworden.’ De CSR vergadert er deze week over. Jungen: ‘Mochten we besluiten ook uit de organisatie te stappen dan kunnen we altijd nog zelf een dergelijke verkiezing organiseren, met of zonder de Asva. Het staat ons vrij te organiseren wat wij willen.’ De Asva laat zich in vergelijkbare bewoordingen uit. Van Heest: ‘We hebben nu onze handen vrij om nieuwe acties en debatten te organiseren. Ook sluit ik niet uit dat de Asva een eigen verkiezing opzet, maar dan echt van studenten voor docenten met ruimte voor debat over onderwijs en docentschap.’
‘De prijs is een farce, omdat het voor de UvA een marketingstunt is geworden,’ zegt Asva-bestuurslid Frans van Heest. ‘De UvA wil met de prijs vooral het onderwijs positief positioneren, terwijl de prijs volgens ons ingezet zou moeten worden om de inhoudelijke kwaliteitsverbetering van het onderwijs op de agenda te zetten. Rondom de uitreiking van de prijs zouden wij bijvoorbeeld ook een symposium willen organiseren over de kwaliteit van het onderwijs of een discussie willen entameren over het gebrek aan goede docenten op de UvA. Die ruimte krijgen we niet van de UvA. Dan stappen we liever uit de organisatie van de prijs.
BC-directeur Wrister Grommers begrijpt weinig van de commotie. 'Als universiteit vinden wij die prijs heel belangrijk, dus het zou raar zijn als wij er niet bij betrokken zouden zijn. Die prijs is niet zomaar een marketingstunt, integendeel: de prijs is een signaal dat de UvA onderwijs belangrijk vindt. Wij stellen budget en menskracht ter beschikking voor de verkiezing, maar hebben er verder geen bemoeienis mee. De prijs is en blijft een prijs van studenten voor docenten.'
Naar verluidt zou ook de CSR overwegen om dezelfde redenen uit de organisatie van de prijs te willen stappen. Scheidend CSR-voorzitter Michael Jungen: ‘We moeten er binnen de CSR nog overleg over voeren, hoewel ik niet het idee heb dat de rol van BC de laatste jaren veel dominanter is geworden.’ De CSR vergadert er deze week over. Jungen: ‘Mochten we besluiten ook uit de organisatie te stappen dan kunnen we altijd nog zelf een dergelijke verkiezing organiseren, met of zonder de Asva. Het staat ons vrij te organiseren wat wij willen.’ De Asva laat zich in vergelijkbare bewoordingen uit. Van Heest: ‘We hebben nu onze handen vrij om nieuwe acties en debatten te organiseren. Ook sluit ik niet uit dat de Asva een eigen verkiezing opzet, maar dan echt van studenten voor docenten met ruimte voor debat over onderwijs en docentschap.’
