Schrijver Arnon Grunberg geeft vrijdag 30 augustus de vijfde
Frederik Mullerlezing, georganiseerd door Bijzondere Collecties. Grunbergs lezing, ‘De christelijke nacht en de mechanische rede’, gaat over het menselijk lichaam in de Europese romantraditie. Klinkt vaag. Folia vraagt de auteur om verduidelijking.
Waarom bent u gevraagd voor de Frederik Mullerlezing?
‘Ik zou in de verleiding kunnen komen mezelf te gaan complimenteren, maar daar heb ik geen zin in. Wellicht heeft het ermee te maken dat Bijzondere Collecties via een verzamelaar een gedeelte van mijn archief heeft verworven.’
U gaat op zoek naar sporen van het menselijk lichaam in de Europese romantraditie. Wat moeten we ons daarbij voorstellen?
‘De romantraditie bestaat, anders dan de filosofie, niet voornamelijk uit ideeën, maar concentreert zich ook op de lichamelijke kant van het leven. De roman neemt niet het standpunt in dat het lichaam van de mens een onaangenaam aanhangsel is bij het idee “mens”.’
Hoe belangrijk is het menselijk lichaam in uw eigen boeken?
‘Zeer. Ik neem het lichamelijk ongemak en het genot zeer serieus.’
Zijn er dingen die u onsmakelijk vindt aan het menselijk lichaam?
‘Het aanlokkelijk lichaam heeft geen onsmakelijke kanten. Poep en pies mogen in het algemeen als onsmakelijk gelden -- een smerig toilet is bijvoorbeeld onaangenaam -- maar ik heb mij laten vertellen dat een moeder de poep van haar pasgeboren baby heerlijk vindt ruiken. Het zou me niet verbazen als zij bereid is de anus van haar baby schoon te likken.
In zijn
Kritiek van de cynische rede schrijft Peter Sloterdijk: “De anus is de plebejer, de fundamentele democraat en de kosmopoliet onder de lichaamsdelen.” Om daaraan toe te voegen: “Het begrijpen van de anus zou dus de beste voorbereiding zijn op de filosofie.” Daaraan zou ik toe willen voegen: ook op de romankunst.’
Op wat voor publiek hoopt u aanstaande vrijdag?
‘Elk publiek dat niet slaapt, maar beter een slapend publiek dan geen publiek.’
Wat gaat u verder nog doen komend weekend?
‘Is dit een uitnodiging?’