Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
‘Voltooiing samenwerking HvA en UvA binnen drie jaar’
actueel

‘Voltooiing samenwerking HvA en UvA binnen drie jaar’

Dirk Wolthekker Dirk Wolthekker,
17 September 2013 - 16:37
Het College van Bestuur heeft een notitie naar buiten gebracht waarin de samenwerking van de UvA en HvA in de afgelopen tien jaar wordt geëvalueerd. Het college concludeert dat de voltooiing binnen drie jaar bereikt kan zijn.

Onderwijsinhoudelijk lijkt de samenwerking, afgezien van de succesvolle start van de universitaire pabo en de aanstelling van dubbelbenoemde lectoren, nog niet veel intensiever, schrijft het college in de notitie Tien jaar institutionele samenwerking UvA-HvA.

Over die inhoudelijke samenwerking schrijft het college verder: ‘Nu de UvA tevens de samenwerking met de VU intensiveert, dient gewaakt te worden dat niet de indruk ontstaat dat dit ten koste van die met de HvA gaat.’ Juist om de HvA binnen boord te houden worden projecten, waaronder de samenwerking met de VU, ‘geëntameerd onder de vlag van de Amsterdam Academic Alliance’.

Fusie
De UvA-HvA-samenwerking, waarvan het succes onlangs in de media danig werd betwist, was aanvankelijk bedoeld als volledige fusie, maar de wetgever stak in 2001, toen de voorbereidingen al in volle gang waren, een spaak in het wiel. Vervolgens bleef er  alleen een samenwerkingsmodel over. Die samenwerking vond plaats op centraal niveau door instelling van een gezamenlijke CvB, maar ook verschillende afdelingen van beide instellingen gingen intensief met elkaar samenwerken, zoals de Universiteitsbibliotheek met de mediatheek van de HvA. Ook in de bedrijfsvoering  en verschillende stafafdelingen zoals het administratief centrum en het informatiseringscentrum trekken UvA en HvA inmiddels samen op.

Doorstroom
Een goede doorstroom van hbo naar universiteit (en eventueel omgekeerd) en een juiste instroom in zowel HvA als UvA is van meet af aan een belangrijke doelstelling geweest van de samenwerking.  Het college heeft de cijfers van de afgelopen tien jaar er eens bijgehaald. Die zijn overigens alleen bijgehouden voor de instroom HvA naar UvA en niet voor de 'afstroom' van UvA naar HvA.

De instroom vanuit het hbo bestaat uit twee groepen: hbo-studenten die na het behalen van hun propedeuse naar de UvA komen en hbo-studenten die na het behalen van hun bachelorgraad een opleiding aan de UvA willen volgen. Die laatste groep kwam ‘veelal in een schakelprogramma terecht’.

In 2012 stroomden er 736 hbo-studenten de UvA in. Daarvan waren er 335, oftewel 46 procent, afkomstig van de HvA. Het overgrote deel (277 van de 335) overigens met een HvA-propedeuse en niet met een HvA-bachelor. De instroom van studenten met een hbo-bachelor kelderde de afgelopen jaren overigens aanzienlijk, onder meer doordat deze aparte schakelprogramma’s peperduur zijn geworden. Of het percentage van 46 procent goed of niet goed is, daarover laat het college zich in het rapport niet uit.

Over het succes van instromende hbo-studenten zegt het college dat de uitval van de directe HvA-instroom in de master ‘lager ligt dan de uitval van de instroom uit overige hbo-instellingen’. HvA-studenten lijken het in de master dus beter te doen dan studenten van andere hbo-instellingen. Kwalitatieve cijfers ontbreken overigens in de notitie. Ook over de financiën in algemene zin wordt niets gemeld: wat de samenwerking heeft opgebracht dan wel heeft gekost in keiharde euro’s blijft onvermeld.

Het veel gewraakte verschil in bedrijfscultuur tussen UvA en HvA, die bij de aanvang van de samenwerking door velen werd gevreesd, is bewaarheid en bestaat nog steeds, maar is volgens het college wel aan het verdwijnen. ‘De cultuurverschillen tussen beide organisaties zijn nog aanzienlijk, maar de angst ervoor is vermoedelijk beduidend afgenomen ten opzichte van 2004.’

Voor voortzetting van de samenwerking staan volgens het college ‘de lichten op groen’, ook al valt er nog het een en ander te verbeteren. ‘Zo zijn op het gebied van life long learning weinig succes gerealiseerd’. Ook bij het onderzoek aan de HvA is nog een wereld te winnen. Dit heeft deels te maken met het bescheiden onderzoeksbudget van de HvA: voor 2013 zes miljoen overheidsgeld plus tien miljoen aan onderzoeksinkomsten van derden. Vergelijk de UvA: 180 miljoen eerste geldstroom plus 140 miljoen tweede en derde geldstroom samen.

Zie hier voor de hele notitie van het CvB.

Het tienjarig ‘bestaan’ van de bestuurlijke samenwerking tussen UvA en HvA valt samen met het twintigjarig bestaan van de HvA. Zie hierover het dubbelinterview dat CvB-voorzitter Louise Gunning en HvA-rector Huib de Jong deze week aan Science Guide gaven.
website loading