‘Het zou zomaar kunnen dat wij niet instemmen met de samenvoeging van de drie bètafaculteiten van UvA en VU,’ zegt COR-voorzitter Radboud Winkels. Afgelopen week vergaderden de centrale ondernemingsraad (COR) en de centrale studentenraad (CSR) met het college van bestuur over de bètasamenwerking met de VU.
Radboud Winkels
Zoals de kaarten op dit moment geschud zijn moet er op 14 oktober instemming komen van COR en CSR, maar of dat gaat lukken is zeer de vraag, zegt Winkels. ‘Er zijn nog te veel vragen onbeantwoord.’ Afgelopen vrijdag werd tijdens het gemeenschappelijk overleg van CSR en COR met het college van bestuur gesuggereerd dat de medezeggenschap wellicht zou kunnen instemmen ‘volgens een ritsmodel’, dat wil zeggen: niet instemmen met een concreet plan, maar met een idee, waarbij in een latere fase van de besluitvorming instemmings- of adviesrecht wordt gegeven over steeds een ander onderdeel van de besluitvorming. Winkels vindt dit geen goede besluitvorming. ‘Het leidt tot versnipperde besluitvorming en is daarom “gevaarlijk”. Er ontstaat een risico dat we steeds “ja” zeggen tegen een deelbesluit, en daarna geen “nee” meer kunnen zeggen tegen het eindbesluit.’
Omdat er over een aantal (vooral financiële) kwesties nog geen uitsluitsel is, is het ook nog niet duidelijk of de colleges deze samenwerking ook echt willen doorzetten. Het plan op hoofdlijnen, dat in juni is gepresenteerd, kent een aantal ontbindende voorwaarden die erop neerkomen dat beide colleges van bestuur van de minister van OCW eisen dat de subsidie uit de eerste geldstroom wordt gehandhaafd, met andere woorden: de rijkssubsidie aan die ene mammoetfaculteit – de Amsterdam Faculty of Science - moet net zo hoog zijn als de optelsom van de subsidie aan de drie afzonderlijke faculteiten. Daarover is op dit moment nog geen duidelijkheid, maar als de minister die toezegging niet doet, zouden de colleges kunnen besluiten de samenwerking toch niet door te zetten. ‘Het lijkt me beter dat we pas beslissen als de colleges alle informatie hebben om tot een goed besluit te komen,’ zegt Winkels. ‘Waarom zou de medezeggenschap wel een beslissing moeten nemen als de colleges nog geen beslissing hebben genomen? Wij moeten met minder informatie dan het CvB eerder een beslissing nemen, dat is op z’n zachtst gezegd opmerkelijk.’
Volgens Winkels is er ook nog veel onduidelijkheid over wat de vorming van de AFS gaat kosten, vooral voor de andere faculteiten van UvA en VU. ‘De VU gaat dadelijk invloed krijgen op de manier waarop het geld binnen de UvA wordt verdeeld en andersom. Ik weet niet of de decanen van de andere faculteiten van UvA en VU daar zo blij mee zijn. Het moet in ieder geval wel goed geregeld worden.’
Radboud Winkels
Zoals de kaarten op dit moment geschud zijn moet er op 14 oktober instemming komen van COR en CSR, maar of dat gaat lukken is zeer de vraag, zegt Winkels. ‘Er zijn nog te veel vragen onbeantwoord.’ Afgelopen vrijdag werd tijdens het gemeenschappelijk overleg van CSR en COR met het college van bestuur gesuggereerd dat de medezeggenschap wellicht zou kunnen instemmen ‘volgens een ritsmodel’, dat wil zeggen: niet instemmen met een concreet plan, maar met een idee, waarbij in een latere fase van de besluitvorming instemmings- of adviesrecht wordt gegeven over steeds een ander onderdeel van de besluitvorming. Winkels vindt dit geen goede besluitvorming. ‘Het leidt tot versnipperde besluitvorming en is daarom “gevaarlijk”. Er ontstaat een risico dat we steeds “ja” zeggen tegen een deelbesluit, en daarna geen “nee” meer kunnen zeggen tegen het eindbesluit.’
Omdat er over een aantal (vooral financiële) kwesties nog geen uitsluitsel is, is het ook nog niet duidelijk of de colleges deze samenwerking ook echt willen doorzetten. Het plan op hoofdlijnen, dat in juni is gepresenteerd, kent een aantal ontbindende voorwaarden die erop neerkomen dat beide colleges van bestuur van de minister van OCW eisen dat de subsidie uit de eerste geldstroom wordt gehandhaafd, met andere woorden: de rijkssubsidie aan die ene mammoetfaculteit – de Amsterdam Faculty of Science - moet net zo hoog zijn als de optelsom van de subsidie aan de drie afzonderlijke faculteiten. Daarover is op dit moment nog geen duidelijkheid, maar als de minister die toezegging niet doet, zouden de colleges kunnen besluiten de samenwerking toch niet door te zetten. ‘Het lijkt me beter dat we pas beslissen als de colleges alle informatie hebben om tot een goed besluit te komen,’ zegt Winkels. ‘Waarom zou de medezeggenschap wel een beslissing moeten nemen als de colleges nog geen beslissing hebben genomen? Wij moeten met minder informatie dan het CvB eerder een beslissing nemen, dat is op z’n zachtst gezegd opmerkelijk.’
Volgens Winkels is er ook nog veel onduidelijkheid over wat de vorming van de AFS gaat kosten, vooral voor de andere faculteiten van UvA en VU. ‘De VU gaat dadelijk invloed krijgen op de manier waarop het geld binnen de UvA wordt verdeeld en andersom. Ik weet niet of de decanen van de andere faculteiten van UvA en VU daar zo blij mee zijn. Het moet in ieder geval wel goed geregeld worden.’
