Het UvA-Erfgoedlab, het laboratorium waarin studenten experimenteren met cultureel en museaal erfgoed, gaat stadsarcheoloog Jerzy Gawronski adviseren over de inrichting van het metrostation Rokin, onderdeel van de Noord/Zuidlijn.
Tijdens de voorbereiding van de bouw van het station zijn 400.000 archeologische voorwerpen gevonden, daterend vanaf de veertiende eeuw tot aan de demping van het Rokin in de jaren dertig. Alle voorwerpen zullen worden verwerkt in de architectonische vormgeving van het station. Hoe dat zal gebeuren, daarover gaat in januari een Erfgoedlab van start.
‘Het gaat om scherven, bootshaken, glas en botmateriaal,’ zegt Wim Hupperetz, directeur van het Allard Pierson Museum en eindverantwoordelijk voor het Erfgoedlab. ‘Al die objecten zijn gevonden in de bouwput van het station dat 25 meter diep ligt, 200 meter lang is en 40 meter breed. De voorwerpen zijn nu opgeslagen in een loods. Aan beide uiteinden van het metrostation komen in- en uitgangen in de vorm van een opgaande en dalende roltrap. Tussen die roltrappen komt een grote, niet voor het publiek te gebruiken trap met twintig treden van elk een meter hoog. Daarop zal het erfgoed in de toekomst zichtbaar zijn.’
Modeltrap
Om te kijken hoe dat erfgoed in het metrostation zichtbaar kan worden gemaakt gaat het Erfgoedlab volgende maand een proefopstelling maken. Er komt een modeltrap te staan in een van de etalages van het Ergoedlab aan de Oude Turfmarkt. Daar zal worden geëxperimenteerd met het tonen van de objecten aan het publiek en het verhaal dat daarbij hoort. Hupperetz: ‘We gaan mensen uitnodigen mee te denken. Hoe moeten die trappen in het metrostation eruit komen te zien? Maar ook: hoe kunnen we het zichtbaar maken van die objecten digitaal ondersteunen met smartphone-applicaties?’
Tijdens de voorbereiding van de bouw van het station zijn 400.000 archeologische voorwerpen gevonden, daterend vanaf de veertiende eeuw tot aan de demping van het Rokin in de jaren dertig. Alle voorwerpen zullen worden verwerkt in de architectonische vormgeving van het station. Hoe dat zal gebeuren, daarover gaat in januari een Erfgoedlab van start.
‘Het gaat om scherven, bootshaken, glas en botmateriaal,’ zegt Wim Hupperetz, directeur van het Allard Pierson Museum en eindverantwoordelijk voor het Erfgoedlab. ‘Al die objecten zijn gevonden in de bouwput van het station dat 25 meter diep ligt, 200 meter lang is en 40 meter breed. De voorwerpen zijn nu opgeslagen in een loods. Aan beide uiteinden van het metrostation komen in- en uitgangen in de vorm van een opgaande en dalende roltrap. Tussen die roltrappen komt een grote, niet voor het publiek te gebruiken trap met twintig treden van elk een meter hoog. Daarop zal het erfgoed in de toekomst zichtbaar zijn.’
Modeltrap
Om te kijken hoe dat erfgoed in het metrostation zichtbaar kan worden gemaakt gaat het Erfgoedlab volgende maand een proefopstelling maken. Er komt een modeltrap te staan in een van de etalages van het Ergoedlab aan de Oude Turfmarkt. Daar zal worden geëxperimenteerd met het tonen van de objecten aan het publiek en het verhaal dat daarbij hoort. Hupperetz: ‘We gaan mensen uitnodigen mee te denken. Hoe moeten die trappen in het metrostation eruit komen te zien? Maar ook: hoe kunnen we het zichtbaar maken van die objecten digitaal ondersteunen met smartphone-applicaties?’
