Het Interstedelijk Studentenoverleg (ISO) en de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) hebben geïnventariseerd hoe ver de instellingen voor hoger onderwijs zijn met de in- en uitvoering van de prestatieafspraken. Ze hielden een enquête onder de medezeggenschapsorganen van achttien instellingen voor hoger onderwijs, daaronder UvA en HvA. De medezeggenschapsraden van de VU werkten niet mee aan de enquête.
De instellingen voor hoger onderwijs maakten vorig jaar met de toenmalig staatssecretaris van OCW Halbe Zijlstra – inmiddels fractieleider van de VVD in de Tweede Kamer – prestatieafspraken om het hoger onderwijs in vier jaar tijd een kwaliteitsimpuls te geven. Er kwam een reviewcommissie onder leiding van hoogleraar Frans van Vught die de implementatie van de afspraken zou monitoren. De commissie komt eind volgend jaar met een mid-term evaluatie.
Vooruitlopend daarop hebben ISO en LSVb alvast een inventarisatie gehouden van wat er inmiddels is bereikt. De beide studentenbonden constateren in hun inventarisatieverslag dat er het afgelopen jaar ‘inderdaad een trend is ingezet om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren’. Maar de bonden vragen zich af of de kwaliteitsslag die de instellingen maken wel een gevolg zijn van de gemaakte prestatieafspraken. ‘Vaak lijken de afspraken er voor te zorgen dat bestaande plannen versneld worden uitgevoerd.’
Ook vragen de bonden zich af of de instellingen zich af of het hele idee van de prestatieafspraken niet te veel is gericht op kwantitatief meetbare indicatoren, zoals het aantal contacturen dat opleidingen aanbieden of het aantal docenten met een BKO-registratie, een bewijs van didactische bekwaamheid voor docenten in het wetenschappelijk onderwijs. De bonden noemen dat ‘twee heikele punten’. Zij blijven benadrukken ‘dat het om de inhoud en de kwaliteit van het onderwijs gaat’. Volgens de bonden is een docent met een BKO-registratie of een mastergraad niet per se een betere docent dan een docent zonder zo’n registratie of graad. ‘Het gaat niet alleen om rendementscijfers, het aantal contacturen of het aantal docenten met een graad.’
Aan de prestatieafspraken, die samen met de profileringsvoorstellen onderdeel zijn van de Strategische Agenda 2011, is een zak geld gekoppeld: zeven procent van het lumpsumbudget dat vanuit OCW wordt overgemaakt aan de instellingen is gekoppeld aan de prestatieafspraken. Daarvan is vijf procentpunt voor de individuele prestatieafspraken en twee procent voor de profileringsvoorstellen.
Zie hier voor het hele interim-rapport van ISO en LSVb.
De instellingen voor hoger onderwijs maakten vorig jaar met de toenmalig staatssecretaris van OCW Halbe Zijlstra – inmiddels fractieleider van de VVD in de Tweede Kamer – prestatieafspraken om het hoger onderwijs in vier jaar tijd een kwaliteitsimpuls te geven. Er kwam een reviewcommissie onder leiding van hoogleraar Frans van Vught die de implementatie van de afspraken zou monitoren. De commissie komt eind volgend jaar met een mid-term evaluatie.
Vooruitlopend daarop hebben ISO en LSVb alvast een inventarisatie gehouden van wat er inmiddels is bereikt. De beide studentenbonden constateren in hun inventarisatieverslag dat er het afgelopen jaar ‘inderdaad een trend is ingezet om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren’. Maar de bonden vragen zich af of de kwaliteitsslag die de instellingen maken wel een gevolg zijn van de gemaakte prestatieafspraken. ‘Vaak lijken de afspraken er voor te zorgen dat bestaande plannen versneld worden uitgevoerd.’
Ook vragen de bonden zich af of de instellingen zich af of het hele idee van de prestatieafspraken niet te veel is gericht op kwantitatief meetbare indicatoren, zoals het aantal contacturen dat opleidingen aanbieden of het aantal docenten met een BKO-registratie, een bewijs van didactische bekwaamheid voor docenten in het wetenschappelijk onderwijs. De bonden noemen dat ‘twee heikele punten’. Zij blijven benadrukken ‘dat het om de inhoud en de kwaliteit van het onderwijs gaat’. Volgens de bonden is een docent met een BKO-registratie of een mastergraad niet per se een betere docent dan een docent zonder zo’n registratie of graad. ‘Het gaat niet alleen om rendementscijfers, het aantal contacturen of het aantal docenten met een graad.’
Aan de prestatieafspraken, die samen met de profileringsvoorstellen onderdeel zijn van de Strategische Agenda 2011, is een zak geld gekoppeld: zeven procent van het lumpsumbudget dat vanuit OCW wordt overgemaakt aan de instellingen is gekoppeld aan de prestatieafspraken. Daarvan is vijf procentpunt voor de individuele prestatieafspraken en twee procent voor de profileringsvoorstellen.
Zie hier voor het hele interim-rapport van ISO en LSVb.
