Willem van Winden (Berkel en Rodenrijs, 1971) is lector kenniseconomie aan de HvA. Daarnaast is hij oprichter en eigenaar van het bedrijf UrbanIQ for smart urban strategies. Willem zit bovendien in een groot aantal adviescommissies voor stedelijke en economische ontwikkeling. Hij studeerde stedelijke economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, de universiteit waaraan hij in 2003 ook promoveerde. Hij werkte tijdens zijn studie bij de Nationale Investeringsbank en was tijdens en na zijn promotie docent aan de afdeling toegepaste economie van de Rotterdam School of Economics en projectleider van het European Institute for Comparative Urban Research. Voor zijn bedrijf UrbanIQ verricht hij consultancy-werkzaamheden waarbij hij onderzoek doet naar de (economische) kansen voor middelgrote steden. Willem is iemand die niet alleen met zijn hoofd in de boeken zit, maar ook thuis is in de onderzoekspraktijk van alledag. ‘Dat is echt iets voor hem,’ zegt Erik Braun. ‘In zijn bedrijf kan Willem zijn “doen-kant” naar voren laten komen. Ik denk dat hij niet goed tot zijn recht zou komen als hij alleen op de hogeschool zou werken. Willem wil beide en kan beide.’
Die hands-on-mentaliteit is iets wat ook zijn oud-collega en goede vriend Dennis van den Berg in hem herkent. Willem is een representant van de ‘niet lullen, maar poetsen’-types die aan de Maas naar het schijnt vaker worden gesignaleerd dan aan de Amstel. ‘Willem is heel realistisch. Daarin is hij een echte Rotterdammer,’ zegt Van den Berg. ‘Heel anders dan ik. Ik ben eerder een dromer. Je ziet het ook terug in onze verschillende voetbalsympathieën. Ik ben Ajax-fan, maar Willem is een fervente Feyenoorder. De hele revolutie die Cruyff heeft veroorzaakt met de jeugdopleiding van Ajax, dat vind ik een mooie droom, maar Willem vindt dat allemaal onzin. Hij is trouwens een groot aanhanger van Pelé.’
Wat Dennis in Willem zo waardeert is diens interesse om ‘alles in alle openheid uit te proberen’. ‘Ik heb als junior-onderzoeker onder hem gewerkt en wat daarbij heel prettig was, was de vrijheid die hij gaf om gekke en leuke dingen uit te proberen, maar hij gaf vooral de vrijheid om fouten te maken. We moesten bijvoorbeeld geregeld bij de gemeente presentaties verzorgen waarbij we soms slecht nieuws moesten brengen. Dat moet je met een zekere diplomatie doen, terwijl ik soms best wel bot ben. Zo’n fout liet hij mij dan maken, maar op zo’n manier dat ik er toch weer verder mee kon. Hij liet mij mijn fouten ervaren, zal ik maar zeggen.’
Urgentie
Collega David de Vries noemt Willem ‘een hele gedreven, slimme man, gruwelijk verbonden aan allerlei kennisinstellingen in Amsterdam en daarbuiten’. Volgens David is Willem ‘ongelofelijk gelaagd’ omdat hij in zo ontzettend veel kennisknooppunten en -netwerken zitting heeft. Kennis en vooral de ontwikkeling van kennis is een wereld in beweging en dan heb je aan Willem een goede, zegt David. ‘Willem is heel flexibel en heeft een soepele geest en dat is belangrijk. Juist in zijn en onze wereld moet je kunnen “bewegen”, maar ook gevoel hebben voor de urgentie van dingen.’ Die sense of urgency, daarvoor heeft Willem een antenne. ‘En die heeft lang niet iedereen in ons werkveld.’ Dat gevoel van urgentie komt misschien wel omdat Willem niet in de eerste plaats een procesgerichte manager is, maar iemand is die reageert en denkt vanuit de inhoud. Daarom heeft hij ook nagedacht en een mening over het nieuwe technologie-instituut dat in Amsterdam zou moeten komen: een conglomeraat van het Amerikaanse MIT met de TU Delft en Wageningen University. ‘Ik denk dat Willem daar tamelijk sceptisch tegenover staat, niet omdat het plan an sich niet goed zou zijn, maar in Willems opvatting is het te weinig lokaal geworteld en dan is het moeilijk om zoiets tot een succes te maken.’