Wat heeft een jonge schrijver te zoeken op het podium van de Stadsschouwburg? Die vraag dringt zich op, na de vijfde editie van de drukbezochte Jonge Schrijversavond. Niet omdat de zes uitgenodigde auteurs niks interessants te melden zouden hebben. Wel omdat de opzet van de avond na vijf jaar nog altijd vragen oproept.
Onbeholpen
Bij aanvang van het programma stond bedenker, organisator en presentator van de avond Maurice Seleky kort stil bij de dood van Thomas Blondeau. Veel van de aantredende auteurs behoorden tot de kennissenkring van de vorig weekend overleden schrijver. Het wierp een donkere schaduw over de avond. Misschien was het daarom, dat Seleky’s onbeholpen presentatiestijl deze editie nog meer uit de toon viel dan gebruikelijk. Bijvoorbeeld in het gesprek met de schrijfster van bestseller Een dorsvloer vol confetti Franca Treur. Haar optreden begon ze met het voorlezen van een aangrijpend verhaal over haar relatie met Blondeau. Met name de passage over hoe ze haar debuut voor een belangrijk gedeelte schreef aan het bureau waaraan de schrijver afgelopen zaterdag stierf, zorgde in de zaal voor kippenvel.
Dat Seleky na deze voordracht zonder er verder acht op te slaan overschakelde naar een gesprek over Treurs nieuwe roman, wekte daarom verbazing. De schrijfster zelf bleef professioneel, zelfs toen zij in het hierop volgende gesprek voor de zoveelste keer werd geconfronteerd met vragen over haar achtergrond in een streng-protestants milieu. Ook het gesprek met ‘wonderkind van de Nederlandse letteren’ Thomas Heerma van Voss kwam maar moeizaam verder dan de clichés. Zo leek Seleky maar niet voorbij de vraag te kunnen komen hoe Heerma van Voss als jonge auteur zijn boek toch vanuit ouder hoofdpersonage kon schrijven. Ook deze auteur ging daarmee opvallend goed om, zelfs toen de presentator halverwege het gesprek een belangrijk element uit de plot van zijn nieuwste roman Stern verklapte.
Na vijf jaar is het de vraag of dat soort onbeholpenheden nog ontwapenend zijn, of gewoonweg amateuristisch. Bruggetjes als ‘en dan heb ik nog een vraag’, en vragen als ‘hoe kun je je als hetero inleven in homoseks’ werken uitstekend op de lachspieren, maar ergens is het ook zonde dat een avond met een groep zo getalenteerde schrijvers op dit niveau blijft steken. Eigenlijk slaagde alleen dichteres Ellen Deckwitz erin goed uit de verf te komen, voornamelijk omdat zij als geoefend entertainer zelf de regie van het gesprek strak in handen wist te houden.
Bubbels
Maar hoewel je zijn interviewvaardigheden kunt bekritiseren, met de selectie van schrijvers had Seleky deze jubileumeditie wel het sterkste programma in jaren samengesteld. Ook kun je bewondering hebben voor hoe hij de avond nu al vijf jaar succesvol weet te organiseren, niet in de laatste plaats door de slimme samenwerking met een tiental commerciële partners. Dat de schouwburg vrijdagavond zoals gebruikelijk weer afgeladen vol zat mag je ook een prestatie noemen. En de cocktails en electrodeuntjes leken het voornamelijk vrouwelijke publiek op het Jonge Schrijversbal na afloop er niet minder om te smaken. Bij de signeersessies met de auteurs in een hoek van de schouwburg was het een stuk minder druk. Wellicht moet de zesde editie van de avond zich wel gewoon ten faveure van de bubbels in plaats van de boeken bekennen.