Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
‘Dansen bij Jansen is nooit hip geweest'
actueel

‘Dansen bij Jansen is nooit hip geweest'

Het Parool Het Parool,
1 November 2013 - 06:45
Betreft
Deel op
Na 36 jaar is het gedaan met Dansen bij Jansen. Gisteravond was de studentendiscotheek voor het laatst open. Herinneringen aan een nep-Prince en vijf kussen voor een gratis biertje.

Het affiche van de openingsavond is bewaard gebleven. Een typografisch hoogstandje was het niet, maar wat erop moest staan, stond erop. Waar de nieuwe studentendiscotheek was gevestigd: Handboogstraat 11. Wat een pilsje er kostte: 1,25. Tot hoe laat de zaak openbleef: dagelijks tot 04.00 uur. En wat je bij je moest hebben om binnen te komen: een collegekaart.

Maar de belangrijkste mededeling op het affiche was toch wel dat op die openingsavond, 27 oktober 1977, de eerste 150 liter bier gratis zouden zijn. De belofte miste zijn uitwerking niet: ‘Rete- en retedruk was het,’ herinnert Patrice Katz zich. ‘De Handboogstraat stond helemaal vol. Dat gratis bier was er binnen een uur doorheen, maar iedereen bleef. Ook toen de stoppen doorsloegen en er een hele tijd geen muziek was.’

Katz, tegenwoordig advocaat, was een van de vijf studenten die Dansen bij Jansen begonnen. In Rotterdam en Utrecht had je aparte studentenuitgaansgelegenheden, in Amsterdam niet. ‘Het uitgaansleven in de stad stelde in die tijd sowieso nog weinig voor. Discotheken waren er nog bijna niet. Vanuit een gedeeld ongenoegen hebben we Dansen bij Jansen in het leven geroepen.’

De brouwer leidde het vijftal naar de Handboogstraat. ‘Daar had ooit Tuf-Tuf gezeten, een zaak in country- and westernstijl, met zitjes uitgevoerd als treincoupés. Er was daar brand geweest. Maandenlang waren we aan het puinruimen.’ Moest er niet gestudeerd worden dan? Katz moet grinniken om die vraag: ‘Studeren was in die tijd optioneel.’

Aan de inrichting van de zaak werd niet veel aandacht besteed. ‘Mooi hoefde het niet te zijn. Integendeel zelfs. We hebben het wel over een zaak voor studenten, hè. Dansen bij Jansen was een koeienstal en is dat altijd gebleven. Mijn advocatenkantoor doet veel zaken in de entertainmenthoek. Als je ziet wat voor enorme bedragen tegenwoordig gemoeid zijn met de opening van een discotheek... In onze tijd had je genoeg aan twee draaitafels, een mengpaneel, een lichtshowtje en natuurlijk een bar.’

Albert Papot, in het Amsterdamse nachtleven bekend als simpelweg Appie, bezocht Dansen bij Jansen voor de eerste keer in 1980. Niet dat hij student aan een universiteit of hbo-instelling was. Hij deed cios en wilde tennisleraar worden. Maar hij vond het in Dansen bij Jansen zo leuk dat hij er eerst portier werd en later bedrijfsleider.

Een heel mooie tijd, zegt Appie, nu eigenaar van nachtclub NL. ‘Ik heb de gouden eeuw van Dansen bij Jansen meegemaakt: van de vroege jaren tachtig tot de vroege jaren negentig. Man, wat heb ik daar gelachen. De sfeer was altijd zó goed. Onder het personeel, onder de bezoekers. Er was eigenlijk nooit narigheid. Drugs? Vroeger werd er wel wat geblowd, maar hard drugs heb ik nooit gezien.’

Weinig te doen dus voor een portier annex uitsmijter? ‘Heel af en toe was er mot. Maar dat bleef dan bij wat duwen en trekken, het was een heel andere tijd. Officieel moest je een studentenkaart hebben om binnen te komen. Maar dat was meer een middel om foute types buiten de deur te houden. Behalve studenten liet ik ook wel scholieren binnen. Maar niet te veel, hè. Vaste bezoekers hadden ook helemaal geen zin hun jongere broertje of zusje daar tegen te komen.’

Pick up place
Dansen bij Jansen heeft altijd bekendgestaan als een pick up place. Klopt dat beeld van de studentendiscotheek als plek waar je makkelijk iemand kon versieren? ‘Jaaaaah,’ zegt Katz. Lachend: ‘Ik heb mijn echtgenote er leren kennen. Volgens mij zijn er heel wat huwelijken begonnen in Dansen bij Jansen.’

Ook hard lachend denkt Papot terug aan de zoenfeesten die in zijn tijd werden georganiseerd. Bezoekers ontvingen dan bij de ingang een stempelkaart. Wie voor het oog van een zogeheten zoenmeester iemand een mooie zoen gaf, kreeg een stempel. Vijf stempels waren goed voor een gratis biertje. ‘Stond zo’n scheidsrechter bij een zoenend stel: ‘Nee, die tong moet er echt dieper in, hoor’.’

Ja, zo komen de mensen wel bij elkaar. ‘Onze bedrijfsfilosofie was: Dansen bij Jansen verkoopt sjans,’ zegt Sidney Brandeis, ook zo iemand die van bezoeker personeelslid werd – eerst barman, later dj. ‘Ik weet nog goed dat ik mijn eerste Dansen bij Jansen-T-shirt kreeg. Dat was een dingetje, hoor. Die shirts werden niet verkocht, die waren alleen voor mensen die er werkten. Als je er een had, hoorde je er echt bij.’

Brandeis werkte van 1990 tot halverwege de jaren nul bij Dansen bij Jansen. Met andere oud-collega’s werkt hij aan een boek over de geschiedenis van de discotheek.

Zijn favoriete anekdote: ‘In 1992 was Prince in Nederland. Die liep wel eens een discotheek binnen en Appie heeft toen het gerucht verspreid dat hij naar Jansen zou komen. We hebben een lookalike gezocht en die in een limo gezet. Het nieuws dat Prince in de stad zou zijn verspreidde zich heel snel.’

Na een beetje door de stad te hebben getoerd (‘Toen we voor de Mazzo stopten, liep daar de hele tent leeg’), reed de limo naar Jansen. ‘De hele Handboogstraat stond inmiddels vol, die wagen kon er alleen stapvoets door. Dat was echt mijn Michael Jacksonmomentje. Na een hele tijd konden we naar binnen en hebben we die nep-Prince in de kleedkamer gezet. Maar hij moest er een keer uit natuurlijk. Toen hij op het podium een liedje begon te zingen, liep de zaak in drie minuten leeg. De mensen waren piswoest.’

Er waren in de 36 jaar dat Dansen bij Jansen bestond vele redenen om ernaar toe te gaan, maar muziek stond daarbij nooit op de eerste plaats. Wat was het muzikale beleid? ‘Dat was er niet in mijn tijd,’ zegt Katz. ‘Iedere dj deed gewoon wat hem goed leek. Ik kan me wel herinneren dat er een keer een discussie was of Abba wel of niet kon worden gedraaid.’

Appie: ‘Dansen bij Jansen is nooit hip geweest natuurlijk, niet zoals de Roxy of de iT dat waren. Wij richtten ons ook nooit op één soort muziek. Disco, soul, funk, het werd allemaal door elkaar gedraaid. En soms een rocknummer. Maar 'Smells like Teen Spirit' van Nirvana hebben we verboden. Echt, ze braken de boel af als dat opstond. House hebben we lang afgehouden. Het leek me een trend die weer snel zou overwaaien. Maar op vergaderingen bleven de dj’s maar volhouden dat house de muziek van de toekomst was. Waar ze keihard gelijk in hebben gekregen natuurlijk.’

Die Jansen-dj’s waren volgens Brandeis in zekere zin wel degelijk trendsettend. ‘Je niet vastpinnen op één genre, dat was ons beleid. Daar werd vroeger door andere dj’s op neergekeken. Nu is het juist hip om alles door elkaar te draaien. Eclectic heet dat tegenwoordig.’

Laagdrempelig
Het nieuws dat Dansen bij Jansen gaat sluiten, maakte de laatste weken nogal wat los. Svairin Sardjoe, vanaf 2002 een van de eigenaren, vindt sommige reacties nogal zwaar aangezet. ‘Dan lees ik op internet van die opmerkingen in de trant van "En dan gaat Dansen bij Jansen ook nog dicht, waar moet het naar toe met de maatschappij?" en denk ik toch wel: dat beleef ik zelf iets anders. We hebben de zaak verkocht aan de mensen die ook Hannekes Boom en de Bloemenbar runnen. Ik weet zeker dat ze er een heel leuke, laagdrempelige discotheek van maken.’

Vindt Sardjoe het helemaal niet jammer dat Dansen bij Jansen verdwijnt? ‘Tuurlijk was het leuk geweest als de zaak had blijven bestaan, maar laten we wel wezen, een studentendiscotheek is toch niet meer van deze tijd?’

Katz geeft hem gelijk: ‘Ik begrijp dat de zaak nog steeds wel liep, maar inmiddels heel gedateerd was. Zo’n interieur, waar een blind paard geen schade kon aanrichten, daar kun je in 2013 toch niet meer mee wegkomen? Mensen stellen heel andere eisen.’

Brandeis heeft er vrede mee: ‘Nadat ik er was gestopt met werken, ben ik er nog wel eens wezen kijken. Het was of je langsging bij je demente oma: ze was er wel, maar herkende je niet.’

Tekst: Peter van Brummelen
lees meer
website loading