Liep de coassistent die bij huisarts Nico Tromp in Tuitjenhorn stage liep juridisch risico doordat Tromp strafbare handelingen pleegde? Zo’n coassistent zal niet snel worden vervolgd, zegt hoogleraar gezondheidsrecht Johan Legemaate deze week in Medisch Contact.
Een coassistent kán in zo’n geval worden vervolgd voor medeplichtigheid aan een strafbaar feit, maar alleen als hij daar willens en wetens aan heeft meegewerkt. En het is theorie, zegt Legemaate, met een verwijzing naar de zaak-Tuitjenhorn: ‘Stel dat de coassistente van huisarts Tromp haar twijfels over diens handelen alleen met hem had besproken en niet met haar begeleider, en ze had er à contrecoeur toch aan meegewerkt, dan nóg zou het OM haar niet hebben vervolgd.’
Volgens Legemaate zou Justitie in dat geval rekening hebben gehouden met de afhankelijkheidsrelatie waarin zij zich bevond. ‘Maar zou zij geen coassistent zijn geweest maar een huisarts in opleiding, dan had het er wel eens anders kunnen uitzien. Want van een aio’s wordt meer verantwoordelijkheid en actief handelen verwacht.’ Coassistenten moeten hun opleider er volgens Legemaate op aanspreken als deze anders handelt dan van een arts wordt verwacht. Lukt dat niet of heeft het geen succes, dan is het voor de coassistent een second best optie om de begeleider aan de universiteit in te lichten.
Dat in de zaak-Tuitjenhorn het AMC vervolgens direct de inspectie inlichtte en niet eerst met Tromp ging praten, heeft onder huisartsen beroering gewekt. Huisartsopleiding Nederland en de hoogleraren en afdelingshoofden huisartsgeneeskunde van de acht medische faculteiten stuurden de huisartsen daarom vorige week een brief waarin zij benadrukken dat zij het ‘fundamentele principe’ van hoor en wederhoor hanteren als er vragen zijn over wat zich in een praktijk heeft afgespeeld.