Om het basis- en middelbaar onderwijs in Amsterdam te verbeteren zou er meer contact moeten komen tussen lerarenopleidingen en scholen waar hun studenten terechtkomen. Op het symposium 'De beste leraren van en voor Amsterdam' in het Kohnstammhuis was dit gister de belangrijkste conclusie. Vertegenwoordigers van de Amsterdamse lerarenopleidingen, basis- en middelbare scholen en de gemeente waren daar bijeen om de resultaten van het symposium vorig jaar te bespreken, dat onder andere door toedoen van toenmalig wethouder Lodewijk Asscher en HvA-rector Jet Bussemaker georganiseerd werd.
Ook de kant van studenten en jonge leraren kwam aan bod. Een zaak die zij graag veranderd willen hebben is het carrièreperspectief van hun opleiding. Voor velen van hen is het een schrikbeeld om voor eeuwig 'vast te zitten' aan de baan van leraar, of althans dezelfde positie binnen een school te blijven bekleden. Ze willen zich blijven doorontwikkelen. Mede hierom wordt een pilot gestart vanuit de HvA om studenten na het afronden van hun opleiding niet gelijk dezelfde verantwoordelijkheid te geven als 'volwassen' docenten, maar hun eerst via juniordocentschappen de mogelijkheid geven de noodzakelijke vaardigheden op te doen voor het docentschap. Dit was tevens een van de aanbevelingen die in het rapport stonden dat studenten eerder dit jaar aan minister Bussemaker overhandigden en dat nu dus wordt uitgetest in een pilot.
Begeleiding
Op de drukbezochte middag waren veel bestuurders en opleiders aanwezig, maar ontbraken wederom docenten zelf. Wel waren er dit jaar enkele studenten die zelf de lerarenopleiding volgden of al afgerond hadden die hun verhaal deden. Eén van hen, Jeldau Veenstra, vertelde hoe belangrijk het voor haar was geweest om goede begeleiding te krijgen toen ze als jonge lerares uit Friesland in Amsterdam Zuidoost aan de slag ging. Ook op dit punt kwam men daarna nog veelvuldig terug.
Aan het einde van het symposium werd net als vorig jaar een convenant ondertekend, met de intentie de beste leraren voor Amsterdam te te houden en te krijgen op grond van de resultaten van de conferentie.
Ook de kant van studenten en jonge leraren kwam aan bod. Een zaak die zij graag veranderd willen hebben is het carrièreperspectief van hun opleiding. Voor velen van hen is het een schrikbeeld om voor eeuwig 'vast te zitten' aan de baan van leraar, of althans dezelfde positie binnen een school te blijven bekleden. Ze willen zich blijven doorontwikkelen. Mede hierom wordt een pilot gestart vanuit de HvA om studenten na het afronden van hun opleiding niet gelijk dezelfde verantwoordelijkheid te geven als 'volwassen' docenten, maar hun eerst via juniordocentschappen de mogelijkheid geven de noodzakelijke vaardigheden op te doen voor het docentschap. Dit was tevens een van de aanbevelingen die in het rapport stonden dat studenten eerder dit jaar aan minister Bussemaker overhandigden en dat nu dus wordt uitgetest in een pilot.
Begeleiding
Op de drukbezochte middag waren veel bestuurders en opleiders aanwezig, maar ontbraken wederom docenten zelf. Wel waren er dit jaar enkele studenten die zelf de lerarenopleiding volgden of al afgerond hadden die hun verhaal deden. Eén van hen, Jeldau Veenstra, vertelde hoe belangrijk het voor haar was geweest om goede begeleiding te krijgen toen ze als jonge lerares uit Friesland in Amsterdam Zuidoost aan de slag ging. Ook op dit punt kwam men daarna nog veelvuldig terug.
Aan het einde van het symposium werd net als vorig jaar een convenant ondertekend, met de intentie de beste leraren voor Amsterdam te te houden en te krijgen op grond van de resultaten van de conferentie.
