In 2012 presenteerde Mark Rutte als naamgever van zijn tweede kabinet het regeerakkoord. Een jaar later liggen de plannen van minister Jet Bussemaker en staatssecretaris Sander Dekker echter nog grotendeels in de koelkast.
Het sociaal leenstelsel
Het regeerakkoord stelde nog vol trots dat er met ingang van 2014-2015 een sociaal leenstelsel zou komen voor alle studenten in het hoger onderwijs. In juni besloot de minister uit eigen beweging al om de invoering van het leenstelsel in de bachelorfase een jaar uit te stellen.
Gedurende de herfst bleek langzaamaan dat ook uitstel van de afschaffing van de basisbeurs in de masterfase onontkoombaar was. GroenLinks, dat nodig is voor een meerderheid in de Eerste Kamer, weigerde nog steun te verlenen aan invoering in 2014 en half december werd eindelijk duidelijk dat de vervanging van de basisbeurs in de lente van 2014 integraal zal worden behandeld. Het grote struikelblok zal waarschijnlijk zijn waar de opbrengsten van het leenstelsel naartoe moeten gaan. VVD en PvdA willen een deel daarvan gebruiken om het begrotingstekort te dichten, terwijl D66 en GroenLinks alles in de kwaliteit van het hoger onderwijs willen investeren.
Ov-reisrecht
Minister Bussemaker kreeg vanuit het regeerakkoord ook de opdracht mee om het ov-reisrecht te hervormen. Wat die precieze hervorming inhoudt is nog niet vastgelegd en bleek ook voor minister Bussemaker een taaie kluif. In de herfst van dit jaar onderhandelde zij meermaals over deze hervorming, maar voorlopig zonder succes.
Aangezien het langlopende contract van het ministerie met de openbaarvervoersbedrijven een opzegtermijn van twee jaar heeft is de vroegst mogelijke ingangsdatum van een aangepast reisrecht 1 januari 2017. Deze aanpassing zal eveneens in het voorjaar van 2014, tezamen met het leenstelsel, worden besproken.
Investeringen
Met het uitstel van het leenstelsel besloot minister Bussemaker ook de investeringen in het hoger onderwijs uit te stellen. Het geld dat daarvoor nodig is zou immers uit het afschaffen van de basisbeurs worden gehaald.
In eerste instantie leek het herfstakkoord nog een positief effect te hebben op de begrotingen van hogescholen en universiteiten omdat zij een zogenaamde verhoging van de lumpsum-financiering zouden krijgen. Met andere woorden: het geld dat niet aan een doel gebonden was zou stijgen. In de Tweede Kamer werd dat uiteindelijk echter toch aan het primair en middelbaar onderwijs gegeven, met als gevolg dat er niets bij kwam.
Excellentie
Ten slotte was er deze herfst het plan van het ministerie om universiteiten toe te laten een hoger collegegeld te vragen voor bepaalde excellente studies. Die studies zouden maximaal tweemaal het wettelijk collegegeld mogen kosten en daadwerkelijk hogere kwaliteit moeten bieden dan ‘gewone’ studies. De Universiteit Utrecht en de Universiteit Maastricht meldden zich al aan om mee te werken aan het experiment, maar werden op een herfstavond de deur gewezen. Deze proef zal eveneens – tegelijk met het leenstelsel en het ov-reisrecht – in het voorjaar van 2014 worden behandeld.
Tweede studie
Was er dan helemaal niets dat Den Haag dit jaar voor elkaar bokste op hogeronderwijsbeleid? Toch wel, de duurdere tweede studie werd praktisch afgeschaft. Studenten die zich inschrijven voor een tweede studie terwijl ze bezig zijn met hun eerste studie zijn met ingang van volgend jaar weer simpelweg het wettelijke collegegeld verschuldigd. Daarmee is het afgelopen met kosten van meer dan tienduizend euro’s; enkel studenten die al een eerste studie hebben afgerond moeten dat nog op de rekening van hun universiteit storten.