De opleiding Communication and Multimedia Design (CMD) begint dit jaar met de verplichte studiekeuzecheck in een nieuwe stijl, Amfi start met een decentrale selectie. Brit Wijnmaalen (teamleider propedeuse CMD) en Hanneke Overdiep (propedeusecoördinator bij Amfi) gaan in gesprek over beide toelatingstesten.
Waaruit bestaan de decentrale selectie en studiekeuzecheck?
Hanneke: 'Bij Amfi krijgen aankomende studenten een vragenlijst en een opdracht thuisgestuurd. Als ze deze hebben teruggestuurd, nodigen we de studenten uit om bij ons langs te komen. Een interview tussen een docent en student volgt. Om te zien of aankomend studenten onder tijdsdruk kunnen presteren, werken ze aan een creatieve opdracht op school. Ook wordt er een kleine taal- en kennistoets afgenomen. Alles bij elkaar bepaalt of een student geselecteerd wordt voor Amfi.'
Brit: 'Bij CMD moet een aankomend student na de inschrijving een studiekeuzecheck doen. Deze bestaat uit het invullen van een online vragenlijst, het maken van een huiswerkopdracht en het bestuderen van een stuk theorie. De student wordt hierna uitgenodigd voor een intake. De student neemt deel aan een proefles, die voortborduurt op de huiswerkopdracht. De les wordt afgerond met een theoretische toets. Aan de hand van de vragenlijst die de student heeft ingevuld volgt een gesprek. Waar wij vooral op letten is de motivatie: heb je de opdracht gedaan? Ben je op tijd? Deed je actief mee in de les? Deze onderdelen en het resultaat van de theorietoets bepalen het studieadvies.'
Waarom is er een studiekeuzecheck en een decentrale selectie?
Hanneke: 'Iedere student heeft een eigen motivatie. Soms is daar goed over nagedacht, maar wij zien ook studenten die afkomen op de glamourkant van de modewereld. Uit het selectiegesprek kan blijken dat de student de intensieve modestudie en de inhoud van het programma niet ziet zitten. De selectie is bedoeld om van twee kanten te kijken of de opleiding geschikt is voor de student. Als wij zien dat het niet gaat werken, kiezen wij ervoor om de student niet te selecteren.'
Brit: 'Bij CMD denken aankomende studenten vooral dat het gaat over designen, maar er komt veel meer bij kijken. De studiekeuzecheck is vaak een reality check. In eerste instantie gaan aankomend studenten af op wat zij horen van de huidige studenten. Ze vragen naar onderwerpen die hen aanspreken. Daardoor kunnen de minder interessante, maar zeker niet onbelangrijke onderwerpen buiten beschouwing blijven. Zo kunnen zij een incompleet beeld van de studie krijgen.'
Bij Amfi is het selecteren en bij CMD is het informeren?
Hanneke: 'Het selecteren is voor een deel noodgedwongen. Jaarlijks krijgen we een kleine duizend aanmeldingen en we hebben plek voor 440 studenten. Het is onmogelijk om alle geïnteresseerden aan te nemen. Een decentrale selectie is noodzakelijk, zo worden de beste studenten uitgekozen voor onze opleiding.'
Brit: 'Bij CMD is het fijn als je al talent hebt voor iets dat wordt behandeld tijdens de studie. Als iemand goed kan schetsen, dan is dat mooi meegenomen. Als iemand al websites kan maken, dan is dat handig. Dat wil niet zeggen dat al die andere studenten niet hele succesvolle CMD’ers kunnen worden. Je hoeft niet per se veel van het vakgebied te weten, als je maar de motivatie hebt om beter te worden.'
Wat is de ideale toelatingstest?
Brit: 'De ideale toelatingstest?! Als we dat toch eens zouden weten, dan waren we natuurlijk klaar!'
Hanneke: 'Het is handig voor studenten en hogescholen dat het studiekeuzetraject in een vroeg stadium begint. Contacten met middelbare scholen en mbo-opleidingen dragen hieraan bij. Daarnaast is een realistische voorlichting van groot belang. Geen wervende voorlichtingen van hogescholen, maar een eerlijk verhaal. Zo krijgen studenten geen verkeerde indruk van de opleiding. Een verkeerde studiekeuze kost studenten en scholen namelijk veel geld.'
Brit: 'Ja, hogescholen moeten niet werven, maar voorlichten. Ook willen wij in de toekomst kijken naar de mindset van de student. Ben je bereid om je kennis en tijd in de studie te investeren? Dat zou ik graag in die studiekeuzecheck willen hebben.'
Hanneke: 'Helemaal mee eens!'
Dit interview verscheen eerder op het intranet van het Domein Media, Creatie & Informatie van de HvA. Tekst: Ouissam Abattouy en Rowan van Kasteren.
Waaruit bestaan de decentrale selectie en studiekeuzecheck?
Hanneke: 'Bij Amfi krijgen aankomende studenten een vragenlijst en een opdracht thuisgestuurd. Als ze deze hebben teruggestuurd, nodigen we de studenten uit om bij ons langs te komen. Een interview tussen een docent en student volgt. Om te zien of aankomend studenten onder tijdsdruk kunnen presteren, werken ze aan een creatieve opdracht op school. Ook wordt er een kleine taal- en kennistoets afgenomen. Alles bij elkaar bepaalt of een student geselecteerd wordt voor Amfi.'
Brit: 'Bij CMD moet een aankomend student na de inschrijving een studiekeuzecheck doen. Deze bestaat uit het invullen van een online vragenlijst, het maken van een huiswerkopdracht en het bestuderen van een stuk theorie. De student wordt hierna uitgenodigd voor een intake. De student neemt deel aan een proefles, die voortborduurt op de huiswerkopdracht. De les wordt afgerond met een theoretische toets. Aan de hand van de vragenlijst die de student heeft ingevuld volgt een gesprek. Waar wij vooral op letten is de motivatie: heb je de opdracht gedaan? Ben je op tijd? Deed je actief mee in de les? Deze onderdelen en het resultaat van de theorietoets bepalen het studieadvies.'
Waarom is er een studiekeuzecheck en een decentrale selectie?
Hanneke: 'Iedere student heeft een eigen motivatie. Soms is daar goed over nagedacht, maar wij zien ook studenten die afkomen op de glamourkant van de modewereld. Uit het selectiegesprek kan blijken dat de student de intensieve modestudie en de inhoud van het programma niet ziet zitten. De selectie is bedoeld om van twee kanten te kijken of de opleiding geschikt is voor de student. Als wij zien dat het niet gaat werken, kiezen wij ervoor om de student niet te selecteren.'
Brit: 'Bij CMD denken aankomende studenten vooral dat het gaat over designen, maar er komt veel meer bij kijken. De studiekeuzecheck is vaak een reality check. In eerste instantie gaan aankomend studenten af op wat zij horen van de huidige studenten. Ze vragen naar onderwerpen die hen aanspreken. Daardoor kunnen de minder interessante, maar zeker niet onbelangrijke onderwerpen buiten beschouwing blijven. Zo kunnen zij een incompleet beeld van de studie krijgen.'
Bij Amfi is het selecteren en bij CMD is het informeren?
Hanneke: 'Het selecteren is voor een deel noodgedwongen. Jaarlijks krijgen we een kleine duizend aanmeldingen en we hebben plek voor 440 studenten. Het is onmogelijk om alle geïnteresseerden aan te nemen. Een decentrale selectie is noodzakelijk, zo worden de beste studenten uitgekozen voor onze opleiding.'
Brit: 'Bij CMD is het fijn als je al talent hebt voor iets dat wordt behandeld tijdens de studie. Als iemand goed kan schetsen, dan is dat mooi meegenomen. Als iemand al websites kan maken, dan is dat handig. Dat wil niet zeggen dat al die andere studenten niet hele succesvolle CMD’ers kunnen worden. Je hoeft niet per se veel van het vakgebied te weten, als je maar de motivatie hebt om beter te worden.'
Wat is de ideale toelatingstest?
Brit: 'De ideale toelatingstest?! Als we dat toch eens zouden weten, dan waren we natuurlijk klaar!'
Hanneke: 'Het is handig voor studenten en hogescholen dat het studiekeuzetraject in een vroeg stadium begint. Contacten met middelbare scholen en mbo-opleidingen dragen hieraan bij. Daarnaast is een realistische voorlichting van groot belang. Geen wervende voorlichtingen van hogescholen, maar een eerlijk verhaal. Zo krijgen studenten geen verkeerde indruk van de opleiding. Een verkeerde studiekeuze kost studenten en scholen namelijk veel geld.'
Brit: 'Ja, hogescholen moeten niet werven, maar voorlichten. Ook willen wij in de toekomst kijken naar de mindset van de student. Ben je bereid om je kennis en tijd in de studie te investeren? Dat zou ik graag in die studiekeuzecheck willen hebben.'
Hanneke: 'Helemaal mee eens!'
Dit interview verscheen eerder op het intranet van het Domein Media, Creatie & Informatie van de HvA. Tekst: Ouissam Abattouy en Rowan van Kasteren.
