Voor de een is het de ultieme droom, voor de ander de ergste nachtmerrie: de Olympische Spelen van 2028 in Amsterdam. Als het aan Amsterdam ligt organiseert de stad de Spelen honderd jaar na die van 1928 opnieuw. En niet alleen de stad, ook het Amsterdamse hoger onderwijs heeft zich inmiddels achter de plannen geschaard. Hoe zit het eigenlijk, met die Spelen?
Waarom is het nu al een thema?
De organisatie van het grootste sportevenement ter wereld neemt jaren in beslag. Daarom kijkt het organiserende Internationaal Olympisch Comité altijd twee Spelen vooruit. Na de Spelen van 2020 is dus al duidelijk wie de Spelen van 2028 organiseert. Van de landen die zich kandidaat willen stellen voor 2028 verwacht het Internationaal Olympisch Comité dat het dus ook vroeg begint met de voorbereiding.
Hoe lang heeft Nederland om dat plan voor te bereiden?
In 2019 moet het plan zijn ingediend. Als we mee gaan doen tenminste. De overkoepelende Nederlandse sportbond NOC*NSF heeft namelijk een plan bedacht dat fase voor fase wordt afgewerkt. Momenteel zitten we in de fase waarin Nederland meer mensen wil laten sporten en grote sportevenementen wil binnenhalen. Deze fase loopt tot 2016. Alleen als deze fase succesvol wordt afgesloten, neemt Nederland een besluit over deelname. We weten het dus pas in 2016.
En hoe verloopt de huidige fase?
Behoorlijk goed, zullen de voorstanders zeggen. Amsterdam en Rotterdam voeren de strijd om kandidaat-stad te worden. Maar het is al zo goed als zeker dat Amsterdam dit wordt. Onlangs haalde de stad nog de EK atletiek van 2016 binnen. En met de EK handboogsport in 2012 en de WK roeien in 2014 al op zak, is dat een mooi opstapje naar de volgende fase. En ook de politiek doet zijn best. Begin deze week maakte Edith Schippers bekend 70 miljoen euro uit te trekken om mensen aan het sporten te krijgen.
Maar wat hebben de Amsterdamse hoger onderwijsinstellingen hier mee te maken?
In de plannen moet heel Nederland op Olympisch niveau komen. Het gaat om economie, ruimtelijke ordening en welzijn. Het onderwijs speelt hier een rol in. In een eigen plan hebben de UvA, VU en HvA aangegeven wat er de komende jaren in sportonderwijs en -onderzoek moet gebeuren. Nieuwe opleidingen en meer onderzoeksterreinen aanboren. Op de modeacademie van de HvA kunnen ze bijvoorbeeld veel doen op het gebied van sportkleding.
Zo beschouwd lijkt alles eigenlijk in kannen en kruiken.
Zeker niet. Het draagvlak onder de Nederlandse bevolking is nog lang niet groot genoeg. Iets meer dan veertig procent is maar voor. Dat is best zorgelijk want de Spelen zijn nog nooit toegewezen aan een land met minder dan zeventig procent draagvlak. Kritiek op de plannen is er ook. Een groep van experts liet onlangs weten dat de stappen die gezet worden niet groot genoeg zijn. Dat pas in 2016 pas wordt besloten of Nederland echt voor de Spelen gaat, is volgens hen veel te laat. Het zorgt voor onduidelijkheid. Een van de criticasters is HvA-lector topsport Cees Vervoorn.
In februari start een collegereeks over de voor- en nadelen van de Olympische Spelen.