Uitbreiding van het collegegeldkrediet, vraagfinanciering en flexibeler inrichting van het onderwijs zijn drie zaken die noodzakelijk zijn om het hoger deeltijdonderwijs beter te laten aansluiten bij de wensen van studenten.
Dat concludeert de Commissie flexibel hoger onderwijs voor werkenden in haar rapport ‘Flexibel hoger onderwijs voor volwassenen’ (zie hier, pdf). De commissie, onder voorzitterschap van oud SER-voorzitter en UvA-universiteitshoogleraar Alexander Rinnooy Kan, bepleit een cultuurverandering in de maatschappij, in het beleid en bij de onderwijsinstellingen. Het hoger deeltijdonderwijs zit volgens de commissie in een dramatische vrije val, terwijl het belang van het zogenoemde ‘Leven Lang Leren’ breed wordt onderkend. Toch meldden zich in 2011 slecht 9800 deeltijders in het hoger onderwijs aan. Dat waren er in 2001 nog 19.000. De daling is volgens de commissie vooral te zien in het bekostigd – lees: gesubsidieerd – deeltijdonderwijs. Hogescholen en universiteiten richten zich voornamelijk op voltijdopleidingen en jongeren, concludeert de commissie.
Online onderwijs
In een eerste reactie benadrukt minister Bussemaker (OCW) de urgentie van het rapport en daarin opgestelde advies. Bussemaker: ‘Om klaar te zijn voor de toekomst moeten we ons blijven ontwikkelen. We moeten Leven Lang Leren makkelijker maken, ook voor volwassenen met een baan. Overheid en onderwijsinstellingen moeten ervoor zorgen dat volwassenen werk, privéleven én hun studie beter kunnen combineren.’ De minister zegt met de aanbevelingen aan de slag te gaan. ‘Er moet meer worden gekeken naar wát mensen leren en niet waar, hoe, wanneer en in hoeveel tijd. Online onderwijs en leren op de werkplek kunnen hier een belangrijke rol in spelen.’
Minister Bussemaker staat positief tegenover het advies van de commissie om collegegeldkrediet voor deeltijdstudenten in te voeren. Zij zal de financiële haalbaarheid hiervan gaan onderzoeken. Ook staat ze open voor het advies van de commissie om experimenten met vraagfinanciering door middel van vouchers uit te gaan voeren. Ze gaat er vanuit dat instellingen nu de handschoen oppakken en werk gaan maken van de experimenten en pilots. Voor de zomer komt de minister met een beleidsreactie, waarin ze haar beleid ten aanzien van deeltijders zal ontvouwen.
De studentenbonden laten zich vooralnog negatief uit over het voorstel. Tegen persbureau HOP zei LSVb-voorzitter Jorien Janssen: ‘De vouchers doen het deeltijdonderwijs de das om. Opleidingen die niet aansluiten bij de wensen van de overheid worden straks onbetaalbaar. Dat is een enorme beperking in de keuzevrijheid van studenten.’ Haar collega Ruud Nauts van het Interstedelijk Studenten Overleg wijst op een ander probleem in het advies: hoe weet je zeker dat een verzameling studiepunten tot een diploma zal leiden? ‘Normaal gesproken volgt een student een heel curriculum en weet hij wanneer hij een diploma krijgt. Straks kan hij zelf een studie samenstellen uit verschillende delen van andere studies, maar dat klinkt eenvoudiger dan het is.’ Hij vreest dat examencommissies die samengeraapte punten zien en zeggen: dit is nog geen diploma waard. En wat doe je dan als je vouchers op zijn?
Dat concludeert de Commissie flexibel hoger onderwijs voor werkenden in haar rapport ‘Flexibel hoger onderwijs voor volwassenen’ (zie hier, pdf). De commissie, onder voorzitterschap van oud SER-voorzitter en UvA-universiteitshoogleraar Alexander Rinnooy Kan, bepleit een cultuurverandering in de maatschappij, in het beleid en bij de onderwijsinstellingen. Het hoger deeltijdonderwijs zit volgens de commissie in een dramatische vrije val, terwijl het belang van het zogenoemde ‘Leven Lang Leren’ breed wordt onderkend. Toch meldden zich in 2011 slecht 9800 deeltijders in het hoger onderwijs aan. Dat waren er in 2001 nog 19.000. De daling is volgens de commissie vooral te zien in het bekostigd – lees: gesubsidieerd – deeltijdonderwijs. Hogescholen en universiteiten richten zich voornamelijk op voltijdopleidingen en jongeren, concludeert de commissie.
Online onderwijs
In een eerste reactie benadrukt minister Bussemaker (OCW) de urgentie van het rapport en daarin opgestelde advies. Bussemaker: ‘Om klaar te zijn voor de toekomst moeten we ons blijven ontwikkelen. We moeten Leven Lang Leren makkelijker maken, ook voor volwassenen met een baan. Overheid en onderwijsinstellingen moeten ervoor zorgen dat volwassenen werk, privéleven én hun studie beter kunnen combineren.’ De minister zegt met de aanbevelingen aan de slag te gaan. ‘Er moet meer worden gekeken naar wát mensen leren en niet waar, hoe, wanneer en in hoeveel tijd. Online onderwijs en leren op de werkplek kunnen hier een belangrijke rol in spelen.’
Minister Bussemaker staat positief tegenover het advies van de commissie om collegegeldkrediet voor deeltijdstudenten in te voeren. Zij zal de financiële haalbaarheid hiervan gaan onderzoeken. Ook staat ze open voor het advies van de commissie om experimenten met vraagfinanciering door middel van vouchers uit te gaan voeren. Ze gaat er vanuit dat instellingen nu de handschoen oppakken en werk gaan maken van de experimenten en pilots. Voor de zomer komt de minister met een beleidsreactie, waarin ze haar beleid ten aanzien van deeltijders zal ontvouwen.
De studentenbonden laten zich vooralnog negatief uit over het voorstel. Tegen persbureau HOP zei LSVb-voorzitter Jorien Janssen: ‘De vouchers doen het deeltijdonderwijs de das om. Opleidingen die niet aansluiten bij de wensen van de overheid worden straks onbetaalbaar. Dat is een enorme beperking in de keuzevrijheid van studenten.’ Haar collega Ruud Nauts van het Interstedelijk Studenten Overleg wijst op een ander probleem in het advies: hoe weet je zeker dat een verzameling studiepunten tot een diploma zal leiden? ‘Normaal gesproken volgt een student een heel curriculum en weet hij wanneer hij een diploma krijgt. Straks kan hij zelf een studie samenstellen uit verschillende delen van andere studies, maar dat klinkt eenvoudiger dan het is.’ Hij vreest dat examencommissies die samengeraapte punten zien en zeggen: dit is nog geen diploma waard. En wat doe je dan als je vouchers op zijn?
