‘De ramingen van het Centraal Planbureau (CPB) zijn niet zo heel nauwkeurig, maar internationaal doen we het niet zo heel slecht en we zijn nauwkeurig genoeg voor de regering om beleid op te maken.’ Dit zei CPB-directeur Laura van Geest vanmiddag in gesprek met de interviewers van Room for Discussion.
De CPB-directeur gaf een toelichting op het jaarlijkse Centraal Economisch Plan (zie hier, pdf) dat het CPB gisteren naar buiten bracht. Daarin kwam het CPB tot een drietal bevindingen: er is sprake van een langzaam herstel van de economie, de werkloosheid van 7,25 procent blijft onverminderd hoog en het begrotingstekort is onder de door Europa vereiste drie procent gekomen en zal volgend jaar verder dalen.
Van Geest sprak van ‘een voorzichtig economisch herstel’ waarvan zij verwacht dat die de komende tijd doorzet. ‘Het is niet alleen een plusje, maar het wordt steeds meer een plus,’ zei ze. Het voorzichtige herstel is volgens Van Geest vooral te wijten aan de groei van de wereldhandel. ‘Daardoor groeit ook de Nederlandse export.’ Daarnaast stabiliseert inmiddels ook de situatie op de huizenmarkt en bij de pensioenen, waardoor het vertrouwen herstelt en de koopkracht toeneemt.
Stresstest
De komende tijd zullen Nederlandse banken een zogenoemde stresstest ondergaan, waarbij wordt gekeken in hoeverre ze eventuele nieuwe klappen kunnen opvangen. ‘Daarbij moeten we leren van Japan,’ zei Van Geest. ‘Daar werd lange tijd ontkend dat het bankwezen er zwak voor stond.’ Tegen de tijd dat zulks dan toch naar buiten komt zijn de problemen alleen maar groter. ‘Ik denk dat we eerlijk en helder moeten zijn over hoe onze banken er voor staan. Als na de stresstest blijkt dat een bank er niet goed voorstaat moeten we niet blijven aanmodderen, maar overgaan tot herkapitalisatie van zo’n bank.’
Het Centraal Economisch Plan komt ook dit jaar met veel sociaaleconomische voorspellingen en ramingen. Vraag van de interviewers was in hoeverre die ramingen nauwkeurig zijn. ‘Niet zo heel nauwkeurig,’ zei Van Geest. ‘We maken geen structurele en stelselmatige ramingsfouten, maar onze berekeningen komen soms niet uit doordat de huizenprijzen zich anders ontwikkelen dan wij verwachten of omdat het kabinet een ander beleid gaat voeren dan waar wij in onze voorspellingen rekening mee houden.’
De CPB-directeur gaf een toelichting op het jaarlijkse Centraal Economisch Plan (zie hier, pdf) dat het CPB gisteren naar buiten bracht. Daarin kwam het CPB tot een drietal bevindingen: er is sprake van een langzaam herstel van de economie, de werkloosheid van 7,25 procent blijft onverminderd hoog en het begrotingstekort is onder de door Europa vereiste drie procent gekomen en zal volgend jaar verder dalen.
Van Geest sprak van ‘een voorzichtig economisch herstel’ waarvan zij verwacht dat die de komende tijd doorzet. ‘Het is niet alleen een plusje, maar het wordt steeds meer een plus,’ zei ze. Het voorzichtige herstel is volgens Van Geest vooral te wijten aan de groei van de wereldhandel. ‘Daardoor groeit ook de Nederlandse export.’ Daarnaast stabiliseert inmiddels ook de situatie op de huizenmarkt en bij de pensioenen, waardoor het vertrouwen herstelt en de koopkracht toeneemt.
Stresstest
De komende tijd zullen Nederlandse banken een zogenoemde stresstest ondergaan, waarbij wordt gekeken in hoeverre ze eventuele nieuwe klappen kunnen opvangen. ‘Daarbij moeten we leren van Japan,’ zei Van Geest. ‘Daar werd lange tijd ontkend dat het bankwezen er zwak voor stond.’ Tegen de tijd dat zulks dan toch naar buiten komt zijn de problemen alleen maar groter. ‘Ik denk dat we eerlijk en helder moeten zijn over hoe onze banken er voor staan. Als na de stresstest blijkt dat een bank er niet goed voorstaat moeten we niet blijven aanmodderen, maar overgaan tot herkapitalisatie van zo’n bank.’
Het Centraal Economisch Plan komt ook dit jaar met veel sociaaleconomische voorspellingen en ramingen. Vraag van de interviewers was in hoeverre die ramingen nauwkeurig zijn. ‘Niet zo heel nauwkeurig,’ zei Van Geest. ‘We maken geen structurele en stelselmatige ramingsfouten, maar onze berekeningen komen soms niet uit doordat de huizenprijzen zich anders ontwikkelen dan wij verwachten of omdat het kabinet een ander beleid gaat voeren dan waar wij in onze voorspellingen rekening mee houden.’
