Al eerder werd gevreesd dat de Krim-tentoonstelling in het Allard Pierson Museum (APM) – met veel bruiklenen uit musea ter plekke – tot (diplomatieke) problemen zou kunnen leiden tussen Nederland en de Oekraïne of Rusland. APM-directeur Hupperetz dacht aanvankelijk dat het wel los zou lopen, maar nu lijkt er toch een rel uitgebroken, zo meldt
NRC Handelsblad vandaag.
Voor de tentoonstelling heeft het APM bruikleenovereenkomsten afgesloten met de Oekraïense overheid. Maar die gaat inmiddels niet meer over de Krim, want dat is sinds de opening van de tentoonstelling in februari overgegaan in Russische handen, een annexatie die overigens niet door Nederland wordt erkend.
Niettemin is de juridische status van de uitgeleende objecten inmiddels onduidelijk geworden. De UvA, waar het museum onderdeel van is, laat volgens de krant door juristen uitzoeken wie de rechtmatige eigenaar van de bruiklenen is en naar wie ze moeten worden teruggestuurd na afloop van de expositie. Die zou oorspronkelijk tot 18 mei duren, maar omdat het inrichten van een tentoonstelling een kostbare zaak is en de bruiklenen nu toch in Nederland zijn, werd de tentoonstelling al spoedig na de opening verlengd tot 31 augustus.
Inpikken
De krant citeert een van de drie Oekraïense vicepremiers, Oleksandr Sytsj. Deze beweert dat Rusland zich de waardevolle objecten probeert toe te eigenen. ‘Russische autoriteiten proberen de schatten direct naar de Hermitage te laten sturen, in plaats van ze terug te laten brengen naar de Krim.’ Een Russische staatszender,
Rossiya-24, beweert volgens de krant echter dat Nederland de objecten wil inpikken. Nederland, aldus het tv-kanaal, heeft dit plan ‘altijd al’ gehad.
Ook de directeur van de Hermitage in Sint-Petersburg, Michail Piotrovski, maakt zich zorgen, zo vertelde hij dinsdag aan Russische journalisten. Hij meent dat de musea op de Krim ‘op juridisch gebied alles tegen zich hebben’, maar zegt ook dat de objecten in die musea thuishoren. Ook het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken, dat door het APM om advies is gevraagd, is bezig uit te zoeken hoe de zaak juridisch in elkaar zit.
APM-directeur Wim Hupperetz zei
begin deze maand tegen
Folia nog dat de heibel op en over de Krim ‘voor de mensen daar natuurlijk vreselijk is, maar voor ons best positief’. Door de internationale aandacht voor de Krim trekt de tentoonstelling veel bezoekers. In hetzelfde artikel zei Hupperetz: ‘Mocht het tot een splitsing komen [tussen Oekraïne en de Krim], dan kan het wel ingewikkeld worden. Wij hebben stukken in bruikleen van vier musea op de Krim en één in Kiev. Wat ons betreft gaat alles weer terug. Maar die afspraken liepen via het ministerie in Kiev.’ Volgens de Russen gaat dat ministerie inmiddels niet meer over de Krim.
Zie hier voor het hele artikel in NRC Handelsblad.