De vier grote steden willen dat minister Piet Hein Donner van Binnenlandse Zaken snel concrete maatregelen neemt zodat er in 2016 zestienduizend extra studentenwoningen zijn bijgebouwd.
Dat stelt de Amsterdamse wethouder Freek Ossel van wonen namens de vier grote steden in een brief aan de minister. In het Landelijke Actieplan Studentenhuisvesting dat vorige week is ondertekend door studentenvertegenwoordigers en de minister staan nog te weinig concrete maatregelen.
De wethouders van de vier grote steden kaarten in de brief aan dat het plan goede ideeën bevat, maar geen duidelijke tijdsplanning aangeeft. In het plan wordt onder meer gesteld dat de kamernood onder studenten moet worden opgelost door kleinere studentenwoningen te bouwen. Daardoor kunnen er meer woningen op dezelfde grond worden gebouwd. Verder worden de regels voor het bouwen van studentenwoningen versoepeld.
Ook de Amsterdamse studentenbond Asva laat weten dat de plannen nog wel uitgevoerd moeten worden. ‘Eerst zien, dan geloven,’ zegt voorzitter Eline Peters. ‘Het plan zelf is goed. Daar hebben verschillende partijen dan ook 3,5 jaar voor gewerkt. Het idee om kleinere woningen te bouwen is heel verstandig. Veel studenten geven aan helemaal geen grote kamer nodig te hebben, ze vinden het veel belangrijker een kamer te hebben.’
Over de Amsterdamse situatie is Peters kritisch. De stad heeft volgens haar goede stappen gezet, maar het is nog lang niet goed. ‘De gemeente bouwt er de komende jaren negenduizend woningen bij. Dat is een stap in de goede richting, maar niet voldoende als je bedenkt dat al een kwart van die woningen zijn verdwenen. Het ging om tijdelijke huisvesting.’
De studentenbond voert volgende week een gesprek met de Amsterdamse wethouder over de kwestie.
Dat stelt de Amsterdamse wethouder Freek Ossel van wonen namens de vier grote steden in een brief aan de minister. In het Landelijke Actieplan Studentenhuisvesting dat vorige week is ondertekend door studentenvertegenwoordigers en de minister staan nog te weinig concrete maatregelen.
De wethouders van de vier grote steden kaarten in de brief aan dat het plan goede ideeën bevat, maar geen duidelijke tijdsplanning aangeeft. In het plan wordt onder meer gesteld dat de kamernood onder studenten moet worden opgelost door kleinere studentenwoningen te bouwen. Daardoor kunnen er meer woningen op dezelfde grond worden gebouwd. Verder worden de regels voor het bouwen van studentenwoningen versoepeld.
Ook de Amsterdamse studentenbond Asva laat weten dat de plannen nog wel uitgevoerd moeten worden. ‘Eerst zien, dan geloven,’ zegt voorzitter Eline Peters. ‘Het plan zelf is goed. Daar hebben verschillende partijen dan ook 3,5 jaar voor gewerkt. Het idee om kleinere woningen te bouwen is heel verstandig. Veel studenten geven aan helemaal geen grote kamer nodig te hebben, ze vinden het veel belangrijker een kamer te hebben.’
Over de Amsterdamse situatie is Peters kritisch. De stad heeft volgens haar goede stappen gezet, maar het is nog lang niet goed. ‘De gemeente bouwt er de komende jaren negenduizend woningen bij. Dat is een stap in de goede richting, maar niet voldoende als je bedenkt dat al een kwart van die woningen zijn verdwenen. Het ging om tijdelijke huisvesting.’
De studentenbond voert volgende week een gesprek met de Amsterdamse wethouder over de kwestie.
