Na drie maanden zijn de wittebroodsweken voorbij voor de uit Vlaanderen overgekomen bètadecaan van UvA en VU Karen Maex. Ze kreeg gelijk te maken met de afwijzing van de Amsterdam Faculty of Science (AFS), protesterende VU-studenten en medewerkers en een reorganisatie van de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen (VU). Of de afgeblazen AFS er ooit komt? ‘Bestuurlijk zou het niet juist zijn daarop vooruit te lopen. Voorlopig houden we het bij samenwerking.’
U bent inmiddels drie maanden aan UvA en VU aan de slag als decaan. Hoe bevalt het?
‘Ik heb mijn eerste maanden als bijzonder boeiend ervaren. Ik heb mij natuurlijk op veel dossiers moeten inwerken en doe dat nog steeds, maar ik ben grote collegialiteit tegengekomen en bereidheid om vooruit te kijken.’
Er wordt vaak gesproken over cultuurverschillen tussen de seculiere UvA en de gereformeerde VU die samenwerking zouden bemoeilijken. Bent u die verschillen ook tegengekomen?
‘Ja en nee. Inhoudelijke cultuurverschillen zijn er eigenlijk niet veel. Onderzoekers van de VU kijken misschien iets anders tegen de dingen aan dan die wetenschappers aan de UvA, maar ik ervaar dat als een verrijking en wederzijdse kruisbestuiving. In bestuurlijke gesprekken met studenten en medewerkers heb ik ervaren dat dat UvA-mensen wat harder en steviger willen doorpraten over zaken dan VU-mensen, bij wie de collegialiteit jegens elkaar wat meer naar voren komt. Maar op beide plaatsen wordt de juiste discussie gevoerd. Ik heb trouwens ook overeenkomsten tussen beide instellingen ervaren: de mobiliteit van zowel studenten als medewerkers is hier veel groter dan ik gewend was in Leuven, waar alles veel “vaster” is. Er is een veel grotere uitruil dan in Leuven mogelijk is. Dat zorgt voor een hele dynamische sfeer.’
De Faculteit Aard- en Levenswetenschappen van de VU moet gereorganiseerd worden. Dat lijkt me geen leuk begin voor een nieuwe decaan.
‘Een reorganisatie is altijd een droevige en spijtige zaak, maar als een faculteit te kampen krijgt met structurele tekorten, dan moet er iets gebeuren om de organisatie toekomstbestendig te maken. Dat is wat we nu doen, maar het besluitvormingsproces loopt nog. Wij zin in ieder geval steeds in overleg met de medezeggenschap.’
Studenten van de bètafaculteit van de UvA stellen voor dat er eerst een analyse komt van eerdere UvA-VU-samenwerkingen – zoals AUC en Acta – voordat men verder wil praten over de AFS. Goed plan?
‘Zo’n voorstel krijgt zeker mijn aandacht en daar zal ik op voorhand zeker niet op tegen zijn.’
Als naam lijkt de AFS inmiddels vergeten. Hanteert u die term nog steeds?
‘Bestuurlijk zou het niet juist zijn om die term nog te gebruiken, dus dat doe ik ook niet. Het gaat om samenwerking tussen de drie faculteiten en we inventariseren momenteel waar dat kan, waar er draagvlak voor is en hoe dat dan moet. Vooralsnog krijg ik vooral signalen dat zowel studenten als medewerkers de samenwerking op basis van profilering nog steeds een goed plan vinden. Daar gaan we dus mee door. We doen het bottom-up.’
Het Huisvestingsplan gaat ervan uit dat een deel van de bèta’s wordt geconcentreerd op Science Park Oost (FNWI) en een deel op Science Park Zuid (VU/Zuid-As). Dan is het toch logisch dat er niet alleen wordt samengewerkt, maar zelfs gefuseerd?
‘Er is een afspraak over de “locatieprofilering” en die zal terugkomen in het Huisvestingsplan. Dat moet uiteraard nog verder geconcretiseerd worden in samenspraak met de onderzoekers, maar als er mensen of afdelingen verhuisd worden, dan loopt dit via de medezeggenschap.’
Hoe lang gaat het nog duren voor er duidelijkheid is over de koers van de samenwerking?
‘Na het wegstemmen van de AFS in december heeft iedereen zijn gedachten opnieuw moeten ordenen. Dat kost tijd, maar ik denk dat er voor de zomer duidelijkheid is over de koers en hoe we die koers gaan uitzetten en invulling geven.’