Teleurstellend was de opkomst tijdens de Asva Ergernissendag aan de HvA absoluut. Op één hand waren de aanwezige studenten te tellen. Hebben studenten aan de HvA de moed inmiddels opgegeven? Of is het wel erg makkelijk klagen over alles dat wel eens niet goed gaat? En waarom slaagt de HvA er zo slecht in de chaos aan te pakken? 'Als je je zo weinig verbonden voelt met je hogeschool, is het makkelijk klagen'
Ontzettend teleurgesteld,
vertelde collegevoorzitter Louise Gunning te zijn. Zo veel energie was er afgelopen jaar gestoken in de aanpak van ergernissen op de HvA. Zo enthousiast waren de studenten aangespoord hun kritiek te laten horen, mee te denken over oplossingen – en vooral om de jaarlijkse Nationale Studenten Enquête (NSE) in te vullen. De resultaten van die enquête vielen echter behoorlijk tegen, liet Gunning tijdens de zogeheten Ergernissendag van studentenvakbond Asva onlangs weten. In plaats van een gehoopte verbeterde tevredenheid scoorde de hogeschool op verschillende punten nog lager dan vorig jaar.
Bedroevend laag
Eerlijk is eerlijk: eigenlijk doet de HvA het jaarlijks niet eens zo slecht in de NSE. In de categorieën ‘algemene vaardigheden,’ ‘voorbereiding beroepsloopbaan’ en ‘docenten’ doet de hogeschool het heel behoorlijk. Maar waarop ze consequent bedroevend laag scoort is de organisatorische netheid, zoals voormalig HvA-rector Jet Bussemaker het ooit noemde. Te weinig stopcontacten. Te late tentamencijfers. Te veel tussenuren. Bij het opstellen van haar befaamde
tienpuntenplan voor de verbetering van de HvA nam Bussemaker zich nadrukkelijk voor al die ergernissen aan te pakken. Dat was in 2011. Drie jaar later liegen de resultaten van de NSE er weer niet om. Een daling van 0,03 en met dieptepunten van een 2,67 op de schaal van 5 voor werkplekken en een 2,88 voor roostering.
Vooral dat laatste lijkt een steeds groter probleem te worden, vertelt student Business IT & Management Marco Kloek. ‘Ik zie ontzettend vaak ruimtes leegstaan, terwijl er ondertussen geen ruimtes geboekt kunnen worden om bijvoorbeeld rustig te studeren.’
Volgens voorzitter van het studentenoverleg tussen de CMR en HvA Menno Oldenhof is het vooral de gebrekkige communicatie tussen verschillende bureaus die studenten soms tot waanzin drijft. ‘Ze werken allemaal apart en kennen elkaar vaak niet eens. Als je een probleem met de cijferadministratie hebt, vertellen ze je bij het onderwijsbureau dat je eerst naar je docent moet. Die blijkt het dan al doorgegeven te hebben, waardoor je weer terug kan. Om vervolgens wéér verder te worden gestuurd, omdat ze niks binnen hebben gekregen. Hetzelfde geldt als je zelf iets wilt organiseren of als je iets op de site wilt laten plaatsen. Wie is verantwoordelijk voor wat? Voor elke stap moet je weer iemand anders hebben.’
Ruimtes en roosters
Kloek denkt dat de grootte van de hogeschool een belangrijke factor is. Maar dat is volgens hem geen excuus. ‘Natuurlijk is het plannen van ruimtes en roosters bij zo’n grote organisatie lastig te organiseren. Maar er bestaan tegenwoordig gewoon geavanceerde IT-systemen, die ze bijvoorbeeld bij KLM gebruiken. Dat kost alleen geld, en ik weet niet of de HvA dat er voor over heeft.’
In een reactie laat de HvA evenals vorig jaar weten zich de resultaten aan te trekken. Een woordvoerder: ‘Dat studenten minder tevreden zijn over organisatorische zaken nemen we heel serieus. De kritische signalen uit de NSE bevestigen de zaken waar we echt beter in moeten worden.’ Ook wijst de hogeschool op ‘de belangrijke stap’ die afgelopen jaar reeds is gezet wat betreft informatievoorziening, met het nieuwe systeem van een Digitale Leer- en Werkomgeving (DLWO).
John Vermeulen, student sociaal juridische dienstverlening en lid van de medezeggenschapsraad, is daar niet al te enthousiast over. ‘Ik zie wel positieve veranderingen, maar sommige dingen zijn juist nog onoverzichtelijker nu. Sinds kort moet je op de hoofdpagina van DLWO bijvoorbeeld weer veel meer klikken om bij je eigen opleiding te komen. Het is een doolhof geworden.’
Ook de aanpak van het roosterprobleem beziet Vermeulen sceptisch. ‘Om dat onder de aandacht te brengen hebben ze een
ludiek filmpje gemaakt. Ik begrijp niet helemaal wat ze daarmee willen. Studenten weten donders goed dat het een groot probleem is. Die willen dat het wordt opgelost.’
Binding met studenten
Toch benadrukken alle drie de studenten dat de HvA ook niet voor een makkelijke taak staat bij het oplossen van de problemen.
Vermeulen: ‘Er lopen zo veel verschillende mensen rond, uit verschillende culturen en met eigen voorkeuren. Dat maakt het ingewikkeld om het iedereen naar de zin te maken.’
Ook denken allen dat HvA-studenten wellicht ook wel erg makkelijk klagen en weinig constructief meedenken over oplossingen. Dat verklaart wellicht voor een deel waarom de NSE-resultaten op de toch ook niet bepaald kleine UvA inmiddels juist in de lift zitten.
Oldenhof: ‘Studenten op de HvA zijn veel minder bekend met de structuur van hun instelling. Ze wonen nog thuis of ze lopen een groot deel van het jaar stage. Onderwijs heeft voor hen een andere rol dan voor studenten op de universiteit. Ze weten vaak gewoon niet zo goed hoe het werkt. ’
Dat beaamt ook Vermeulen: ‘Een groot probleem op de HvA is dat de binding met studenten ontbreekt. Als je je zo weinig verbonden voelt met je hogeschool, is het makkelijk klagen en stem je tijdens zo’n enquête automatisch negatief.’ Die binding verbeteren, daarmee zou de hogeschool volgens hem al een belangrijke stap kunnen zetten. ‘Zorg voor betere faciliteiten voor studieverenigingen en stimuleer dat studenten daarbij betrokken worden. Dan blijven ze vanzelf langer op school plakken, gaan ze daar hun verhaal doen en wordt duidelijker waar ongenoegen zit.’
Slim sluitend slank
De HvA belooft in haar persbericht ondertussen verbetering. ‘Al deze onderwerpen hebben we het afgelopen jaar opgenomen in een krachtig verbeterprogramma: Slim Sluitend Slank. Dat programma zal vanaf het komende studiejaar resultaten opleveren. We hebben er dan ook vertrouwen in dat onze studenten deze zaken de komende jaren positiever zullen beoordelen.’
Studenten zijn vooralsnog sceptisch.
Oldenhof: ‘Dat verbeterprogramma klinkt prachtig, maar ik vraag me af of het wat oplevert. In de huidige huisvestingsplannen gaan er nog meer verschillende domeinen in één gebouw zitten. Of gaan domeinen juist verdeeld over verschillende locaties zitten. Dat maakt het allemaal nog complexer. En straks moeten er nog meer studenten in nog minder onderwijsruimtes passen. Ik vraag me echt af hoe ze dat willen gaan doen.’
Vermeulen gelooft wel dat de HvA veel moeite doet. ‘Ik heb echt het gevoel dat ze hard bezig zijn dingen aan te pakken. Voor mij zal dat alleen te laat komen: ik ben bijna klaar.'
Dit artikel verscheen ook in Folia Magazine
.