Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Het leenstelsel en de investering in het hoger onderwijs
actueel

Het leenstelsel en de investering in het hoger onderwijs

Henk Strikkers Henk Strikkers,
5 August 2014 - 07:00
Betreft
Deel op
Dankzij het akkoord tussen PvdA, VVD, D66 en GroenLinks lijkt de invoering van het leenstelsel per 2015/2016 een feit. De vier partijen zijn het er over eens dat de basisbeurs vervangen moet worden door een studielening. Dit heeft grote gevolgen voor het hele hoger onderwijs. Deze zomer bespreekt Folia Web de ondergesneeuwde gevolgen van het leenstelselakkoord. Vandaag deel 4: herinvesteren.

De belangrijkste reden voor de vier partijen om akkoord te gaan met de invoering van het leenstelsel is altijd de daarmee samenhangende investering in het hoger onderwijs geweest. Dankzij de afschaffing van de basisbeurs zou Nederland de lat op het gebied van wetenschap en hoger onderwijs hoger kunnen leggen.

In andere landen klinken echter verontrustende signalen. De Verenigde Staten worstelen al jaren met problemen omdat studenten hun schuld niet kunnen afbetalen en ook in het Verenigd Koninkrijk wordt de situatie steeds nijpender. Uit een rapport bleek twee weken geleden zelfs dat het leenstelsel daar financieel onhoudbaar is geworden. Waar de Britse regering erop rekende dat van iedere uitgeleende euro 72 cent terugkwam, blijkt dit in de praktijk slechts 55 cent te zijn. Hoe minder er terugkomt, hoe minder er kan worden geïnvesteerd.

We moeten de situatie hier echter niet te veel vergelijken met andere landen, stelt Michiel Hendrikx van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OC&W). ‘Zulke radicale bijstellingen als in Engeland doen zich op de Nederlandse begroting niet voor.’ Hij stelt dat er bij het opstellen van de begroting behoedzaam is gekeken naar de bijstelling en dat het ministerie geen al te grote tegenvallers verwacht.

Logischerwijs is er wel een buffer voor niet-terugbetaalde schulden ingebouwd. ‘Het CPB verwacht dat van elke uitgeleende euro 86 cent wordt terugbetaald. Dit is meegenomen in een totaal financieel plaatje en wordt dus niet meegeteld bij de opbrengsten. De geschatte opbrengst van het leenstelsel kan dus volledig worden geïnvesteerd.’

Het Ministerie van OC&W verwacht door deze raming niet te maken te krijgen met tegenvallers. Mochten die wel ontstaan, dan worden deze allereerst gecompenseerd met meevallers in de opbrengsten van de studiefinancieringsuitgaven. ‘Mochten daar geen of onvoldoende meevallers zijn, dan wordt de tegenvaller bezien in het kader van de gehele OCW-begroting en niet ten laste gebracht van de investeringsreeks,’ zo laat Hendrikx weten.

Lees hier deel 3 over emigratie.
lees meer
website loading