Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
‘Met mij is het ook goed gekomen’
actueel

‘Met mij is het ook goed gekomen’

Dirk Wolthekker Dirk Wolthekker,
26 November 2014 - 17:02
In een volle hal van gebouw-E van de Roeterseilandcampus was vanmiddag de minister van OCW Jet Bussemaker te gast. Gezeten op de chesterfield gaf de minister tekst en uitleg over het leenstelsel, door haar steevast ‘studievoorschot’ genoemd. Ze wilde ‘verhalen en spookverhalen’ over het leenstelsel uit de wereld te helpen. Ook liet ze zich uit over de FGw.

Een van die spookverhalen is volgens de minister dat studenten met torenhoge schulden opgezadeld worden en dat in een tijd van crisis en werkloosheid. ‘Ik studeerde in 1986 af aan de UvA en behoor tot de generatie studenten die men toen “de verloren generatie” noemde. En toch is iedereen met wie ik toen studeerde uiteindelijk aan het werk gekomen. Vergeet niet: mensen met een universitair diploma hebben altijd nog heel, heel veel kansen om aan een baan te komen. Ik ben echt niet de enige van mijn generatie met wie het is goed gekomen.’

Jet Bussemaker (1961) is inderdaad goed terechtgekomen: voordat ze minister werd was ze rector van de HvA, daarvoor was ze enige tijd staatssecretaris van VWS en belast met sportzaken en ja: ze promoveerde ook nog, aan de UvA. Of en hoeveel de minister zelf heeft geleend voor haar studie kwam niet aan de orde, maar de minister wist wel te vertellen dat het echt niet zo is dat iedereen dadelijk ‘alles moeten lenen’. ‘Niets is minder waar, bovendien wordt er nu ook geleend. Van de drie miljard die we nu jaarlijks uitgeven aan stufi gaat er één miljard af om te worden geherinvesteerd in het onderwijs. Ook de OV-kaart blijft op verzoek van studenten gehandhaafd. Er is bovendien geen enkele lening of investering die zich zo dubbel en dwars terugbetaald als een investering in je studie.’

Wintersport
Dat studenten leningen opbouwen tot meer dan dertigduizend euro is volgens de minister ook zo’n spookverhaal. Het zal in incidentele gevallen voorkomen, maar de minister spreekt in gemiddelden. Want hoe is de situatie op dit moment? Bussemaker: ‘Een derde van de studenten leent niet, twee derde van de studenten wel. Die hebben gemiddeld een studieschuld van eenentwintig duizend euro, best een bedrag. Dat moet je nu terugbetalen in vijftien jaar, straks in vijfendertig jaar. Het bedrag dat je maandelijks terugbetaalt is echt te overzien.’
Toch zijn er ook risico’s, gaf de minister impliciet toe. Om studenten te helpen in de naaste toekomst beter zicht te houden op hun studieschulden wil de minister dat studenten ‘bewust en goed voorgelicht’ lenen. Ze vertelde vandaag nog een gesprek te hebben met DUO om over dat onderwerp te spreken. ‘Over de DUO-site is bijvoorbeeld nog wel iets te zeggen. Je kunt er nu op aangeven dat je een maximum bedrag wilt lenen. Dat zou misschien beter een ‘benodigd bedrag’ kunnen zijn. Daarbij zie ik in de statistieken van DUO dat er meer wordt geleend rond de kerstvakantie. Ik gun studenten hun wintersport, maar raad wel aan bewust met leningen om te gaan.’

Halverwege het debat werd dit verstoord door een korte demonstratie van een groep criticasters van het leenstelsel. Zij scandeerden teksten door de hal waarin zij duidelijk maakten dat zij het oneens zijn met het leenstelsel. ‘Onderwijs is een recht, onderwijs moet gratis, democratisch en emancipatoir zijn, ’ aldus de actievoerders.

Medezeggenschap
Aan de wetgeving rond het leenstelsel zit ook een vernieuwing en uitbreiding van de medezeggenschap van studenten vast. ‘Studenten krijgen beslissingsrecht op de hoofdlijnen van de begroting van hun instelling,’ vertelde minister. De voetangel zit natuurlijk in de term ‘hoofdlijnen’, dat begreep de minister ook wel, na een vraag uit de zaal. ‘Jullie zullen zelf moeten borgen dat dit begrip op de goede manier wordt ingevuld. Als dat goed gebeurt kunnen studenten en bestuurders daar met elkaar van leren, weet ik uit mijn ervaring met de medezeggenschap op de HvA. ’

Allocatiemodel
De minister was er niet voor gekomen, maar nu ze er toch was wilde ze nog wel iets kwijt over de situatie bij de Faculteit der Geesteswetenschappen, waar een bezuinigingsslag moet worden gemaakt, mensen wellicht op straat komen, een ander onderwijsmodel wordt overwogen en gevreesd wordt voor verdwijning van de kleine talen. Bussemaker zei de situatie aan de UvA, maar ook aan de andere faculteiten geesteswetenschappen ‘nauwgezet te volgen’. De situatie aan de FGw noemde de minister ‘een lastige kwestie’, maar ze gaf ook aan dat in een systeem waarin studentenaantallen en geld aan elkaar zijn gekoppeld en meer studenten meer geld betekent ‘het raar is als minder studenten niet minder geld zou betekenen’. Ze gaf ook aan dat het gewraakte allocatiemodel waarmee het CvB middelen uit de eerste geldstroom herverdeelt over de faculteiten, niet haar verantwoordelijkheid is. ‘Althans niet direct. Indirect ben ik natuurlijk wel verantwoordelijk voor de kwaliteit van opleidingen, ik heb prestatieafspraken met de instellingen en opleidingen moeten geaccrediteerd worden.’

De situatie rond de talen baart de minister zorgen, gaf ze toe, al had ze het daarbij niet direct over de kleinen talen. ‘Talen zijn ook voor de toekomst waanzinnig belangrijk. We zien dat er op middelbare scholen nu al een docententekort is voor bepaalde vreemde talen, dus we moeten mensen blijven opleiden. Het Regieorgaan Geesteswetenschappen heeft enige jaren geleden landelijk vijftien miljoen euro aan extra middelen ter beschikking gesteld. Een deel daarvan gaat naar de UvA, ook voor de talen. Ik verwacht en hoop dat decanen en rectoren in heel Nederland samen kijken hoe ze tot goede afspraken kunnen komen.’
website loading