De Hogeschool van Amsterdam heeft in de eerste maand dat zij een ‘nee, tenzij-beleid’ heeft ingesteld voor reizen naar Afrika slechts drie aanvragen afgekeurd. Van de achttien reizen naar het Afrikaanse continent die aan de verplichte toets van het College van Bestuur zijn onderworpen, werden er vijftien wel goedgekeurd. Daarmee lijkt van een stop geen sprake.
Van de drie reizen die naar het oordeel van het CvB geen doorgang konden vinden, zouden er twee naar Oeganda gaan. In dat land brak begin oktober het Marburgvirus uit. Dat is een aan ebola verwant virus dat zeer dodelijk is. Half november meldde de regering echter dat het land officieel Marburgvirus-vrij was.
De andere reis die verboden werd, zou vertrekken naar een grensgebied van Ethiopië. Die laatste werd volgens HvA-woordvoerder Meike Verhagen verboden, omdat het gebied te onveilig was. Volgens Verhagen wordt de situatie in alle Afrikaanse landen dagelijks bekeken en worden de oordelen waar nodig bijgesteld.
Kamervragen
Vorige maand stelde de HvA een 'nee, tenzij-beleid' in voor alle reizen naar Afrika. Dat deed zij vanwege 'de uitbraak van verschillende virussen en de politieke instabiliteit op het continent'. De komende twee jaar moet iedere HvA'er die een studiegerelateerde activiteit op het Afrikaanse continent wil ondernemen schriftelijke toestemming van het CvB hebben. Dat leverde veel ophef op en leidde onder meer tot Kamervragen.
Maandag beantwoordde minister Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap die vragen van PvdA-Kamerlid Mohammed Mohandis. Bussemaker benadrukt in de beantwoording dat er geen sprake is van een algeheel verbod op Afrika-reizen en dat de maatregel bezien moet worden als een ‘extra check’. Dat lijken de door de HvA overgelegde cijfers te bevestigen.
Bussemaker laat eveneens weten niet van zins te zijn landelijke richtlijnen op te stellen en dat reizen naar Afrika de verantwoordelijkheid van de reiziger of de organisatie blijven.
Lees hieronder de antwoorden van minister Bussemaker op de vragen van Kamerlid Mohandis.
Van de drie reizen die naar het oordeel van het CvB geen doorgang konden vinden, zouden er twee naar Oeganda gaan. In dat land brak begin oktober het Marburgvirus uit. Dat is een aan ebola verwant virus dat zeer dodelijk is. Half november meldde de regering echter dat het land officieel Marburgvirus-vrij was.
De andere reis die verboden werd, zou vertrekken naar een grensgebied van Ethiopië. Die laatste werd volgens HvA-woordvoerder Meike Verhagen verboden, omdat het gebied te onveilig was. Volgens Verhagen wordt de situatie in alle Afrikaanse landen dagelijks bekeken en worden de oordelen waar nodig bijgesteld.
Kamervragen
Vorige maand stelde de HvA een 'nee, tenzij-beleid' in voor alle reizen naar Afrika. Dat deed zij vanwege 'de uitbraak van verschillende virussen en de politieke instabiliteit op het continent'. De komende twee jaar moet iedere HvA'er die een studiegerelateerde activiteit op het Afrikaanse continent wil ondernemen schriftelijke toestemming van het CvB hebben. Dat leverde veel ophef op en leidde onder meer tot Kamervragen.
Maandag beantwoordde minister Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap die vragen van PvdA-Kamerlid Mohammed Mohandis. Bussemaker benadrukt in de beantwoording dat er geen sprake is van een algeheel verbod op Afrika-reizen en dat de maatregel bezien moet worden als een ‘extra check’. Dat lijken de door de HvA overgelegde cijfers te bevestigen.
Bussemaker laat eveneens weten niet van zins te zijn landelijke richtlijnen op te stellen en dat reizen naar Afrika de verantwoordelijkheid van de reiziger of de organisatie blijven.
Lees hieronder de antwoorden van minister Bussemaker op de vragen van Kamerlid Mohandis.
