Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Veel sport, weinig top, bij de topsport-hogeschool van Nederland
actueel

Veel sport, weinig top, bij de topsport-hogeschool van Nederland

Sebastiaan van de Water Sebastiaan van de Water,
2 January 2015 - 15:26
In hetzelfde jaar dat de HvA zich beleidsmatig manifesteerde als dé topsporthogeschool van Nederland, bleven bij de huidige lichting sporters de echte topprestaties uit. Sportief gezien was 2014 een jaar van zaaien, maar niemand weet wanneer het oogsten kan beginnen.

HvA grijpt leidende rol in Europa
Toen HvA-rector Huib de Jong in juni zijn fiat gaf voor de oprichting van Topsport Academie Amsterdam (TAA), wist HvA-medewerker Dennis van Vlaanderen genoeg. 2014 zou voor hem persoonlijk een topjaar worden. Drie jaar lang had hij gestreden voor een dienst die álle topsporters aan de HvA zou gaan ondersteunen. Nu was die dienst eindelijk een feit. '2014 was het beste jaar uit mijn carrière,’ stelt Van Vlaanderen nu. 'We hebben een leidende rol gepakt in Nederland en Europa op het gebied van sport en onderwijs. Dat blijkt ook wel uit de Europese subsidies die we recent hebben ontvangen.’

Huib de Jong, Dennis van Vlaanderen en Jacomine Ravensbergen snijden  de TAA-taart aan Huib de Jong, Dennis van Vlaanderen en Jacomine Ravensbergen snijden de TAA-taart aan
Lector topsport Cees Vervoorn vult de opsomming moeiteloos aan. ‘Het blijkt ook uit de Olympische accreditatie die het AMC en VUmc hebben gekregen voor hun sportonderzoek, en uit het feit dat het Amsterdam Institute of Sport Science (AISS) nu echt begint te draaien. Het was al met al een fantastisch jaar.’

Weinig topprestaties van de topsporters
Het belang van al deze ontwikkelingen werd in 2014 onderstreept door de tegenvallende prestaties van de topsporters die momenteel aan de HvA en UvA verbonden zijn. Op het WK Hockey figureerden enkele UvA-studenten, maar zij faalden opzichtig met het herenteam. Aan het WK-roeien deed een hele waslijst aan Amsterdamse studenten mee, maar de prestaties waren volgens HvA-domeinvoorzitter én WK-organisator Jacomine Ravensbergen in één woord samen te vatten: 'Dramatisch’. UvA-studente Marrit Leenstra won weliswaar Olympisch goud met de ploegenachtervolging schaatsen - een van tevoren zekere medaille - maar greep naast de door haar vurig gewenste individuele medailles.

Misschien wel knapper dan het Olympisch goud van Leenstra, was de vierde plek van AMC-arts Esmé Kamphuis bij het bobsleeën. ‘Als je uit een land zonder bergen en zonder bobbaan komt, dan kun je alleen maar ontzettend tevreden zijn met een vierde plaats,' blikt Kamphuis nu terug. 'Maar het blijft heel erg balen dat je die medaille niet gewonnen hebt.’ Ze moet het nu doen met een olympisch diploma. Die kunnen ook mooi zijn, niet waar? ‘Ja dat kan. Een vriendin van mij kreeg in Beijing een klassieke papyrusrol in een koker. Maar ik kreeg in Sotsji een A4'tje van karton met een paar logo’s erop...’

Emsé Kamhuis in haar bob, - Foto: Bobteam Kamphuis, Facebook Esmé Kamhuis in haar bob | Foto: Bobteam Kamphuis, Facebook

Eind december greep Kamphuis ook nog eens naast de prijs voor de Amsterdamse sportvrouw van het jaar. ‘Het was een eer om genomineerd te zijn,' stelt Kamphuis formeel. Daarna is ze eerlijker. 'Het zou een mooie afsluiter geweest van mijn carrière, want ik ben inmiddels gestopt. Maar bobsleeën is nou eenmaal geen populaire sport. Of ik baal? Ja, elke sporter die niet wint, baalt.'

Breedtesport blijkt even meedogenloos als topsport
De studentensportkalender wordt elk jaar gekleurd door drie traditionele evenementen. Met wisselende resultaten voor de Amsterdamse afvaardigingen. Bij roeiklassieker de Varsity toonde Nereus zich zoals verwacht oppermachtig, maar bij de Groot Nederlandse Studenten Kampioenschappen (GNSK) belandde Amsterdam teleurstellend naast het podium. Tijdens de traditionele Batavierenrace leek Amsterdam op koers een medaille te winnen, totdat de laatste loper alles verknalde. Die loper was Mark Schram. Hij blikt terug op zijn martelgang naar de finish:

'Ik had nauwelijks geslapen omdat ik de hele nacht onze lopers had bijgestaan door met de auto heen en weer te rijden. Toen ik 's middags zelf in actie moest komen hoorde ik dat we derde stonden. Ik hoefde dus alleen bij de loper uit Eindhoven te blijven. Dat lukte. Tenminste, de eerste paar kilometer. Die gast rende 19 kilometer per uur. Op een gegeven moment was ik klaar. Ik ben door een mannetje of honderd gepasseerd. Ik bleef doorrennen, maar vraag me niet hoe ik over de finish ben gekomen, want ik werd wakker in een EHBO-tent.'

De zwartste pagina van de Amsterdamse studentensport was dit jaar het overlijden van UvA-student Arthur Fonville. Hij stierf tijdens de Dam-tot-Damloop aan de gevolgen van een zogenaamde heatstroke.
website loading