Meerdere studenten die volgende week verplicht moeten deelnemen aan het
Students in Motion-project (SIM) van het Domein Digitale Media & Creatieve Industrie van de HvA, hebben geklaagd over de privacyvoorwaarden van het project. De HvA heeft de voorwaarden naar aanleiding van die kritiek aangepast. In de voorwaarden van SIM claimde de HvA intellectuele eigendomsrechten op alle producties die studenten maken in het kader van het project. Bovendien zou de HvA alle portretrechten van de foto’s van de studenten krijgen, en kon ze die onder meer gebruiken voor marketing-, journalistieke of sociale doeleinden.
Volgens HvA-woordvoerder Meike Verhagen zijn de gewraakte voorwaarden niet vreemd. ‘Formeel is de HvA van alles wat een student in het kader van zijn of haar opleiding maakt eigenaar in de auteursrechtelijke zin,’ zo laat zij desgevraagd weten. Volgens haar is dat deel slechts een bevestiging van vigerend beleid.
Wat betreft de zogenaamde
quitclaim – het bij voorbaat afnemen van portretrechten van een geportretteerde – stelt Verhagen in een e-mail dat ‘[h]et SIM-project valt of staat met beeldmateriaal. (…) Als wij van alle studenten die op dit materiaal voorkomen per individu achteraf een zogeheten ‘
quitclaim’ moeten vragen, is dat logistiek onmogelijk. Vandaar dat wij ervoor hebben gekozen dit vooraf te doen.’ Dat schoot bij verschillende studenten echter in het verkeerde keelgat.
[Artikel gaat verder onder de tweets]
https://twitter.com/beko1997/status/559643515215704064
https://twitter.com/sjongejan/status/559655393040039936
https://twitter.com/Spoderstef/status/559699883964514304
https://twitter.com/sdevos16/status/559708266662748160
Enkel binnen het onderwijs
Naar aanleiding van de vele boze tweets van studenten zijn de voorwaarden echter aangepast. De HvA vraagt enkel nog om de portretrechten van de studenten voor gebruik binnen het onderwijs. ‘Studenten wordt gevraagd het project in een korte film samen te vatten. Op basis van deze film worden de studenten ook beoordeeld. Dat maakt dat het gebruik van foto- en filmopnamen een wezenlijk onderdeel is van het onderwijs,’ stelt Verhagen. 'Mochten we de foto's later voor eventuele andere doeleinden willen gebruiken, dan zullen wij dat dan nogmaals aan de studenten vragen.'
Juridisch gezien bevond de HvA zich met een brede claim, zoals zij studenten eerst liet ondertekenen, op glad ijs. De vraag is in hoeverre de studenten daadwerkelijk vrij waren om deze verklaring te ondertekenen, dan wel de afstand van hun portretrechten te weigeren. Bij weigering konden ze zich immers niet inschrijven voor een groep, zouden ze de studiepunten van het project missen, en konden ze hun diploma niet halen.