Minister Bussemaker opende gisteren een speciale
DWDD tentoonstelling in het Allard Pierson museum. Ter ere aan het tienjarige bestaan van het televisieprogramma struinden een aantal vaste gasten van het programma de afgelopen twee maanden de depots van Nederlandse musea af op zoek naar verborgen pareltjes. Het resultaat is vanaf vandaag in tien zalen te bewonderen.
Qua bezoekersaantallen begint het voor de tentoonstelling meteen goed, het is druk in het Allard Pierson museum deze avond. Ter gelegenheid van de opening zijn alle gastconservatoren aanwezig, onder wie Jan Mulder, Nico Dijkshoorn, Joost Zwagerman en Marc-Marie Huijbregts. Ze gingen naar een van de tien grote musea in Nederland en mochten allen een zaal inrichten.
'Hebbes'

Presentator Matthijs van Nieuwkerk houdt een korte speech. Hij vertelt dat op de redactie van de
De Wereld Draait Door het idee had om een rubriek te maken over ‘verborgen kunst’; kunst die ligt opgeslagen in depots van musea en waarvan niemand het bestaan meer van kent. ‘Maar we besloten het niet te doen, juist omdat het in depots ligt en we mensen de mogelijkheid wilden geven de kunst ook echt te zien. Toen bleek het Allard Pierson museum vrij te zijn met tien zalen en dachten we “hebbes”.’
Minister van Onderwijs en Cultuur, Jet Bussemaker voegt toe: ‘Mijn opdracht als minister was om cultuur en media met elkaar te verbinden en dat is hier als geen ander gedaan. Het is een heel bijzondere gelegenheid om de fantastische kunst van Nederland te laten zien.’
Diner van meerdere gangen
‘Het lijkt een beetje op een diner van meerdere gangen’, zegt een bezoeker. En dat is inderdaad een goede vergelijking. De tentoonstelling is heel divers. De deelnemende musea bevinden zich door het hele land, van het Rijksmuseum tot het Groninger Museum en hebben allemaal een eigen specialiteit. De kunst is door de ‘gastconservatoren’ persoonlijk uitgezocht en ze hebben allemaal een inleiding geschreven hoe ze tot hun keuze gekomen zijn. Van de zaal van Joost Zwagerman waar ‘de dood’ een belangrijk thema is, tot de vrolijke graffiti en popart die Jan Mulder bij het Groninger Museum uitzocht.
Slechts presentator

Van Nieuwkerk geeft het ene na het andere interview. Hij begeeft zich snel van de ene zaal naar de andere en wordt ondertussen continu aangeklampt. Heeft hij zelf een favoriet en had hij niet zelf ook een kunstwerk willen uitzoeken. ‘Het is geweldig, alle kunst die je hier zit is een soort geschiedenisles en dat lag maar een beetje te verstoffen. Maar nee, ik zou niet zelf iets willen uitzoeken. Ik ben slechts presentator en dat moet zo blijven.’
Eigen geur

Marc-Marie Huijbregts bracht een bezoekje aan het depot van het Van Abbemuseum. Hij werd daar vooral getroffen door de portretten die hij tegenkwam, vertelt hij terwijl hij er een paar aanwijst. ‘Ik werd ongemerkt naar de portretten toe gezogen. Mijn ogen zochten andere ogen.’ Naast schilderijen heeft Huijbregts een eigen geur ontwikkeld, samen met een heuse ‘aroma-dj’. Het is een mix van vijf geuren, waaronder popcorn en mandarijn. Door een luikje open te draaien in een kastje tegen de muur kan de geur geroken worden. ‘Het leek me leuk naast schilderijen te laten zien, bezoekers ook iets te laten ruiken. Toevallig was het museum daar juist net zelf ook mee bezig.’
Kunstschatten
De directeur van het Allard Pierson museum, Wim Hupperetz, loopt zo trots als een pauw door zijn museum. ‘Het is een feest, fantastisch wat hier in zo’n korte tijd is neergezet. Je moet mee in de dynamiek als museum. Er is een heel ander klimaat dan vroeger in de museumwereld. Alle musea hebben meegewerkt, in een hele open sfeer. Er is niets meer te merken van de arrogantie van vroeger en daar profiteren we van. Kijk maar om je heen: dit zijn allemaal Nederlandse kunstschatten.’