VSNU-voorzitter Sijbolt Noorda wil dat de universiteiten ‘een scherpere prestatiecultuur’ omarmen. Hij zegt dit in een tweegesprek met staatssecretaris Zijlstra (OCW), dat te lezen is in nrc.next van 12 december. Afgelopen vrijdag hebben de twee hun handtekening gezet onder een akkoord dat het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek in Nederland beter moet maken.
Een scherpere prestatiecultuur moet dat bewerkstelligen, zegt Noorda. ‘Wat betreft de docent: alleen je colleges goed voorbereiden en er altijd zijn, is niet genoeg. Je moet het uiterste zien te halen uit elke student die je voor je hebt. En wat betreft de studenten: met studeren is het soms net als in een sportschool. Op een gegeven moment treedt er verzuring op en dan moet je doortrappen, ook als het pijn doet. Onderwijs is geen entertainment, de collegezaal geen bioscoop,' zegt hij tegen de verslaggever nrc.next.
Maatwerk
Beide heren zijn het erover eens dat maatwerk de komende jaren de sleutel wordt voor universitaire kwaliteit. Noorda: ‘Maatwerk is de sleutel tot succes. De universiteiten mogen zelf een voorstel doen voor hun prestatieafspraken.’ Zijlstra: ‘Met iedere universiteit worden afzonderlijke afspraken gemaakt. Het is de bedoeling dat de universiteiten diverser worden. Dat bereik je niet door iedereen door dezelfde hoepel te laten springen.’
In de plannen van Zijlstra moeten universiteiten zich specialiseren en zich dus van elkaar onderscheiden. Daartoe moeten ze binnen de eigen instelling zwaartepunten aanwijzen. ‘Als je tot die wereldtop wilt behoren, moet je focussen op de wetenschapsgebieden waarin je echt goed bent,’ zegt Zijlstra.
Toch blijven wat hem betreft ook de vakgebieden bestaan die niet binnen de specialisaties vallen. ‘Keuzes maken is soms niet leuk voor wie aan de verkeerde kant van de streep staat, maar het is zeker niet zo dat we onderzoekers buiten de topsectoren aan hun lot overlaten. Er gaan geen vakgebieden uit Nederland verdwijnen, dat is niet aan de orde. Maar er staat wel druk op.’
De door Zijlstra gewenste topsectoren gelden voornamelijk voor het onderzoek. Ze zullen mede moeten worden gefinancierd door het bedrijfsleven, dat het geld via belastingmaatregelen gedeeltelijk terug kan krijgen. Noorda vreest dat de bekostiging van onderzoek daardoor afhankelijk wordt van de luimen van het bedrijfsleven. Zijlstra denkt dat het wel los zal lopen.
‘Er zijn honderden miljoenen fiscaal beschikbaar. Dat biedt kansen voor bedrijven en universiteiten. En ik denk dat ze die pakken. Voor universiteiten is deze afhankelijkheid inderdaad ook een risico, daar loop ik niet voor weg. Maar juist daarom ben ik ervan overtuigd dat ze die kansen zullen pakken.’