De studenten zien er moe uit, al zijn de zenuwen nu ze op dag twee zijn aanbeland een stuk minder geworden. Sinds oktober zijn de rechtenstudenten die meedoen aan de Willem C. Vis premoot al druk bezig met de voorbereidingen. En dit weekend moesten ze zich bewijzen. Veertien teams kruisen tijdens meerdere pleitsessies de degens met elkaar, ter voorbereiding op de ‘echte’ mootcourts in Hong Kong en Wenen. ‘In oktober hebben de studenten een casus gekregen. Daarna hebben ze processtukken moeten schrijven en nu gaan ze voor het eerst pleiten.’
Het is de 22ste keer dat de Willem C. Vis Mootcourt wordt gehouden. De mootcourt is een soort oefenrechtbank, vernoemd naar een Nederlandse rechtsgeleerde, vertelt Mariska van der Pluijm, een van de organisatoren van de premoot in Amsterdam. ‘Het is een hele leuke, maar ook drukke tijd’, zegt Dennis Bemelmans (26), masterstudent privaatrecht aan de UvA. Hij heeft al gepleit en is opgelucht. ‘Toen ik moest gaan pleiten was het eerst wel even spannend, maar als je eenmaal bezig bent gaat het al snel beter. Het is alleen wel zo dat als je net eenmaal een beetje in komt de tijd alweer om is.’
Hoge verwachtingen
De studenten worden tijdens het pleiten beoordeeld door coaches. Toch is het nu nog vooral een oefening, want de echte wedstrijd zal in Hong Kong en Wenen plaatsvinden. In Wenen, de Europese variant, doen maar liefst 300 teams mee, zo vertelt Van der Pluijm. ‘De verwachtingen zijn hoog voor de Nederlandse deelnemers, want vorig jaar heeft het team van de UvA het gehaald tot de finale.’
Advocaat Frank Hamming is een van de coaches van het team van de UvA. ‘Ik ben heel positief over onze kansen dit jaar. Maar je moet uiteindelijk ook gewoon een beetje geluk hebben. Misschien heeft de jury uiteindelijk wel helemaal niets met jouw wijze van presenteren.’ Volgens Hamming heeft ieder land zo zijn eigen manier presentatie. ‘De Duitsers zijn van oudsher heel goed op de inhoud en heel serieus. De Amerikanen hebben vaak een hele goede presentatie, maar zijn inhoudelijk minder sterk. Wij proberen hier tussenin te gaan zitten’
Het is de 22ste keer dat de Willem C. Vis Mootcourt wordt gehouden. De mootcourt is een soort oefenrechtbank, vernoemd naar een Nederlandse rechtsgeleerde, vertelt Mariska van der Pluijm, een van de organisatoren van de premoot in Amsterdam. ‘Het is een hele leuke, maar ook drukke tijd’, zegt Dennis Bemelmans (26), masterstudent privaatrecht aan de UvA. Hij heeft al gepleit en is opgelucht. ‘Toen ik moest gaan pleiten was het eerst wel even spannend, maar als je eenmaal bezig bent gaat het al snel beter. Het is alleen wel zo dat als je net eenmaal een beetje in komt de tijd alweer om is.’
Hoge verwachtingen
De studenten worden tijdens het pleiten beoordeeld door coaches. Toch is het nu nog vooral een oefening, want de echte wedstrijd zal in Hong Kong en Wenen plaatsvinden. In Wenen, de Europese variant, doen maar liefst 300 teams mee, zo vertelt Van der Pluijm. ‘De verwachtingen zijn hoog voor de Nederlandse deelnemers, want vorig jaar heeft het team van de UvA het gehaald tot de finale.’
Advocaat Frank Hamming is een van de coaches van het team van de UvA. ‘Ik ben heel positief over onze kansen dit jaar. Maar je moet uiteindelijk ook gewoon een beetje geluk hebben. Misschien heeft de jury uiteindelijk wel helemaal niets met jouw wijze van presenteren.’ Volgens Hamming heeft ieder land zo zijn eigen manier presentatie. ‘De Duitsers zijn van oudsher heel goed op de inhoud en heel serieus. De Amerikanen hebben vaak een hele goede presentatie, maar zijn inhoudelijk minder sterk. Wij proberen hier tussenin te gaan zitten’
