Terwijl de bezetting van het Bungehuis voortduurt, vergaderde het faculteitsbestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen een paar deuren verderop met de Ondernemingsraad. Het ging in de vergadering over het nieuwe Profiel 2016, het toekomstplan voor de faculteit waarin grote bezuinigingen en hervormingen opgenomen zijn. De OR toonde zich kritisch.
Minimaal 20 studenten
Een pijnpunt voor de OR is bijvoorbeeld de passage in het plan waaruit zou kunnen worden opgemaakt dat vakken in de master die minder dan 20 studenten trekken worden opgeheven. Decaan Frank van Vree legt uit dat deze indruk onterecht is. ‘De tekst was onduidelijk verwoord. Het gaat om een gemiddelde van 20 studenten, dus als een vakgroep een vak aanbiedt dat veel studenten trekt kan dat een vak met minder studenten compenseren.’
Talen verdwijnen
In het toekomstplan voor de Faculteit der Geesteswetenschappen vallen de klappen vooral bij de talen en in het masteronderwijs. Er verdwijnen zes talenopleidingen. De talen zullen in een nieuwe studie met een regionaal accent worden samengevoegd, studenten kunnen de zes talen nog wel als minor of major kiezen.
Het gaat bij het voorstel vooral, maar niet alleen, om de kleine talen. Bedoeling is dat die worden ondergebracht in één cluster Internationale studies en Regiostudies. Arabisch, Hebreeuws, Italiaans, Nieuwgrieks, Scandinavische talen en Slavische talen zullen als zelfstandige opleidingen verdwijnen, maar terugkomen in zogenoemde taalverwervingsminoren. Daar zitten ook Turks, Portugees en Catalaans bij.
Van Vree stelde dat er nog vrijwel zeker aanpassingen gemaakt zullen worden en dan met name op het punt van de kleine talen, het heikele punt. 'We gaan in ieder geval opnieuw kijken naar de positie van Italiaans, Hebreeuws en Arabisch, en we gaan ook op andere manieren kijken naar een goede verankering van de taal- en cultuurexpertise, onder meer in het leerstoelenplan.'
De faculteit staat voor een grote bezuinigingsorganisatie. De begroting van 82 miljoen euro moet voor 2018 structureel met 7 miljoen euro bijgesteld zijn. Van de 700 voltijdbanen verdwijnen er 98, waarvan 78 onder wetenschappelijk personeel.
Niet inspirerend
OR-voorzitter Jonneke Bekkenkamp stelt dat het plan niet inspirerend is en de financiële en personele gevolgen niet duidelijk genoeg naar voren komen. ‘Er ontbreekt een terugblik op verkeerd uitgepakte beslissingen uit het verleden en we missen de empathie met mensen die ontslagen worden.’ Ook vindt zij dat het bestuur het ‘langzamer aan’ moet doen.
Van Vree reageert door te zeggen dat het toekomstplan zoals het nu bestaat slechts een ‘houtskoolschets’ is. ‘Het is heel makkelijk om er vanuit te gaan dat wat in het plan is opgenomen allemaal feiten zijn. Dat is niet zo. We hebben slechts een aantal lijnen uitgezet voor de toekomst.’ Hij zegt dat het onmogelijk is al over personele consequenties te spreken. ‘We moeten eerst een visie hebben over hoe het verder moet, voordat we iets kunnen zeggen over de gevolgen daarvan. Het is niet de juiste weg om rücksichtslos mensen te gaan ontslaan. We moeten het samen doen, anders zijn we aan de leeuwen overgeleverd.’