Na de UvA is deze week ook de HvA met een Massive Open Online Course (
MOOC) begonnen. In zes weken kunnen designers over de hele wereld hun kennis over ‘
prototyping interaction’ bijspijkeren. Oftewel: hoe maak, test en verbeter je een digitaal ontwerp. Via tekst, video’s en discussiefora gaan studenten met elkaar en met docenten in discussie en delen zij kennis over het vak. Aan het einde ontvangen de deelnemers een certificaat. ‘Goed voor op je cv,’ zegt Frank Kloos, die de MOOC samen met drie collega’s ontwikkelde.
Kloos is docent bij de opleiding Communication & Multimedia Design (CMD). Na jaren te hebben geluisterd naar mooie plannen die nooit werden uitgevoerd, besloot hij zelf aan de slag te gaan. ‘Nu online colleges een steeds belangrijkere rol innemen in het onderwijs, kan de HvA niet achterblijven,’ vindt hij. Voor zijn cursus hebben zich 2300 geïnteresseerden aangemeld, voornamelijk uit landen als Pakistan, India, de Verenigde Staten en Rusland. ‘Met deze MOOC kunnen we onszelf onderscheiden. Als onderwijsinstelling, maar ook in de ontwerpwereld, als experts op een bepaald gebied.’

CMD-docent Frank Kloos, die de MOOC 'Prototyping Interaction' ontwikkelde.
Wetenschap voor iedereen
In 2011 deden 160.000 studenten in 190 landen mee aan de online cursus
Artificial Intelligence van Stanford University. Daarna volgden universiteiten en hogescholen wereldwijd met een eigen MOOC, ook in Nederland. 'Een revolutie’, zo noemde minister van Onderwijs Jet Bussemaker de massale verspreiding van wetenschappelijke kennis begin dit jaar bij
De Wereld Draait Door.
Met MOOCs zouden studenten voortaan niet meer naar de universiteit hoeven te fietsen, maar thuis online colleges kunnen volgen van Ivy League-hoogleraren. Het is ‘de verheffing optima forma,’ volgens Bussemaker: wetenschap is voortaan toegankelijk voor iedereen, ook voor degenen die zich geen opleiding kunnen veroorloven.
In januari gaf de minister
groen licht aan universiteiten en hogescholen om studiepunten toe te kennen aan studenten die online colleges volgen. Op de UvA gebeurt dit al. ‘Het werkt stimulerend,’ zegt Arie den Boon, MOOC-ambassadeur van de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen (FMG) en ontwikkelaar van de eerste MOOC aan de UvA:
Introduction to Communication Science. ‘Als we een boek opgeven, bereidt twintig procent van de studenten zich voor op de les. Bij een MOOC is dat tachtig procent. Je kunt op deze manier veel beter inspelen op deze generatie, die gewend is om informatie tot zich te nemen via beeld.’

Screenshot uit het introductiefilmpje van de MOOC 'prototyping interaction'.
Weggegooid geld
Toch is er ook veel
kritiek op het digitale snufje. Zo zijn de slagingspercentages laag: van degenen die zich aanmelden voor een MOOC, haalt gemiddeld 7 procent de eindstreep. ‘Er zitten veel mensen tussen die alleen maar even komen snuffelen,’ weet Den Boon. Hij voegt eraan toe dat dit geen nadeel hoeft te zijn: ‘Ik volg ook veel MOOCs die ik niet afmaak, maar dat betekent niet dat ik niets heb geleerd.’
Een ander veel gehoord kritiekpunt is dat MOOCs te veel geld kosten. Frank Kloos en zijn collega’s reisden naar Silicon Valley, Londen en Berlijn om experts uit de ontwerpbranche te interviewen. De kosten: honderdduizend euro, betaald uit een innovatiepotje van het Domein Digitale Media en Creatieve Industrie. De MOOC is te volgen via
Iversity, dat net als platforms als
Coursera en
edX als verdienmodel hanteert dat studenten de cursussen gratis kunnen volgen, maar moeten betalen voor een certificaat. Van die opbrengst gaat geen cent naar de hogeschool.
Hoewel Kloos snapt dat mensen een MOOC in eerste instantie zien als weggegooid geld, is hij ervan overtuigd dat de HvA het geld op den duur kan terugverdienen. ‘We kunnen het materiaal telkens opnieuw inzetten. Dat scheelt geld, omdat er minder docenten voor de klas staan.’ Bovendien is het een goed pr-middel voor nieuwe studenten, voegt Den Boon toe. ‘Wij trekken topstudenten en –onderzoekers naar Amsterdam, omdat we laten zien dat we innovatief zijn en nieuwe onderwijsvormen uitproberen.’

Jelmer Evers
De universiteit blijft
Volgens onderwijsdeskundige
Jelmer Evers, die als enige Nederlandse docent genomineerd is voor de
Global Teacher Prize, is het sowieso verkeerd om MOOCs op dergelijke criteria beoordelen. ‘Het doel van MOOCs is nooit geweest om geld te verdienen, maar om kennis te verspreiden,’ zegt hij. ‘Dat lukt goed: zelfs als maar een paar procent de cursus afrondt, betekent dat nog altijd meer afgestudeerden dan een college normaal gesproken aflevert.’
Wel nuanceert hij het vernieuwende karakter van MOOCs. ‘In de jaren zeventig werden al VHS-banden opgestuurd naar mensen die kennis wilden opdoen. Zo bezien is dit een logische volgende stap.’ Ook denkt hij dat MOOCs het huidige onderwijs niet kunnen vervangen. ‘Als je alleen nog maar online les gaat geven, zullen minder sociale mensen buiten de boot vallen. De universiteit zal altijd nodig blijven voor menselijk contact. Dat zie je ook aan de mensen die een MOOC nu afmaken: het zijn vaak al hoogopgeleiden die willen bijleren en niet, zoals werd gehoopt, mensen uit armere landen voor wie een opleiding niet vanzelfsprekend is.’