Een achtste plaats voor Communicatiewetenschap & Mediastudies, en nog tien vakgebieden in de top 50 van de wereld. De UvA staat dit jaar hoog in de universiteitsrankings per vakgebied van het Britse Quacquarelli Symonds (QS). Vorig jaar stonden communicatiewetenschap & mediastudies, door QS gebundeld tot één vakgebied, nog op nummer 10.
De vakgebieden die naast Communicatiewetenschap & Mediastudies hoog in de ranking eindigen zijn psychologie (11), geografie (13), sociologie (14), taalkunde (22), ontwikkelingsstudies (24), politicologie (31), economie en econometrie (41), moderne talen (43), geneeskunde (46) en Engels (48).
Geen onderwijs
In de universitaire ranglijst worden vakgebieden van universiteiten over de hele wereld met elkaar vergeleken. Hierbij worden vier factoren meegewogen. Zo wordt er gekeken naar de reputatie van het afdelingencluster onder werkgevers en vakgenoten, naar het aantal wetenschappelijke citaties van het vakgebied van een universiteit en naar de H-index - het aantal citaties gekoppeld aan het aantal artikelen van een wetenschapper. De kwaliteit van het onderzoek wordt dus niet meegewogen in de ranglijst, evenals het onderwijs dat universiteiten geven.
Naast deze ranking komt QS jaarlijks met een faculteitsranking en een algemene ranking. In deze laatste stond de Universiteit van Amsterdam vorig jaar vijftigste.
Hoeveel zeggen universiteitsrankings nou eigenlijk? En wat betekent het om in de top 50 te staan? Folia Magazine schreef daar vorig jaar over. Lees het artikel hieronder.
De vakgebieden die naast Communicatiewetenschap & Mediastudies hoog in de ranking eindigen zijn psychologie (11), geografie (13), sociologie (14), taalkunde (22), ontwikkelingsstudies (24), politicologie (31), economie en econometrie (41), moderne talen (43), geneeskunde (46) en Engels (48).
Geen onderwijs
In de universitaire ranglijst worden vakgebieden van universiteiten over de hele wereld met elkaar vergeleken. Hierbij worden vier factoren meegewogen. Zo wordt er gekeken naar de reputatie van het afdelingencluster onder werkgevers en vakgenoten, naar het aantal wetenschappelijke citaties van het vakgebied van een universiteit en naar de H-index - het aantal citaties gekoppeld aan het aantal artikelen van een wetenschapper. De kwaliteit van het onderzoek wordt dus niet meegewogen in de ranglijst, evenals het onderwijs dat universiteiten geven.
Naast deze ranking komt QS jaarlijks met een faculteitsranking en een algemene ranking. In deze laatste stond de Universiteit van Amsterdam vorig jaar vijftigste.
Hoeveel zeggen universiteitsrankings nou eigenlijk? En wat betekent het om in de top 50 te staan? Folia Magazine schreef daar vorig jaar over. Lees het artikel hieronder.
