'Medezeggenschapsraden krijgen meer inspraak bij de benoeming van bestuurders, wat betreft het maken van profielen van die bestuurders, en de taak van opleidingscommissies worden verscherpt.' Dat was het tipje van de sluier van een nieuw wetsvoorstel dat minister Bussemaker gisteren oplichtte in het Kamerdebat naar aanleiding van het Maagdenhuis.
Zij wil echter niet te veel nieuwe rechten geven aan de medezeggenschap; volgens Bussemaker is het vooral een kwestie van bestuurscultuur. Ze moedigt universiteiten en hogescholen dan ook vooral aan om te experimenten met nieuwe soorten van medezeggenschap. 'Ik roep minimumeisen van de Wet Modernisering Universitaire Bestuurders ook aan deze niet als maximum op te vatten.'
Voorafgaand aan het Tweede Kamerdebat van gisteren klonk al trompetgeschal. ‘
Politiek omarmt eisen studenten om meer inspraak,’ kopte
de Volkskrant gisterenochtend. In het Kamerdebat bleek dat ‘meer inspraak’ door de verschillende partijen wel erg divers werden geïnterpreteerd. De SGP, de VVD, de PvdA en het CDA stelden uitdrukkelijk dat er ‘geen extra gereedschap’ nodig was voor de medezeggenschap. Het andere uiterste werd dan weer vertegenwoordigd door de SP die voor volledige democratie en de afschaffing van de Raad van Toezicht pleitte.

Minister Jet BussemakerDe overige partijen hadden een kaartenbak aan overige opties voor meer medezeggenschap. Die verschilden van een student-assessor in het college van bestuur (GroenLinks & PvdA), tot instemmingsrechten voor de opleidingscommissies (PvdA) en een Raad van Toezicht die voor de helft wordt benoemd door studenten en docenten (D66).
Unieke geesteswetenschappen
Naast medezeggenschap en bestuurscultuur waren ook de kleine geesteswetenschappenopleidingen onderwerp van debat. Bussemaker vond dat sommige opleidingen doorschoten in kleinschaligheid. Een laag studentenaantal zou volgens haar samenhangen met een slechte kwaliteit. Wat die opvatting van de minister betekende voor haar beleid, is nog niet duidelijk.
Onder meer Paul van Meenen (D66) pleitte voor een speciale regeling voor
zogenoemde unica, studies die maar op één plek in Nederland worden aangeboden. Minister Bussemaker ging daar gisteren nog niet al te veel op in. Ze kondigde wel een brief aan over de kleine talenstudies, die na de zomer wordt verzonden. Of universiteiten tot die tijd unica alsnog mogen opheffen, bleef in het midden.