Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Update: UvA en HvA willen meedoen aan experiment met instellingstoets
actueel

Update: UvA en HvA willen meedoen aan experiment met instellingstoets

Nina Schuyffel Nina Schuyffel,
3 June 2015 - 10:28
Jet Bussemaker wil een einde maken aan de bureaucratische rompslomp rondom opleidingskeuringen in het hoger onderwijs. In een brief aan de Tweede Kamer schrijft de minister vandaag dat het toezicht op opleidingen te ver is doorgeschoten en de verantwoordingsplicht ten koste gaat van de verbetering van de onderwijskwaliteit op universiteiten en hogescholen. Zij wil daarom studenten en docenten een stem geven in de evaluatie van opleidingen. Ook wil zij de periodieke NVAO-accreditaties versoepelen. De UvA laat weten graag mee te willen doen aan het experiment met de instellingstoets.

Beoordelen per opleiding
Net als in het huidige systeem worden opleidingen nog steeds elke zes jaar geëvalueerd, maar het verschil is dat de accreditatie straks niet meer automatisch na zes jaar vervalt. In plaats daarvan geldt keuring voor onbepaalde tijd en wordt na zes jaar gekeken of er redenen zijn om de accreditatie te herzien. Volgens de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) kan door deze maatregel de hoeveelheid papierwerk die instellingen nu ter verantwoording moeten aanleveren, worden gehalveerd.

Minister Jet Bussemaker Minister Jet Bussemaker

Ook mogen studenten in het nieuwe plan van Bussemaker hun eigen hoofdstuk schrijven in het evaluatierapport van de opleiding. ‘Zij zijn ervaringsdeskundigen, zij weten het beste of vakken op elkaar aansluiten en of een opleiding waarmaakt wat ze belooft,’ licht de minister vandaag toe in Trouw.

In 2017 begint zij bovendien met een experiment waaraan drie hogescholen en drie universiteiten mee mogen doen. Keuren gebeurt dan niet meer per afzonderlijke opleiding, maar per instelling. De opleiding mag daarbij in grote mate zelf bepalen hoe de verantwoording eruit ziet, iets wat Bussemaker beschrijft als een ‘teken van vertrouwen in de instellingen’. In 2020 wordt de proef geëvalueerd en kijkt de minister of de zogeheten ‘instellingsaccreditatie’ voor meer hogescholen en universiteiten moet worden opengesteld.

'Vertrouwen in plaats van wantrouwen'
De UvA is voor instellingsaccreditatie en heeft bij de minister al aangegeven mee te willen doen aan de proef die in 2017 van start gaat. 'Deelname sluit naar onze mening goed aan bij het debat waarin de UvA zich momenteel bevindt en de vraag naar meer autonomie voor de professional, decentralisering en afname van de regeldruk,' aldus persvoorlichter Kim Janssen namens het CvB. HvA-rector Huib de Jong is eveneens positief, al zal de Centrale Medezeggenschapsraad van de hogeschool eerst moeten instemmen met de maatregel. Zij vergadert op 9 juni over de kwestie.



Ook het Insterstedelijk Studenten Overleg (ISO) is voorstander van de proef, maar alleen als de medezeggenschap wordt versterkt. Volgens Tariq Sewbaransingh, voorzitter van de Centrale Studentenraad (CSR) van de UvA, is het vooral belangrijk dat onderwijs beoordeeld blijft worden door mensen buiten de organisatie. ‘Of we nou naar instellings- of opleidingsaccreditatie toe gaan, voor de onafhankelijkheid moet er altijd externe visitatie plaatsvinden. Dat kan door de NVAO, maar bijvoorbeeld ook door wetenschappers van hetzelfde vakgebied uit andere steden of landen.’

Garantie voor goede kwaliteit
De Vereniging Hogescholen is niet positief over de vermindering van de administratieve lastendruk bij de accreditatie, maar vindt wel dat de accreditatie per opleiding uitgangspunt moet blijven van het beoordelingssysteem. Ook de Landelijkse Studentenvakbond (LSVb) is tegen instellingsaccreditatie. ‘De student betaalt steeds meer voor zijn opleiding, en moet er dan ook vanuit kunnen gaan dat deze van goede kwaliteit is. Instellingsaccreditatie kan dit niet garanderen,’ schrijft voorzitter Tom Hoven in een persbericht
website loading