De steun voor de afschaffing van de ondernemingsraden en studentenraden als losstaande medezeggenschaporganen neemt toe. Ook Geesteswetenschappendecaan Frank van Vree schaart zich achter een gezamenlijke faculteitsraad, zegt hij in faculteitsblad Babel.
‘De UvA heeft een legitimiteitsprobleem en dat heeft te maken met de bestuurlijke inrichting. Ik wil van de gedeelde medezeggenschap af. Die is gebaseerd op belangentegenstellingen en die zijn geënt op een bedrijfsmodel. Geen aparte ondernemingsraad en studentenraad, maar een faculteitsraad en een universiteitsraad, zodat studenten en docenten bij elkaar zitten en het faculteitsbestuur het vertrouwen kan verdienen van een raad die een afspiegeling is van één facultaire gemeenschap.’ Dat zegt FGw-decaan Frank van Vree deze maand in een vraaggesprek met Babel, waarin hij terugblikt op het tumultueuze collegejaar.
MUB
Of het idee van Van Vree – dat eerder al omarmd werd door onder meer rechtendecaan en vicerector Edgar du Perron – daadwerkelijk zijn hetintrede gaat doen, hangt mede af van de commissie governance. Die gaat komend collegejaar onderzoek doen naar de bestuurlijke (her)inrichting van de UvA, inclusief de medezeggenschap. Het huidige systeem van gescheiden faculteits- en ondernemingsraden werd in 1997 ingevoerd in de slipstream van de nieuwe Wet op de modernisering universitaire bestuursorganisatie (MUB).
Het tot die tijd bestaande systeem van faculteitsraden en een overkoepelende universiteitsraad met vergaande bevoegdheden, werd in 1997 als achterhaald beschouwd. In een artikel in Folia werd het destijds bijgeschreven ‘in het grote boek met vergissingen uit de jaren zeventig’.
Van 35 naar 19 procent
De in november 1997 ingevoerde gedeelde medezeggenschap bleek echter slecht voor de studentendemocratie: in november van dat jaar werden aan de UvA voor het eerst aparte ondernemingsraad- en studentenraadsverkiezingen gehouden. De opkomst bij de medewerkers bleef gelijk aan voorgaande jaren – ongeveer 50 procent, bij de studenten daalde de opkomst gelijk met twaalf procentpunt: van 35 procent (1996) naar 23 procent. De hele centrale studentenraad (veertien zetels) werd aanvankelijk overigens getrapt gekozen: per facultaire studentenraad werden twee studenten afgevaardigd naar de centrale raad. Met de opkomst bij de studentenraadsverkiezingen is het over de jaren heen niet meer goed gekomen: dit jaar kwam die uit op 19,2 procent.
‘De UvA heeft een legitimiteitsprobleem en dat heeft te maken met de bestuurlijke inrichting. Ik wil van de gedeelde medezeggenschap af. Die is gebaseerd op belangentegenstellingen en die zijn geënt op een bedrijfsmodel. Geen aparte ondernemingsraad en studentenraad, maar een faculteitsraad en een universiteitsraad, zodat studenten en docenten bij elkaar zitten en het faculteitsbestuur het vertrouwen kan verdienen van een raad die een afspiegeling is van één facultaire gemeenschap.’ Dat zegt FGw-decaan Frank van Vree deze maand in een vraaggesprek met Babel, waarin hij terugblikt op het tumultueuze collegejaar.
MUB
Of het idee van Van Vree – dat eerder al omarmd werd door onder meer rechtendecaan en vicerector Edgar du Perron – daadwerkelijk zijn hetintrede gaat doen, hangt mede af van de commissie governance. Die gaat komend collegejaar onderzoek doen naar de bestuurlijke (her)inrichting van de UvA, inclusief de medezeggenschap. Het huidige systeem van gescheiden faculteits- en ondernemingsraden werd in 1997 ingevoerd in de slipstream van de nieuwe Wet op de modernisering universitaire bestuursorganisatie (MUB).
Het tot die tijd bestaande systeem van faculteitsraden en een overkoepelende universiteitsraad met vergaande bevoegdheden, werd in 1997 als achterhaald beschouwd. In een artikel in Folia werd het destijds bijgeschreven ‘in het grote boek met vergissingen uit de jaren zeventig’.
Van 35 naar 19 procent
De in november 1997 ingevoerde gedeelde medezeggenschap bleek echter slecht voor de studentendemocratie: in november van dat jaar werden aan de UvA voor het eerst aparte ondernemingsraad- en studentenraadsverkiezingen gehouden. De opkomst bij de medewerkers bleef gelijk aan voorgaande jaren – ongeveer 50 procent, bij de studenten daalde de opkomst gelijk met twaalf procentpunt: van 35 procent (1996) naar 23 procent. De hele centrale studentenraad (veertien zetels) werd aanvankelijk overigens getrapt gekozen: per facultaire studentenraad werden twee studenten afgevaardigd naar de centrale raad. Met de opkomst bij de studentenraadsverkiezingen is het over de jaren heen niet meer goed gekomen: dit jaar kwam die uit op 19,2 procent.
