Amfi is door Business of Fashion (BoF) op het nippertje uitgeroepen tot een van de 21 beste modeopleidingen ter wereld. De beroepsopleiding van de HvA eindigt in de wereldwijde ranking op de 20ste plek, en laat daarmee het particuliere Pratt Institute in New York achter zich. Op de lijst staan verder prestigieuze scholen in landen als China, Italië, Australië en de Verenigde Staten.
Het is voor het eerst dat online fashionmagazine BoF een onderzoek uitvoert naar mode-onderwijs. De resultaten zijn gebaseerd op enquêtes onder ruim vierduizend studenten en alumni van 24 scholen, verdeeld over elf landen. Ook zijn 88 experts uit de mode-industrie ondervraagd.
Slechte voorbereiding op de arbeidsmarkt
In het onderzoek richtte BoF zich op drie waarden: internationale reputatie, ervaringen van studenten en de invloed van de betreffende modeopleiding op lange termijn. Op het eerste punt scoort de HvA met 26 punten relatief laag. Ter vergelijking: het Central Saint Martins in Engeland - dat op de eerste plaats eindigde – scoort 86 punten, onder meer vanwege de vele prijzen die de school eerder al won.
Ook qua leservaring is er volgens studenten en alumni wel het een en ander op Amfi aan te merken. ‘Het is een goede school, maar de focus ligt te veel op praktische uitvoeringen zoals naaien en het maken van patronen,’ staat in een van de reacties. Een huidige student schrijft dat de theoretische kennis ‘ernstig’ tekortschiet. De HvA-opleiding scoort verder laag op faciliteiten (te weinig ruimte en slechte spullen om mee te werken) en voorbereiding op de arbeidsmarkt. Zo zijn studenten onder meer ontevreden over ondernemersonderricht en loopbaanbegeleiding. ‘The main focus is concept en not business.’
Amfi-directrice Souraya Bouwmans herkent zich maar deels in de kritiek. ‘Het gebouw is een telkens terugkerend punt van aandacht. Maar we doen al veel om de faciliteiten te verbeteren. Volgende week beginnen we bijvoorbeeld met een Makers Lab, een extra ruimte waar onze studenten terechtkunnen om te werken.’
De klacht dat studenten te weinig commercieel inzicht bijgebracht krijgen, spreekt Bouwmans resoluut tegen. ‘Daar herken ik mij niet in. Ik denk dat de reacties vertekend zijn door alumni die hier lang geleden zijn afgestudeerd. Maar er is de afgelopen jaren veel veranderd. Studenten worden al meteen vanaf het begin getraind om te kijken naar de markt en doelgroepen te analyseren. En in 2016 beginnen we met een master ondernemerschap, waarbij studenten de gelegenheid krijgen hun eigen bedrijf op te richten.’