De Rijksoverheid zit met de handen in het haar over wat er moet gebeuren met Paleis Soestdijk. Het voormalig paleis van prinses Juliana en prins Bernhard staat al meer dan tien jaar leeg. Bij elk idee voor een zinvolle bestemming staken steeds de stemmen of er is geen geld, en dan gebeurt er niets. Maar nu komen er dan misschien de Soestdijk Masters, een idee van HvA-docent media, informatie & communicatie (mic) Paul Disco. Hij is van plan in het paleis een praktijkgerichte opleiding te vestigen: de Soestdijk Masters of Applied Sciences (SMAS).
‘Het moet een soort Oxford worden, maar dan voor hbo-masters,’ licht Disco zijn idee toe. Regelmatig hoort de marketingdocent van zijn studenten dat zij zich na hun opleiding graag zouden willen verdiepen. Maar de HvA biedt op mic-gebied geen master aan. Een universitaire master is vaak geen optie, omdat hbo-studenten daar meestal eerst een schakeljaar moeten doen en daar een hoog bedrag aan collegegeld moeten betalen. Door Paleis Soestdijk in te richten als onderwijsinstelling, snijdt het mes volgens Disco aan twee kanten. ‘Het paleis wordt weer gebruikt en ambitieuze HvA-studenten kunnen een stap verder komen.’
Disco heeft naar eigen zeggen contact met ‘grote spelers uit het bedrijfsleven’ om de instelling werkelijkheid te laten worden. Ook de Vereniging Hogescholen heeft hij aan zijn zij. ‘SMAS zou professoren, lectoren en docenten samen kunnen laten werken met bedrijven en brancheverenigingen, op eenn centrale, toegankelijke plaats in Nederland.’ Welke masters er allemaal zullen worden aangeboden, weet Disco nog niet. Voor de mediamaster heeft hij al wel een idee. ‘Vraag Alexander Pleijter om Groningen te vertegenwoordigen en zet daar Piet Bakker uit Utrecht bij, en je combineert zo de beste kennis van verschillende onderwijsinstellingen in het land.’
Publiek en privaat geld
Vooralsnog bestaat SMAS alleen nog maar uit een plan. Voor half oktober moet Disco zijn visiedocument hebben ingeleverd bij de overheid. Of SMAS er werkelijk komt, moet de toekomst uitwijzen. ‘Het instituut kan zowel met publiek als privaat geld worden gefinancierd, al zal de overheid in ieder geval moeten bijspringen voor de renovatie. Alleen al voor het opknappen van het pand en de omgeving is zo’n honderd miljoen euro nodig.’