‘We moeten onze studenten voorbereiden op een immer veranderende arbeidsmarkt. We moeten ze klaarstomen voor beroepen die nu nog niet eens bestaan,’ zo leidde Simon Gribling gisteren de derde en laatste sessie van Beyond Future Proof Education in. Beyond Future Proof Education is een reeks bijeenkomsten – voortbordurend op de HvA Onderwijsconferentie van vorig jaar – over de toekomst van het onderwijs. In eerdere sessies werden er drie voorstellen gepresenteerd die in deze laatste sessie van een pilot zouden worden voorzien.
Aan de hoeveelheid dampende koffiepotten te zien verwachtten de organisatoren een hoge opkomst. Uiteindelijk had iedere aanwezige een pot voor zichzelf. Zeven HvA-medewerkers en één student zaten rond een grote tafel om de toekomst van het HvA-onderwijs te bespreken. Dat deze toekomst blijkbaar in uitsluitend mannelijke handen ligt, leek niemand te deren.
Workshopleider Simon Gribling begon met het schetsen van vier typen studenten: de consumer, de prosumer, de co-creator en de self-learner. Deze typen studenten behoeven elk verschillende gradaties van leraarsautoriteit, inkadering en hapklaar onderwijs. Het plan was om de voorstellen die op tafel lagen te benaderen door de ogen van deze verschillende studenten. Dat namen de aanwezigen nogal letterlijk: er werden verschillende felgekleurde brilletjes uitgedeeld die elk een type student vertegenwoordigden. Na een uur debatteren kwamen de aanwezigen tot een eerste consensus: studenten zijn toch niet zo makkelijk in vier categorieën onder te delen. De brillen werden dus maar weer afgezet en de kokers werden opengetrokken – kokers met daarin de toekomstplannen voor de HvA.
Een menu van cirkels en proeftuinen
Het eerste voorstel dat op tafel werd gelegd was de ‘menukaart voor het onderwijs’. Deze menukaart zou studenten in staat moeten stellen zelf de volgorde en inhoud van hun vakkenpakket te bepalen en ze de mogelijkheid moeten geven om ook buiten hun studietrajecten bepaalde vakken te volgen. Zo zouden studenten zelf de accenten kunnen leggen binnen hun opleiding op een manier die zij belangrijk vinden. Er werd ook een pilot bedacht: een leertraject met weinig studenten – zoals bijvoorbeeld het leraar natuurkundetraject – zou vanaf volgend semester zelf de inhoud en volgorde van hun vakken moeten bepalen. Als deze leermethode op kleine schaal blijkt te werken, zou deze ook naar de rest van de HvA kunnen worden uitgebreid.
Vervolgens werd het proeftuinidee besproken. Een proeftuin is een fysieke locatie waar studenten, mensen uit de beroepspraktijk en het ‘individu’ – lees: de persoonlijke interesses van een student – samen worden gebracht. ‘De seat-to-meet functionaliteit is hierin wenselijk,’ en ook de scrum-methodiek zou volgens de aanwezigen mogelijkheden bieden. Meer concreet was het idee om de associate degreeEen associate degree is een opleiding voor mbo'ers die willen doorstuderen, maar geen trek hebben in een vierjarige hogeschoolopleiding. Een ad-traject duurt twee jaar en levert een associate degree-graad op, geen hbo-diploma. ondernemerschap in het proefkonijn van de proeftuin te veranderen: studenten uit verschillende opleidingen en met verschillende interesses zouden samen worden gebracht om problemen uit de beroepswereld te bespreken en op te lossen. Op deze manier kan een multidisciplinaire groep praktische ervaring opdoen en via de interesses van andere studenten in aanraking komen met verschillende facetten van het probleem.
Het laatste voorstel was ‘de cirkels van cirkels’. Een blad met daarop veel cirkels maakte min of meer duidelijk wat hiermee bedoeld werd: onderling samenhangende cirkels van personen, plekken, instituten en interesses beïnvloeden het leerproces van de student. De pilot van de cirkels van cirkels wordt samen met de nieuwe virtuele leeromgeving gelanceerd. Deze nieuwe virtuele leeromgeving zou, als het aan de HvA ligt, de cirkels van personen, plekken en interesses online aan elkaar verbinden.
Toekomstmuziek
Wanneer de pilots officieel gelanceerd worden, en hoe ze er concreet uit moeten zien is nog niet duidelijk. Wat wel duidelijk is, is dat de HvA zich wil inzetten voor het onderwijs van de toekomst en een redelijk idee heeft van hoe deze toekomst eruit moet zien. De lage opkomst van studenten lijkt wel een punt van aandacht. ‘Er is een kentering gaande in het structureren van het onderwijs; van wat de leraar wil naar wat de student wil,’ werd er ter inleiding vermeld, maar ook dat bleek toekomstmuziek.