‘Ja, dames en heren, welkom terug bij De Grote Kennis-Kunde-Kassaquiz! Mijn naam is Dymph van den Boom, en het is prrrrijzentijd in Amsterdam!'
'De vorige rondes hebben hun vruchten al afgeworpen: we gaven elkaar prijzen voor een rondje rennen om het Science Park, Carsten de Dreu kreeg de Hendrik Mullerprijs, Tatu Kumpulainen de Dick Stufkens – volgt u het nog?! Aan de HvA kreeg natuurlijk een zwik start-ups prijzen, dat moet voor de bedrijfjes instorten, en in de Ig Nobelronde – waarin kandidaten Henkjan Honing aan het lachen moesten maken – was natuurlijk iedereen een winnaar.
We hebben natuurlijk ook genoten van Ranking the Universities, waarin de UvA op een heel nette 58e plaats eindigde. Waar ze dat aan te danken hebben? Dat moet u mij niet vragen, ik ben maar een simpele rector, het is ons stervelingen niet gegeven om iets te begrijpen van de telling die de Times er op nahoudt. Maar toch leuk, 58e! We gaan door met de volgende ronde – dim de lichten!
Want, dames en heren, het is nu even voorbij met het gratuit gooien met titels en opgedirkte onderzoekssubsidies. In uw televisiegids stond dat we nu gaan pingpongen met de medezeggenschap, maar dat ga ik niet meer doen. We gaan de CvB-wijzer spelen, onder leiding van een nieuwe jury!
Rethink UvA heeft namelijk, ondanks haar haat voor kwantificatie, tien stellingen bedacht waar wij geen antwoord op willen hebben, maar enkel een getal. Het is immers De Grote Kennis-Kunde-Kassaquiz. Duidelijk? Mooi. Stelling 1 luidt: “Een universiteit heeft nood aan sterke en charismatische leiders.” Mevrouw Maex, ik zie u verward kijken – u snapt de stelling niet? Wat zegt u, meneer Van Dissel, voor iedere interpretatie vatbaar? Helaas, u mag uw antwoord niet motiveren van de onverbiddelijke jury – dat wordt een donker hoekje in de matrix voor u, vrees ik. Meneer Dijkgraaf, waarom loopt u nu ineens de studio uit? Zit er een vervanger in de zaal? Ah, mevrouw Gunning. U bent goed met kwantificeerbare doelen, niet?’