Dit tijdperk vraagt om een betere financiële educatie van jongeren. Het leenstelsel druist daar lijnrecht tegenin, betoogt Willem Landman.
Contactloos pinnen in de supermarkt, achteraf betalen bij webwinkels: met de digitalisering van geld lijkt ons betaalgemak alleen maar groter te worden. Maar virtueel geld heeft ook tot gevolg dat we gemakkelijker schulden maken. In het casino heeft men dit goed begrepen; het doet minder pijn als de croupier je een fiche van honderd euro afneemt, dan wanneer het om twee echte briefjes van vijftig euro gaat. Wanneer geld niet ‘echt’ voelt, geven we het veel makkelijker uit. Daar maken ook webwinkels en creditcardmaatschappijen dankbaar gebruik van, door het koopmoment en het betaalmoment (pleasure versus pain) uit elkaar te halen.
De virtualisering van geld en de mogelijkheid later te betalen zijn aan de orde van de dag en dragen zeer zeker bij aan de wijze waarop studenten met geld omgaan. Geld is daardoor geen tastbare grootheid meer maar een getal op een scherm, dat van de ene kleur in een andere kleur wijzigt naarmate je meer of minder opneemt.
In dit digitale tijdperk maken jongeren dan ook steeds meer schulden. Onder de huidige groep jongeren is de schuld in het afgelopen jaar verdrievoudigd. Van alle mbo’ers heeft 21 procent geld geleend bij anderen (formeel of informeel) of bij DUO. In 2011 was dat nog 17 procent. Niet alleen het aantal mbo-studenten dat leent is gestegen, ook het bedrag dat zij lenen is hoger geworden. In 2011 had de lenende mbo-student gemiddeld 1.265 euro schuld, nu is dat bedrag gestegen naar 3.681 euro.
De virtualisering van geld vraagt om een andere aanpak van financiële educatie, om zo te voorkomen dat gaandeweg een generatie ontstaat met steeds grotere financiële problemen. We moeten voorkomen dat jongeren een laconieke houding krijgen ten aanzien van hun financiële situatie. Nu al heeft ruim één op de zes Nederlanders (17,2 procent) schulden en bij 373.000 tot 531.000 huishoudens is sprake van problematische schulden.
De overheid heeft een belangrijke rol bij de bestrijding daarvan en voerde dit jaar het leenstelsel in. Draagt dit bij aan een grotere financiële bewustwording onder jongeren? Integendeel, het werkt onverantwoord financieel gedrag juist nog meer in de hand. De zogenoemde stepping-stone-theorie leert ons namelijk dat indien een eerste schuld wordt gemaakt ook makkelijker vervolgschulden worden gemaakt.
Ik legde die vraag vorig jaar oktober voor aan minister Dijsselbloem van Financiën, op een bijeenkomst van ‘Wijzer in Geldzaken’: ‘Enerzijds doet u pogingen om de Nederlanders
beter en bewuster met geld te laten omgaan, anderzijds zadelt u jongeren op met een schuld ten gevolge van hun studie. Hoe kunt u dat rijmen?’ Ik kreeg een antwoord dat ik had kunnen verwachten: ‘Wij hebben genoeg garanties ingebouwd om ervoor te zorgen dat mensen die door
dit nieuwe stelsel in de problemen raken, kunnen worden geholpen.’ Verdere discussie was gezien de setting van de bijeenkomst niet mogelijk – in het bijzijn van de koningin ga je niet lopen bekvechten.
Juist in een tijd waarin jongeren makkelijk schulden maken, maakt het leenstelsel dit voor hen normaal; schulden als uitgangssituatie. Op een hoorzitting over het leenstelsel in de Tweede Kamer stelde Anna van der Schors namens het Nibud: ‘De norm lijkt te worden dat het normaal is om schulden te hebben in plaats van dat schulden moeten worden afgelost.’ Jungmann en Van Geuns, werkzaam als wetenschappelijk onderzoekers aan de HvA, stellen in de De psychologie van schuld dat schuldhulpverlening vooral gericht moet zijn op het beïnvloeden van dat verantwoordelijkheidsgevoel. Om schulden daadwerkelijk aan te pakken, is het cruciaal dat mensen hun eigen gedrag onder ogen zien.
Het leenstelsel heeft precies het tegenovergestelde effect: vanwege de onontkoombaarheid van het aangaan van studieschulden zullen mensen dit probleem juist niet als hun probleem erkennen. Als bijwerking van dit leenstelsel zullen in de toekomst dus steeds meer jonge mensen in financiële problemen raken. Vooralsnog lijkt het erop dat de overheid zichzelf met de introductie van het leenstelsel in educatief opzicht op langere termijn aardig in de eigen voet heeft geschoten.
Willem Landman is financieel gedragseconoom aan de HvA, promovendus aan Nijenrode Business Universiteit en senior onderzoeker bij het Center for Applied Research on Economy and Management.