Oxford? Harvard? Wedijveren met deze prestigieuze kwaliteitsuniversiteiten lijkt misschien te veel gevraagd, maar staatssecretaris Halbe Zijlstra van OCW zag op 5 september, tijdens de opening van het academisch jaar aan de UvA, wel degelijk kansen om beide universitaire grootmachten naar de kroon te steken. ‘Als UvA en VU hun onderzoekscapaciteit maar gaan bundelen. Er ontstaat dan een onderzoeksinstelling met een onderzoeksbudget van meer dan een miljard euro. Dan kun je wel degelijk concurreren met Oxford.’
Selecteren, profileren en samenwerken. Dat draaide het vanmiddag om in de keynote speech die Zijlstra hield in de aula van de UvA. ‘En dat kan alleen door keuzes te maken. Er moet veel gebeuren om de kwaliteit van het hoger onderwijs te verhogen. En kwaliteitsverbetering is door de economische crisis, maar ook door de opkomst van landen als China en Singapore, alleen maar urgenter geworden, want daardoor wordt het steeds moeilijker om onze positie in de wereld vast te houden. De bakens moeten verzet worden, niets doen is geen optie.’
Zijlstra, net terug van een reis naar China, refereerde aan de Chinese wijsheid ‘Het is de tegenwind, die de vlieger doet stijgen’ om aan te geven dat de huidige crisis ook een uitdaging kan zijn. ‘Als universiteiten de krachten maar gaan bundelen, ook met het bedrijfsleven.’ Daarbij is specialisatie volgens de staatssecretaris belangrijk. ‘Waarom zou elke universiteit een zo breed mogelijk aanbod moeten hebben? Is kiezen uit enkele goede opleidingen niet beter dan kiezen uit tien tot twintig middelmatige?’
Zijlstra noemde verschillende voorbeelden waar samenwerking en specialisatie tussen UvA en VU al heel goed loopt. ‘Ik noem de Amsterdam Graduate School, het Amsterdam University College en de samenwerking tussen het AMC en het VU mc. Door zulke initiatieven kunt u bij de top blijven horen,’ hield hij zijn gehoor voor.
Mocht samenwerking tussen VU en UvA leiden tot de wens van beide instellingen om te gaan fuseren, dan verbindt de bewindsman daar voorwaarden aan, zo liet hij weten. ‘Ik sta kritisch tegenover fusies. Kijk naar het HBO. Daar hebben de fusies niet geleid tot een kwaliteitsverbetering. Maar als de universiteiten kunnen bewijzen dat een fusie meerwaarde oplevert. Als zo’n fusie gesteund word door docenten en wetenschappers. Als zo’n fusie leidt tot minder overheadkosten. En als zo’n fusie leidt tot een kwaliteitsverbetering van onderwijs en onderzoek. Dan zou de wet zo’n fusie ook niet tegen moeten kunnen houden en kunnen we wat mij betreft praten over een wetswijziging die fusie mogelijk maakt.’