HvA-voorzitter Jet Bussemaker introduceert
Peter Weijs, de nieuwe lector van het Domein Bewegen, Sport & Voeding, aan een propvol Auditorium. Om de gebeurtenis meer cachet te geven, heet het gebruikelijke introductiepraatje niet meer ‘openbare les’, maar ‘lectorale rede’. Bussemaker verklaart dat dit in navolging is van de inaugurele rede van universitair hoogleraren. ‘Want mensen vinden wetenschap aan de hogeschool nog steeds niet vanzelfsprekend,’ aldus Bussemaker, ‘terwijl het voor studenten heel belangrijk is om de HvA met de nieuwste wetenschappelijke inzichten te verlaten.’
Terwijl Weijs het woord krijgt, nemen laatkomers plaats op de treden in het middenpad. Tijd voor iets luchtigs. Weijs opent met de trailer van
March of the Penguins. De fysieke extremen die de mannetjespinguïn op de Zuidpool doormaakt terwijl hij zijn ei staat warm te houden, zijn namelijk onderwerp van Weijs’ onderzoek. Van obees tot ondervoed, het valt allemaal onder de vleugels van het
nieuwe lectoraat Management van lichaamssamenstelling.
Dikke inwoners in achterstandswijken
Obese mensen zijn in Nederland makkelijk te vinden, vooral in achterstandswijken. Weijs laat een diagram zien waaruit blijkt dat Nieuw West de Amsterdamse wijk is met de meeste mensen met overgewicht, terwijl stadsdeel Centrum de minste dikke inwoners heeft. Weijs’ groep werkt dan ook in Osdorp. Daar staat een voedingslab waar ze onderzoeken hoe ouderen kunnen afvallen, zonder spierweefsel te verliezen. Daarnaast houden ze voedingsspreekuur in de Osdorpse Buurtwinkel voor Onderwijs, Onderzoek en Talentontwikkeling (
BOOT), om zicht te krijgen op voedingsproblematiek in de buurt.
Ondervoeding is minder aan de orde in ons land, maar Weijs noemt in dit verband de Intensive Care. In samenwerking met het VUmc onderzoekt Weijs of eiwitrijke voeding de mortaliteit onder patiënten op de Intensive Care kan terugdringen.
Gedurende zijn rede benadrukt ook Weijs veelvuldig het belang van onderzoek aan de hogeschool, omdat studenten daar meer vanuit de praktijk denken. Als lector wil hij daarop voortbouwen en de wetenschap laten doordringen in de praktijk van voedingsdeskundigen en diëtisten.