Worden de prijzen op de aankomende Olympische Winterspelen wel eerlijk verdeeld? Nee, zegt hoogleraar accounting Jan Bouwens. Bij de jurysporten zoals het skischansspringen, krijgen landgenoten van de jury een streepje voor. Dat effect blijkt nog groter in afwezigheid van het publiek. ‘Het publiek dwingt onbewust een eerlijkere puntentoekenning af'
Bij het skischansspringen, al sinds 1924 op het programma van de Olympische Winterspelen, is het doel om zo ver mogelijk te springen en de sprong zo mooi mogelijk uit te voeren. Een jury van vijf man beoordeelt, onder het oog van de toeschouwers, de stijl van de sprong. Om bevoordeling tegen te werken worden de hoogste en de laagste beoordeling niet meegeteld. Maar daarmee is het oordeel nog niet eerlijk.
Juryleden geven positievere beoordelingen aan landgenoten dan hun prestatie rechtvaardigt, zo blijkt uit onderzoek. En dat niet alleen, ook juryleden met een andere nationaliteit geven hogere boordelingen als een mede-jurylid een landgenoot van een atleet is. Bouwens: ‘Dus wanneer een Nederlander in de jury zit en een Nederlander gaat springen, dan geeft niet alleen het Nederlandse jurylid hogere punten, maar ook de Duitse collega van de Nederlander.’
Bouwens en zijn collega’s van de Munich School of Management waren niet de eersten die dit fenomeen in een studie publiceerden. Wel zijn ze de eersten die ontdekten dat deze nationaliteitsafwijking nog eens versterkt wordt door de afwezigheid van de toeschouwers. Door de coronapandemie konden de onderzoekers jurybeoordelingen van skiwedstrijden met publiek vergelijken met skiwedstrijden zonder publiek. En wat blijkt, de nationaliteitsafwijking is zonder publiek groter, de atleet krijgt dan 0,3 punt extra toegekend als deze het geluk heeft dat een landgenoot in de jury zit. Met publiek is de toekenning 0,1 punt lager. Het publiek dwingt zonder dat de atleten, juryleden en publiek zich daarvan bewust lijken te zijn een eerlijkere puntentoekenning af.
Voor Bouwens is de sport ‘slechts’ de setting waarin hij onderzoekt hoe beoordelingen tot stand komen. Bouwens: ‘Ook in bedrijven moeten mensen beoordeeld worden en kunnen voorkeuren ook een belangrijke rol spelen, bijna op dezelfde manier als we dat bij de skisport zien. Die beoordelingsgesprekken kunnen uitgevoerd worden met een grotere of kleinere transparantie.’
Transparantie kan niet alleen in het bedrijfsleven helpen om de kans op corruptie te verkleinen, openheid over de productie van kankermedicijnen kan ook zorgen voor kostenverlaging, blijkt uit aanverwant onderzoek van UvA-hoogleraar Theo Offerman in samenwerking met het Nederlands Kanker Instituut (NKI). Uit dat onderzoek blijkt dat wanneer er openheid is over de kosten en de R&D, de prijzen voor de medicijnen met 26 procent dalen, zonder dat dat ten kosten gaat van de investeringen in R&D. Ook in het nieuwe coalitieakkoord is afgesproken dat transparantie ingezet gaat worden wordt om kostenverlaging na te streven.
360-gradenbeoordeling
Wanneer een beoordelingsgesprek in een bedrijf zich alleen afspeelt tussen de baas en de werknemer, dan zet je de deur open voor oneigenlijke bevooroordeling. Bouwens: ‘Dat zou je eigenlijk veel opener moeten organiseren. Een 360-gradenbeoordeling zou een optie zijn. Niet alleen de baas geeft een oordeel, maar ook veel collega’s.’ Dat geldt niet alleen voor beoordelingsgesprekken maar ook voor de selectie van leveranciers. Die moet niet alleen worden overgelaten aan de inkoopafdeling, maar ook aan de mensen die werken met de grondstoffen. Bouwens: ‘Openheid is qua beslissingen ingewikkelder, maar het voordeel is dat je daarmee de oneigenlijke bevooroordeling tegengaat, waarmee uiteindelijk de kans op corruptie wordt verkleind.’
Of volledig transparantie nodig is, is per situatie verschillend, zegt Bouwens. ‘Wanneer je kijkt naar politieke besluitvorming, of over een heikel onderwerp zoals woke, dan zouden mensen met een mening zich geremd voelen als ze wisten dat ze op tv werden uitgezonden. Dus dan is het soms van belang dat er geen transparantie is, omdat juist de interactie tussen mensen weloverwogen besluitvorming bevordert.’
Voor het skischansspringen zou het een oplossing kunnen zijn om de stem van een jurylid niet mee te tellen wanneer zijn landgenoot springt. Maar dan kunnen de medejuryleden alsnog een hogere beoordeling geven. Daarvoor gaat Bouwens, overigens zelf geen sportman, wel naar de Winterspelen kijken. ‘Ik ben wel benieuwd of we het fenomeen dat we beschrijven ook deze Spelen weer gaan tegenkomen.’