‘Irrelevant toponderzoek bestaat niet.’ Dat is de stelling die bediscussieerd wordt door collegevoorzitter Louise Gunning, decaan Geesteswetenschappen, Frank van Vree en IBM-manager Harry van Dorenmalen. Nou ja, bediscussieerd. Zowel Gunning als Van Vree verdedigen de stelling eigenlijk, zij het op andere gronden. En Van Dorenmalen valt hem ook niet aan. Maar goed, er wordt in ieder geval gepraat over toponderzoek. Wat het is, hoe je het kweekt en waarom je het zou willen kweken.
Terwijl felle zon en heftige onweersbuien elkaar aan het eind van de middag afwisselen, vleit een man of veertig zich in de comfortabele stoelen van de Amsterdamse Academische Club. Hoewel er een enkel jonkie in de zaal zit, ligt de gemiddelde leeftijd van het publiek zo rond de 65 jaar en wordt er naast thee en koffie ook een enkele jonge jenever geschonken voor aanvang van het debat.
Zwaartepuntenbeleid
Louise Gunning bijt het spits af met een pleidooi voor het aantrekken van toponderzoekers, omdat dat cruciaal is voor de welvaart van de regio Amsterdam. In dat kader verdedigt ze het zwaartepuntenbeleid van de UvA, dat volgens haar een impuls geeft aan toponderzoek binnen de zwaartepunten.
Van Vree werpt, zoals het een academicus betaamt, vooral vragen op. ‘Wat is toponderzoek? Hoe detecteer je dat? En gelden dezelfde normen in verschillende disciplines?’ Hij doet zelf een poging tot een definitie. Volgens hem opent exact toponderzoek nieuwe wegen en levert het voor sociale en geesteswetenschappen grensverleggende interpretaties op. Verder pleit hij vooral voor het koesteren van zuivere, vrije wetenschap. ‘Je moet je in de wetenschap niet beperken tot wat er is, of proberen om onderzoek in bestaande hokjes te duwen, want dat levert normal science op, alleen maar meer van hetzelfde.'
Daar kan Gunning zich dan ook wel weer in vinden. Ze beaamt dat weten- en maatschappelijke ontwikkelingen onvoorspelbaar zijn en benadrukt dat daarom de helft van het onderzoeksbudget van de UvA gebruikt zal worden voor het bieden van kansen aan talentvolle onderzoekers die zich niet binnen de zwaartepunten begeven. ‘Die vijftig procent van het budget dient als kraamkamer voor nieuwe ideeën en jonge mensen.’ Maar, waarschuwt ze, die kansen zijn niet onbegrensd. ‘Op een gegeven moment moet je zeggen: “Het was hartstikke leuk, maar dit onderzoek gaat geen zwaartepunt worden.” We gaan met z’n allen nog heel gemeen uit de hoek komen.’
Van Dorenmalen heeft met zijn achtergrond in het bedrijfsleven een duidelijke boodschap, die echter niet direct in verband te brengen is met de vraag of irrelevant toponderzoek bestaat. Zijn devies: je moet keuzes maken! ‘We kunnen gewoon niet alles blijven doen. Je moet je altijd afvragen of iemand het ook wil hebben, of ervoor wil betalen. En of je de resources in huis hebt om te competen met andere landen [...] Kies twee of drie toponderwerpen. Die moet je dan als commerciële deal marketen in Europa.’
Verliefd
Op het afsluitende verzoek één maatregel te noemen die het toponderzoek in Amsterdam ten goede zal komen, reageert Gunning kordaat. ‘Ik wil met iedereen hier een reeks parallelle summerschools draaien. Op die manier kan het bezoekend toptalent in Amsterdam verliefd worden, dat is uiterst effectief om mensen hier te houden. Bovendien kan ik al die jonge onderzoekers door mijn handen laten gaan en beoordelen welke ik hier wil houden.’ Ze noemde daar ook meteen een datum bij: zomer 2013. Van Vree reageert verheugd. 'Louise, ik doe mee.'