De onderzoeksmethode
randomized control trial (rct) is ongeschikt voor praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek. Met die stevige stelling nam lector
Louis Tavecchio nam woensdag afscheid van de HvA.
Het gerandomiseerde onderzoek met controlegroep is niet meer weg te denken uit de moderne wetenschap. Wil je weten of een behandeling werkt dan hak je een grote groep in tweeën. De ene helft krijgt een nepbehandeling, de andere een echte. Aan het einde kijk je hoe de groepen zich tot elkaar verhouden. Eenvoudig en beproefd, maar volgens Tavecchio deugt het niet.
Verschillende wetenschappers gingen woensdag met elkaar in debat over die stelling in het Kohnstammhuis. Ter gelegenheid van Tavecchio's vertrek bij het lectoraat Vraaggerichte methodiek-ontwikkeling van het Domein Maatschappij & Recht én de verschijning van zijn boek Bewijsvoering binnen praktijkgericht onderzoek was in het Kohnstammhuis een conferentie georganiseerd onder dezelfde titel.
Misplaatst vertrouwen
Volgens Tavecchio (1946) zijn ongeveer alle andere methodes betrouwbaarder dan rct, omdat bij deze methode alles wordt gecontroleerd in een laboratorium. Volgens de lector is dit onmogelijk , omdat 'het echte leven' zo niet gaat. Tavecchio: ‘Men heeft een misplaatst vertrouwen in kunstmatige tests. Stabiele en constante effecten bestaan niet in de echt wereld.’
Daarnaast zijn de controlegroepen alles behalve
random gekozen maar handmatig door wetenschappers geselecteerd om de beste resultaten bij een hypothese te krijgen, zo beargumenteert de hoogleraar. Tavecchio sluit zijn vurige betoog voor nieuwe onderzoeksmethodes af met het statement: ‘Rct zit veel te hoog op zijn paard, met een veel te grote broek aan.’
Jeugdzorg
Rct kan volgens Tavecchio alleen van belang zijn als het wordt gecombineerd met andere testen om de resultaten te kunnen vergelijken. Maar zijn mening wordt niet gedeeld door andere sprekers. Geert Jan Stams, hoogleraar forensische orthopedagogiek aan de UvA stelt: ‘Voor het juiste onderzoek binnen ons domein moet je de juiste onderzoeksmethode gebruiken. En dat is nu eenmaal rct.’ De pedagoog stelt het belang van rct voorop omdat met deze kunstmatige methode verstorende factoren weggenomen kunnen worden, waardoor de essentie van een situatie overblijft. Vooral onderzoeken over kinderen, zoals bij Jeugdzorg, kunnen alleen op deze manier worden uitgevoerd, aldus Stams.
Het wordt al snel duidelijk dat Tavecchio en de meeste van zijn universitaire collega’s lijnrecht tegenover elkaar staan. Eva Blaauw, pedagogisch adviseur en bezoeker van de conferentie, reageert verbaasd. ‘Ze vechten elkaar de tent uit, terwijl er eigenlijk niet slechts één perfecte methode is in de pedagogiek.’
Louis Tavecchio vervulde vanaf februari 2007 de functie van lector ‘Vraaggerichte Methodiekontwikkeling’ bij het Kenniscentrum Maatschappij & Recht. Hij studeerde psychologie aan de Universiteit van Amsterdam (UvA), waar hij in 1977 promoveerde op een onderzoek naar de meting en evaluatie van onderwijsgedrag. Hij publiceerde internationale artikelen op het gebied van gezinsopvoeding, kinderopvang en hulpverlening. Ook schreef hij enkele boeken op het gebied van sociaal-wetenschappelijke onderzoeksmethoden en statistiek.