In dezelfde week dat de opleiding Frans honderd jaar bestaat, maakt ook een andere opleiding in de geesteswetenschappen de eeuw vol. Duitse taal en cultuur is volgens hoofddocente Carla Dauven populair. ‘Duits zit erg in de lift,’ zegt ze. ‘Duits blijft Duits, maar we hebben wel de deuren opengegooid.’
Dauven bedoelt: we hebben de deuren opengegooid naar andere disciplines, waardoor de opleiding veel breder is geworden dan zij oorspronkelijk was. ‘Interdisciplinariteit is de rode lijn die door onze hele opleiding loopt. De Duitse taal en cultuur zijn natuurlijk de basis, maar met name in de master bestaat de mogelijkheid vakken uit disciplines als theaterwetenschap, geschiedenis en Duitslandstudies te volgen en dat maakt de opleiding aantrekkelijk voor de arbeidsmarkt. In West-Europa blijft Duits bovendien de belangrijkste handelstaal, gesproken door het economisch sterkste deel van Europa.’
De opleiding ging van start op 30 september 1912 toen de eerste UvA-hoogleraar germanistiek Jan Hendrik Scholte zijn oratie hield met een rede getiteld ‘Een letterkundige omgangsvorm omstreeks 1700’. Afkomstig uit het Groningse dorpje Vlagtwedde ging Jan Hendrik Scholte (1874-1959) Duits studeren aan de Groningse universiteit. Omdat hij een onderwijsbevoegdheid had gehaald werd hij leraar op de hbs. Met name zijn filologische kennis was zo groot dat de UvA hem naar Amsterdam haalde om de eerste hoogleraar germanistiek te worden, de voorloper van de huidige opleiding Duitse taal en cultuur. Het werd een succes dat ook in Duitsland niet onopgemerkt bleef: hij kreeg in 1924 een eredoctoraat aan de Ernst-Moritz-Arndt-Universität in de Duitse stad Greifswald aan de Oostzee.
Fijnproevers
Anno 2012 doet de opleiding het volgens Dauven goed - en dan bedoelt ze met name de bacheloropleiding. Er staan tussen de veertig en zestig studenten ingeschreven in de bachelor. De master doet het beduidend minder: tussen de vijf en tien studenten per jaar. Om deel te nemen aan het handelsverkeer met Duitsland is kennis op masterniveau nu eenmaal niet per se nodig. De master is voor de fijnproevers. ‘We hebben alle specialisaties in huis, van Middeleeuwen tot heden,’ zegt Dauven. ‘Daarnaast hebben we het Duitsland Instituut Amsterdam (DIA) in de stad, dus we zijn van alle markten thuis.’
Tot enige jaren geleden was er nog concurrentie van de VU, maar die heeft de opleiding geschrapt; de concurrentie zit in Nijmegen, Utrecht, Leiden en Groningen. De interdisciplinariteit die nu al voor de master geldt, zal met de aanstaande invoering van de 'brede labels' - samenwerking van kleine opleidingen - ook voor de bachelors gaan gelden. Dauven: ‘In Leiden is dat al eerder gebeurd, maar daar is het op een mislukking uitgelopen. Ik denk dat we op multidisciplinariteit moeten inzetten, maar Duits moet de basis blijven.’
De interdisciplinariteit komt misschien wel het best tot uitdrukking in de benoeming vorige maand van hoogleraar Nicole Colin. Bij haar aanstelling zei ze te streven naar ‘interdisciplinaire samenwerking met andere (geestes)wetenschappen zoals filosofie, geschiedenis, sociologie, theaterwetenschappen en mediastudies’.
Vandaag is er de hele dag een feestprogramma rond het honderdjarig bestaan van Duits. Zie hier voor het programma.
Dauven bedoelt: we hebben de deuren opengegooid naar andere disciplines, waardoor de opleiding veel breder is geworden dan zij oorspronkelijk was. ‘Interdisciplinariteit is de rode lijn die door onze hele opleiding loopt. De Duitse taal en cultuur zijn natuurlijk de basis, maar met name in de master bestaat de mogelijkheid vakken uit disciplines als theaterwetenschap, geschiedenis en Duitslandstudies te volgen en dat maakt de opleiding aantrekkelijk voor de arbeidsmarkt. In West-Europa blijft Duits bovendien de belangrijkste handelstaal, gesproken door het economisch sterkste deel van Europa.’
De opleiding ging van start op 30 september 1912 toen de eerste UvA-hoogleraar germanistiek Jan Hendrik Scholte zijn oratie hield met een rede getiteld ‘Een letterkundige omgangsvorm omstreeks 1700’. Afkomstig uit het Groningse dorpje Vlagtwedde ging Jan Hendrik Scholte (1874-1959) Duits studeren aan de Groningse universiteit. Omdat hij een onderwijsbevoegdheid had gehaald werd hij leraar op de hbs. Met name zijn filologische kennis was zo groot dat de UvA hem naar Amsterdam haalde om de eerste hoogleraar germanistiek te worden, de voorloper van de huidige opleiding Duitse taal en cultuur. Het werd een succes dat ook in Duitsland niet onopgemerkt bleef: hij kreeg in 1924 een eredoctoraat aan de Ernst-Moritz-Arndt-Universität in de Duitse stad Greifswald aan de Oostzee.
Fijnproevers
Anno 2012 doet de opleiding het volgens Dauven goed - en dan bedoelt ze met name de bacheloropleiding. Er staan tussen de veertig en zestig studenten ingeschreven in de bachelor. De master doet het beduidend minder: tussen de vijf en tien studenten per jaar. Om deel te nemen aan het handelsverkeer met Duitsland is kennis op masterniveau nu eenmaal niet per se nodig. De master is voor de fijnproevers. ‘We hebben alle specialisaties in huis, van Middeleeuwen tot heden,’ zegt Dauven. ‘Daarnaast hebben we het Duitsland Instituut Amsterdam (DIA) in de stad, dus we zijn van alle markten thuis.’
Tot enige jaren geleden was er nog concurrentie van de VU, maar die heeft de opleiding geschrapt; de concurrentie zit in Nijmegen, Utrecht, Leiden en Groningen. De interdisciplinariteit die nu al voor de master geldt, zal met de aanstaande invoering van de 'brede labels' - samenwerking van kleine opleidingen - ook voor de bachelors gaan gelden. Dauven: ‘In Leiden is dat al eerder gebeurd, maar daar is het op een mislukking uitgelopen. Ik denk dat we op multidisciplinariteit moeten inzetten, maar Duits moet de basis blijven.’
De interdisciplinariteit komt misschien wel het best tot uitdrukking in de benoeming vorige maand van hoogleraar Nicole Colin. Bij haar aanstelling zei ze te streven naar ‘interdisciplinaire samenwerking met andere (geestes)wetenschappen zoals filosofie, geschiedenis, sociologie, theaterwetenschappen en mediastudies’.
Vandaag is er de hele dag een feestprogramma rond het honderdjarig bestaan van Duits. Zie hier voor het programma.
