Fysisch geograaf
Michael Kemp modelleerde het vlieggedrag van trekvogels, zodat de luchtmacht tijdens oefeningen rekening kan houden met vogels om botsingen te voorkomen. Kemp
promoveert 18 oktober op zijn onderzoek.
De luchtmacht betaalt mee aan uw promotieonderzoek. Zijn botsingen met vogels zo'n groot probleem voor hun?
'Ja, botsingen komen geregeld voor en zorgen voor grote materiële schade aan vliegtuigen. Een enkele keer leidt het zelfs tot een crash, dus staan er mensenlevens op het spel. Sowieso is het natuurlijk sneu voor de vogel die het leven laat. Momenteel heeft de luchtmacht mensen in dienst die vlak voor een oefening kijken of er veel vogels overvliegen. Als dat het geval is, blazen ze de oefening af, maar dan is het geld en de energie die is gestoken in het voorbereiden van de oefening al verspild. Met mijn model kan een paar dagen van tevoren worden voorspeld wanneer vliegtuigen veel of weinig last zullen hebben van vogels.'
U heeft het specifiek over de luchtmacht. Hebben reguliere vliegtuigen dan geen last van botsingen?
'Veel minder. Passagiersvliegtuigen vliegen veel hoger dan gevechtsvliegtuigen. Voor hen is alleen het opstijgen en landen riskant
,daarom worden vogels in de buurt van de luchthaven verdreven.'
Hoe werkt uw model?
'Ik heb gegevens van windsnelheid en -richting gekoppeld aan gegevens over vlieghoogte en hoeveelheid trekvogels in het luchtruim. Trekvogels passen hun vliegroute aan aan de weersomstandigheden in verschillende luchtlagen. Het liefst vliegen de vogels laag, daar is het warmer en kunnen ze zich makkelijker oriënteren ten opzichte van de grond. Maar als ze daar sterke tegenwind hebben, zoeken ze het hogerop, in de hoop dat ze in een hogere luchtlaag gunstiger weersomstandigheden treffen. Die informatie heb ik in mijn model verwerkt. Verder heb ik rekening gehouden met verschillende soorten trekgedrag, sommige vogelsoorten vliegen bijvoorbeeld overdag en andere soorten juist in het donker. Aan de hand van dat soort gegevens voorspellen we een paar dagen tevoren waar en wanneer veel vogels overvliegen. De voorspellingen uit een eenvoudig model zijn nu al online
beschikbaar. Binnenkort wordt het model uitgebreid met mijn gegevens over vlieghoogte. Dan hoeft de luchtmacht een oefening niet meer af te blazen, maar kunnen ze de hoogte van een vliegoefening aanpassen op de vlieghoogte van trekvogels.'
Hoe komt u aan de gegevens over vogels in het luchtruim?
'De radars die buien meten, bijvoorbeeld die van het KNMI, meten onbedoeld alles dat zich in het luchtruim bevindt. Door die data te filteren op onder meer bewegingsrichting, kun je de regen van de vogels onderscheiden. Dat is handig voor ons, maar ook voor het KNMI, want daardoor worden hun weersvoorspellingen betrouwbaarder.'